De warmte van een verwarmingstoestel moet het volledig lokaal kunnen verwarmen. Maar hoe gebeurt dit in de praktijk? In de ruimte (microzwaartekracht) moeten er in ieder geval maatregelen genomen worden om de woonvertrekken van de astronauten correct te verwarmen. |
Convectie of straling
Lucht is een zeer slechte warmtegeleider: deze optie mogen we in ieder geval uitsluiten. Lucht is zelfs één van de beste isolatoren: piepschuim bevat kleine opgesloten luchtbellen. Ook andere isolatiematerialen bestaan uit een materiaal dat veel opgesloten lucht bevat. Verder bestaan er geen zuivere convectoren en stralingsbronnen: ieder apparaat verdeelt de warmte op deze twee manieren, waarbij het percentage kan variëren.
StralingBij straling wordt de lucht niet opgewarmd, maar de onderwerpen en de mensen worden opgewarmd door de straling (infra-rood). De grootste warmtestraler is de zon. Stralers kunnen gebruikt worden op plaatsen waar er veel luchtcirculatie is (werkplaatsen en dergelijke). Men voelt sneller de warmte (door de straling). Bij slecht geïsoleerde huizen is een verwarming gebaseerd op de straling een betere keuze.De nadelen van stralers zijn de volgende:
ConvectieBij convectie (luchtcirculatie) wordt de lucht plaatselijk opgewarmd. De warme lucht stijgt en wordt in de ruimte vermengd met koude lucht. Met convectie kunnen lokalen gelijkmatig opgewarmd worden, zelfs al hebben ze geen regelmatige vormen. Hoekjes worden dus evenveel opgewarmt. Maar convectie heeft ook talrijke nadelen:
De temperatuurgelaagdheid is goed te meten met een gevoelige thermometer (Pt1000): men kan een verschil van 1° opmeten bij een hoogteverschil van 30cm. Vanwege de gelijkmatige verwarming wordt deze manier van verwarmen veel gebruikt voor woningen en kantoorgebouwen. Men zegt dat convectoren de lucht droger maken. Dit is niet waar (waar zou de vochtigheid naartoe gaan?). Warme lucht kan echter meer vocht opnemen en lijkt dus droger te zijn: dit is de reden dat men verdampers plaatst op convectoren. Stralers warmen de lucht minder op, waardoor dit fenomeen minder opvallend is. De vochtigheid is echter niet weg en slaat neer op koudere delen van het huis: slecht geïsoleerde buitenmuren, ramen, enz. Verwarmingssystemen die gebaseerd zijn op geforceerde luchtcirculatie hebben ongeveer dezelfde eigenschappen als convectie: de lucht in het lokaal wordt gelijkmatig opgewarmd. In de ruimte (waar er geen zwaartekracht heerst) moet men noodgedwongen geforceerde luchtcirculatie gebruiken om de vertrekken van de astronauten op te warmen. Het voordeel van geforceerde luchtcirculatie is dat de warmtebron klein kan zijn en niet centraal en laag gelegen hoeft te zijn. De temperatuurgelaagdheid is ook minder aanwezig, maar men moet er wel rekening mee houden bij de installatie (ventilatoren die de warme lucht naar beneden stuwen).
Voorbeeld: centrale verwarmingGeen enkele verwarmingsbron op aarde is een zuivere straler of convector. Bepaalde verwarmingsbronnen kunnen zo gebouwd worden dat ze overwegend stralen of de lucht opwarmen: een voorbeeld zijn de radiatoren van de centrale verwarming:
Lijst verwarmingsapparatenDe lijst wordt opgesteld van straling naar convectie.
