Nog voor ik mijn nieuw huis kon betreden had ik reeds plannen voor het electronisch aansturen van de verwarming. De computer is een Line Up 2800 van toen ik nog bij Roels werkte, met een 286 processor en 1 megabytes aan ram, en een harde schijf van 20 MB met DOS 6.22. De processor draaide op 4.77 MHz (12 MHz in turbo mode!), maar de computer was paraat in minder dan 15 seconden. De serieele poort was in gebruik voor een LCD display in de living en de parallele poort werd gebruikt voor de K8000 van Velleman.
De software werd op voorhand geschreven (toen een paar duizenden lijnen Quickbasic 4.5).
De schermresolutie was gewoon VGA, 640 * 480 pixels dus. Ik had een "luxe" uitvoering, want de originele versie werd verkocht met een Hercules kaart (monochroom) en slechts 512kB aan geheugen. Een VGA scherm in plaats van een monochrome kostte toen 15.000 fr, bijna evenveel als de complete computer met monochroom scherm. Het was de tijd van de eerste harde schijven en de bijhorende MFM en de nieuwere RLL controllers (en je kon ze niet door elkaar gebruiken, maar geen enkele verkoper wist het verschil tussen beide). Binnenkort zouden deze schijven plaats moeten ruimen voor de schijven met AT interface, waarbij alle servo electronica op de drive zelf zat.
Geen multitasking, als ik iets aan het programma wou wijzigen moest ik het verwarmingsprogramma stopzetten om de source aan te passen en dan te compileren. Het compileren van die duizenden lijnen nam bijna een minuut in beslag. Zelfs om bestanden te copieren moest het verwarmingsprogramma stilgelegd worden. Tegenwoordig is multitasking zo gewoon dat niemand terug zou willen naar het DOS tijdperk: terwijl je emails binnenstromen verbeter je een spreadsheet, print je een brief uit en maak je een copie op CD-ROM.
Augustus 2000: testrun van de software, hier met het uittekenen van de temperatuurgrafiek. Omdat DOS 6.2 geen multitasking ondersteunt moet de volledige installatie stilgelegd worden bij het tekenen van een grafiek, bij het maken van een back up of het wijzigen van de software. Tussen middernacht en kwart na twaalf zat de verwarming stil wegens het berekenen van de daggemiddelden en het maken van de daggrafiek. Quickbasic heeft de nodige commandos om dergelijke grafieken uit te tekenen en op het scherm te tonen, maar ik moest een extra programma aanroepen om de scherminhoud te lezen en als bitmap op schijf op te slaan. Deze bitmap werd op floppy opgeslagen, en éénmaal per week stak ik een nieuwe floppy in de computer.
Op 1 september 2000 mag ik het huis betreden en wordt de computergestuurde verwarming in gereedheid gebracht. Pas rond 1 oktober wordt de verwarming effektief in gebruik genomen.
Mijn eerste keuze voor de display in de living was een FL display met lettertekens, 4 regels van 20 lettertekens. Heel gaaf zo'n display. Uiteindelijk ben ik op mijn plan terug gekomen en heb gekozen voor een LCD display van 4 regels van 40 tekens. Het verbruik is maar een fraktie van die van de FL display (zelfs met de backlights aan). De aansturing van beide displays gebeurt serieel volgens een gestandardiseerd protocol, dus ongeacht welk display ik gebruik, de aansturing blijft dezelfde.
Grafieken toveren uit een 286 was iets heel apart. Natuurlijk bestonden er de nodige opdrachten in Quickbasic om op het scherm te tekenen, maar eerst moesten de temperaturen omgezet worden naar coordinaten (van 5 tot 25 graden voor de kamerthermostaten, van 0 tot 80 graden voor de keteltemperatuur). Ook de tijd werd omgezet naar een X-coordinaat. Het tekenen van een grafiek op het scherm duurde ongeveer 15 seconden.
Donderdag 19 april 2001
Maandag 27 oktober 2003
|
---|
Een jaar later werden de grafieken op de harde schijf opgeslagen en met een druk op de toets naar floppy gecopieerd: bij een defekte floppy kreeg ik 's nachts het bericht "Abort, Retry, Fail" en werd ik 's morgens wakker in een ijskoud huis. Het zou nog 5 jaar duren vooraleer de eerste USB sticks op de markt zouden verschijnen.
Eenmaal op floppy konden deze bitmappen gemakkelijk in een GIF file omgezet worden vanaf een snellere computer. Een 286 was toen al een oude bak, maar meer had ik in den beginne niet nodig (we zaten aan windows 98 en NT en een normale computer had een Pentium II 600Mhz en 64 à 128MB aan geheugen). In die tijd bestond "permanent internet" nog niet, en een webserver thuis laten draaien om de verwarming te controleren was een utopie.
Let hoe goed de temperatuur stabiliseert: ongeveer 0.1°C rimpel. Als het kouder is (in oktober) is de temperatuurstabilisatie nog beter; als het niet echt koud is, is een kleine warmteaanvoer reeds voldoende om de temperatuur meer dan 0.1° te doen stijgen. In oktober heb ik een paar mooie zonnige dagen gehad (de temperatuurvoeler krijgt 's morgens direct zonlicht).
M'n originele installatie: mazout-brander uit de jaren '50 (die het nog tot 2004 uitgehouden heeft). Iedere jaar was het begin van het stookseizoen het spannendste moment van het jaar: zou de brander direct aanslaan of moest hij opnieuw volledig gedemonteerd worden? Als de brander wèl aansloeg kon ik het overal in huis horen. Toen de regering beslist had om een controle op mazoutketels in te stellen, heb ik besloten over te gaan op aardgas. Minder stank, maar niet noodzakelijk betrouwbaarder.
Aansturing van de mazoutbrander was eenvoudig: 220V inschakelen en de brander doet zijn startroutine. Na 30 seconden een knal: de brander slaat aan (of een gemurmel: de brander slaat niet aan).
Na het vervangen van de ketel werd ook de gasbrander op dezelfde manier aangestuurd (maar met een verbruik van slechts een paar watts, in plaats van 500 watt met de mazoutbrander). Dit was de eerste versie die precies één jaar gewerkt heeft.
|