Server » Verwarming » Algemene tips » Besparingstips
Een paar tips
om te besparen op de verwarming
Besparen
Zelfs al gebruik je geen computergestuurde verwarming, toch kan je flink besparen op de verwarming als je enkele regels in acht neemt.
Ik bespreek hier de tips die minder aan bod komen en soms over het hoofd worden gezien.

Meer informatie over moderne gasketels is hier te vinden.

Besparingstips

Ten eerste: heb je echt 21° nodig in de living? Moet je echt in je bloot vel rondlopen in huis? Trek een pull aan als je koud hebt, in plaats van de verwarming te verhogen. Zelfs de duurste pull is goedkoper dan de verwarming te verhogen!

Door zo sterk te stoken worden mensen meer gevoelig voor ziektes. Inderdaad, je lichaam verliest de gewoonte om zich te beschermen tegen de kou, als je constant in een temperatuur van 21° rondloopt. Als je dan naar buiten gaat, zorgt de temperatuurverschil ervoor dat je een verkoudheid oploopt.


Let zowel op het gasverbruik
als op het electrisch verbruik!
Een circulateur die constant blijft draaien
verbruikt 360kW op jaarbasis!

Gebruik een tijdsafhankelijke regeling

Gebruik een thermostaat met tijdsturing zodat de temperatuur automatisch lager gezet wordt vòòr het verlaten van de woning. Als je thuiskomt moet de verwarming al een tijdje in werking zijn, zodat je niet in een koud huis komt. Je kan gemakkelijk de verwarming een 10-tal minuten voor het verlaten van het huis uitschakelen: de radiatoren of de convectoren zijn nog warm en zullen hun warmte blijven afgeven.

Als je terug thuis komt, is het belangrijk dat de verwarming reeds aan het werken is. Daardoor voelt het huis minder koud aan en ben je niet geneigd de verwarming hoger te zetten. Zorg dat de regeling correct werkt zodat de verwarming niet extra gaat werken, maar de temperatuur geleidelijk opvoert.

Circulateur

De circulateur van een centrale verwarming verbruikt heelwat stroom. Regelmatig ga ik bij mensen, en zie dat de circulateur constant werkt. De beste instelling is dat de kamerthermostaat de brander bedient (samen met de ketelthermostaat die als begrenzer fungeert). Een tweede thermostaat op de ketel zorgt dat de circulateur blijft draaien zolang het water in de boiler warm is (temperatuur boven de 30 graden). Dit heeft als voordeel dat je de ruimtethermostaat vroeger kan doen uitschakelen (effekt van de correctieschakeling verhogen): het warme water wordt nog verder gecirculeerd. Van zodra het water afgekoeld is, schakelt de circulateur automatisch uit. Indien je 7 maanden per jaar stookt levert dit een besparing op van 375kW (35€) indien je een circulateur van 75W hebt.

Er bestaan mechanische timers die de circulateur nog een paar minuten laten draaien nadat de brander uitgeschakeld werd. Ideaal is dit niet: het water kan nog warm zijn (na een lange werkingsfase) of al lang afgekoeld (omdat de timer op een te lange tijd ingesteld staat), maar het is beter dan de circulateur permanent te laten draaien.

Er zijn ook systemen die de boiler permanent op temperatrru houden en de circulateur aan en uitschakelen via de ruimtethermostaat. Dit was vroeger de meest ideale manier om de verwarming te sturen (snellere reaktie omdat het water reeds warm is), maar met de hoge gasprijzen is het niet meer aangewezen om de boiler permanent op temperatuur te houden.

Accumulatoren en vloerverwarming

Accumulatoren en vloerverwarming hebben een hoge thermische traagheid en kunnen niet inspelen op een extra warmte-aanvoer (zon).
  • De aanjager van de accumulator is maar een regeling à posteriori: ofwel heb je teveel warmte opgeslagen (die dan gedissipeerd wordt als niemand in het huis aanwezig is) ofwel heb je te weinig warmte opgeslagen en moet je een extra weerstand inschakelen in de vooravond voordat het nachttarief begint.
  • Vloerverwarming op gas werkt met een kleine brander die constant werkt, maar waarvan het vermogen continu instelbaar is, bijvoorbeeld van 3 tot 9kW. Een dergelijk systeem is niet in staat om snel te reageren.

Gebruik accumulatoren en vloerverwarming enkel als achtergrondverwarming, om een minimale temperatuur in het huis te bekomen. Ook toestellen die traag op gang komen (bijvoorbeeld pelletkachels) gebruik je beter enkel als basisverwarming. Gebruik een gasconvector als er extra warmte nodig is. Als je meer dan één verwarmingsbron in huis hebt, dan ben je minder afhankelijk van plotse prijsstijgingen.