Stralingspanelen De warmteverdeling is optimaal en er zijn weinig verliezen, waardoor electrisch verwarmen toch interessant kan zijn voor ruimtes die niet continu verwarmd worden. Stralingspanelen zijn duur in vergelijking met andere apparaten (terwijl dat niet noodzakelijk zo hoeft te zijn: er worden niet meer grondstoffen gebruikt bij het maken van een stralingspaneel dat voor het maken van een olieradiator). De aangenaamste warmte wordt bereikt als men voldoende grote panelen gebruikt die slechts lauw worden en verdeeld opgesteld staan zodat er meerdere warmtebronnen zijn: dit kan een dure aangelegenheid worden. Dergelijke stralingspanelen leveren ook wat warmte door convectie (de juiste percentage om een aangenaam warmtegevoel te hebben). Stralingspanelen hebben een gemiddelde thermische traagheid en worden best niet gebruikt op plaatsen die slechts kortstondig verwarmd moeten worden.
Infra-rood stralers Er bestaan ook infra-rood stralers die op een lagere temperatuur werken (bijvoorbeeld 500°C). De straler kan hier verwarmd worden door een gasvlam. Een kenmerk is altijd dat de straling gericht wordt door een parabool. Dergelijke stralers worden veel in garages en andere werkplaatsen gebruikt, daar waar er een relatief plaatselijke verwarming nodig is, en waar er veel luchtverplaatsing is. Bij straling is dit niet zo negatief, omdat de lucht zelf niet opgewarmd wordt. Infra-rood stralers hebben een lage thermische traagheid en kunnen ingezet worden op plaatsen die slechts kortstondig verwarmd moeten worden zoals badkamers.
Vloerverwarming Bij vloerverwarming ligt het rendement zeer hoog als de installatie correct is uitgevoerd (met voldoende isolatie onder de verwarming), maar er mogen geen tapijten geplaatst worden. Met een moderne installatie kan een rendementswinst van 20% behaald worden ten opzichte van een oudere installatie gebaseerd op natbouw (buis in het beton ingegoten). De lussen moeten dichter bij elkaar geplaatst worden op plaatsen die van nature kouder zijn (bijvoorbeeld onder ramen) om de koudeval te vermijden. Het is soms interessant om een combinatiesysteem te gebruiken: de retourleiding van de centrale verwarming wordt voor de vloerverwarming gebruikt. Zo kan men een ruimte snel opwarmen, maar heeft men ook een gelijkmatige warmte-aanvoer via de vloer. Alle systemen van vloerverwarming hebben een zeer hoge thermische traagheid en zijn enkel interessant voor gebouwen die permanent bewoont worden.
Olieradiatoren Een olieradiator wordt best gebruikt in ruimtes die goed geïsoleerd zijn en waar er geen tocht is, want verwarmen op electriciteit is duur. Ze hebben een hoge thermische traagheid en zijn minder aangeraden voor ruimtes die maar kortstondig opgewarmd moeten worden (badkamer): hier is bijvoorbeeld een infra rood straler meer aangewezen.
Convectoren
Hete lucht blazers Er bestaan ook industriële blazers die op gas werken (eventueel ook op warm water). Ze worden gebruikt om grote ruimtes op te warmen. Ze zijn enkel efficiënt als er geen verliezen zijn door ventilatie aangezien de lucht zelf opgewarmd wordt (een voorbeeld van verliezen zijn deuren die constant open blijven en voor tocht zorgen). Als de warme lucht constant ontsnapt, dan is dit systeem weinig efficiënt. De binnen units van aircos zijn vaak uitgevoerd als warme lucht blazer omdat daarmee een groot volume kan opgewarmd worden met niet al te warm medium en een kleine warmtebron. De produktie van warmte is immers beperkt tot een kleine oppervlakte en de temperatuur stijgt vaak niet boven de 50°C. Moderne aircos kunnen zowel gebruikt worden om op te warmen en om af te koelen. Bij de warmte-produktie hebben ze ongeveer een rendement dat driemaal hoger ligt dan bij een gewone electrische verwarming, maar de stijgende kostprijs van electriciteit maakt dit systeem minder en minder rendabel. |
Publicités - Reklame