Naast de basisverwarming kan je ook een airco (met verwarmingsfunktie) gebruiken. Bij koud weer zet je de basisverwarming hoger, en van zodra het warmer wordt volstaat de airco-verwarming. Een airco produceert 3× meer warmte per kW electrisch verbruik dan een zuivere electrische verwarming. Het rendement van de aircoverwarming daalt echter als het buiten kouder wordt. De airco gebruik je dus maximaal in het tussenseizoen. En in de zomer als het te warm wordt kan je de airco gebruiken om te koelen.

Verluchten

Verlucht één keer per dag, bijvoorbeeld voordat je het huis uit moet. Er gaat doorlopend warmte verloren als een raam op een kier staat. Let ook op de dampkap: de warme lucht wordt naar buiten geblazen en koude lucht wordt aangezogen via spleten onder de deuren. Als je dampkap niet goed werkt, is het soms omdat de ventilator een onderdruk in het huis gecreëerd heeft (er kan geen verse lucht binnen). Laat een raam op een kier als de dampkap werkt en sluit het raam nadien.

Passief huis

Een passief huis is een huis dat geen extra verwarming nodig heeft. Meestal wordt dit bereikt door extra zware isolatie. Maar zelfs met de beste isolatie zal het huis uiteindelijk afkoelen, als er niet voor een beetje extra warmte voorzien wordt. Deze vrije warmtebronnen zijn talrijk in een modern huis:
  • De eigen warmteproduktie van de aanwezigen (naargelang de activiteit is dit goed voor een honderdtal watt per persoon)
  • De grote electrotoestellen: frigo en diepvries elk 30 à 50 watt, wasmachine, vaatwas, droogkast: een paar duizenden watts per beurt (hierbij gaat echter een groot deel van de warmte verloren onder de vorm van vuil water)
  • Bruingoed: computer in werking: 50 à 100 watt, digicorder of B-box in standby: 10 watt, LCD of plasma: tot 500 watt voor de grootste exemplaren, modem, router, versterker,...
  • Het verliesvermogen van de aangesloten toestellen: klokje van de microgolf, van de wekkerradio, ontvanger van de garagepoort, transfo van de deurbel of parlofoon, laadstation van de electrische tandenborstel, bewegingsdetector voor de tuinverlichting,...
  • Verlichting: hoewel spaarlampen een hoger rendement hebben dan gloeilampen, wordt toch meer dan de helft van de energie in warmte omgezet.
In een modern huis dat van alle confort voorzien is, wordt gemiddeld 1kWh gedissipeerd in de verschillende apparaten (energieverlies per 24 uur). Een passief huis heeft voldoende met dit verliesvermogen om op temperatuur te blijven en moet er enkel bijverwarmd worden bij vriesweer of bij terugkomst van de wintersport.

Thermostatische kranen

Thermostatische kranen zijn ideaal om een (bijna) constante temperatuur te houden in de verschillende vertrekken van het huis. Gebruik echter geen thermostatische kranen in de woonruimte waar de binnenthermostaat opgesteld staat! Bij het bereiken van de gewenste temperatuur zal de kraan zich sluiten, waardoor de gewenste temperatuur niet bereikt kan worden. De verwarming blijft daardoor op vol vermogen werken omdat de temperatuur in de woonkamer nooit bereikt kan worden omdat de thermostatische kranen bijna gesloten zijn. Ook in de andere kamers gaan de thermostatische kranen zich sluiten, waardoor de circulateur nodeloos moet pompen terwijl er bijna geen water kan circuleren. Een circulateur is niet gemaakt om met een hoge tegendruk te werken en zal vroegtijdig defekt gaan.

Verwarming uitschakelen

Als je gedurende een paar dagen afwezig bent (skivakantie...) is het misschien verleidelijk de verwarming volledig uit te schakelen. Het is echter beter de verwarming op laag vermogen te laten werken (thermostaat op 12°). Zo vermijd je dat leidingen bevriezen in de winter, maar er is een tweede pluspunt: vermijden van condensatie.

Bij en temperatuur lager dan 12° neemt de lucht minder water op. De luchtvochtigheid slaat dan neer op muren, deuren en andere voorwerpen en kan het ontstaan van schimmel bevorderen. Dit merk je heel goed in kamers die nooit verwarmd worden: het vocht van andere kamers komt in deze kamer terecht en er ontstaat schimmel op de muren en tegen de ramen.

Lees verder tips om te besparen II.

Publicités - Reklame

-