Opmerkingen
De verwarming zal perfekt werken als het systeem gestabiliseerd is (als de gewenste temperatuur bereikt is). De keteltemperatuur zal namelijk juist zo hoog zijn om de warmteverliezen te compenseren. De temperatuur is perfekt stabiel op 0.1°C nauwkeurig, zie de kamergrafiek (blauwe kromme) tussen 0u30 en 6u10.
Een tweede ruimte die minder warmte nodig heeft wordt minder nauwkeurig gestabiliseerd, de warmteaanvoer is namelijk te hoog en de kleppen reageren te traag op de temperatuurstijging (groene curve).
Eenzelfde fenomeen treed op als er plots een tweede ruimte verwarmd moet worden (grafiek 2). De warmtevraag stijgt plots, waardoor de boilertemperatuur en de circulateursnelheid opgedreven worden. Een oscillatie van 0.3°C treedt op (groene curve vanaf 20 uur) omdat de klep de aangevoerde warmte onmogelijk perfekt kan doseren. Een oscillatie van 0.3°C is niet merkbaar.
De kleppen zijn kleine weerstanden die een reservoir opwarmen. Het vloeistof in de reservoir verdampt, de druk stijgt en de klep wordt opengeduwd. Om de reaktiesnelheid wat op te voeren worden er geen gewone weerstanden gebruikt, maar PTC weerstanden. Daardoor wordt er meer warmte gedissipeerd als de weerstand koud is (gesloten klep). Omdat de kleppen perfekte ohmse belastingen zijn is een sturing door middel van kleine opto-triacs aangewezen.
Als je bij één merk blijft kan je op de radiatorklep zowel een klassieke, een thermostatische of een electrische kraan plaatsen. Ik gebruik Giacomini, maar andere merken hebben waarschijnlijk een identieke gamma.
Bepaling van de stand
Of een klep open of dicht moet zijn is eenvoudig bepaald: als er een warmtevraag in de ruimte is, dan moet de klep open zijn. We openen de klep reeds vanaf een warmtevraag van -0.5°C, zodat we zeker zijn dat de klep effektief open is als er een positieve warmtevraag is en de brander en circulateur beginnen te werken. Eenmaal opgewarmd is het electrisch verbruik van een klep minimaal (1 watt).
De klep gaat relatief traag open en dicht en er is geen fijne regeling van de stand. Men kan dus niet de klep 25% open zetten door een spanning van 55V te geven of te werken met een puls/pauze-verhouding. Dit is de reden van de oscillatie van de temperatuur in de ruimte. Overigens is een oscillatie van 0.3° heel weinig, die voel je zelfs niet (klassieke kamerthermostaten hebben een hysteresis van ongeveer 1°C).
Nu zijn we rond
Nadat de oude kranen vervangen zijn door electrisch gestuurde kleppen is ons systeem compleet. Alle functionaliteiten zijn aanwezig.
- We gebruiken enkel electrisch gestuurde kleppen in ruimtes die langdurend en afwisselend gebruikt worden (living, slaapkamers, werkruimte, badkamer).
- De minder gebruikte ruimtes (gang en WC) hebben genoeg met een thermostatische kraan: de ruimte wordt constant op een relatief lage temperatuur gehouden. Het zijn meestal kleine ruimtes en de verliezen zijn niet al te groot.
- De ruimtes die enkel sporadisch gebruikt worden hebben hun normale kranen behouden (bijvoorbeeld fotostudio of knutselkamer die slechts éénmaal per week gebruikt wordt). We zetten de kraan open een uur voor we de ruimte gebruiken.
Volgende week wordt het systeem verder geoptimaliseerd. Volgende items worden voorzien:
- Speciale temperatuurprogramma's voorzien naargelang de wensen, bijvoorbeeld "ik ben weg voor x uren" of "ik ben ziek en wens extra verwarming in de grote (of kleine) slaapkamer", enz.
- Eventueel een trage regellus inbouwen, zodat het systeem zichzelf automatisch bijregelt
- Minimale verwarming voorzien, zelfs bij afwezigheid (basisverwarming)
- Correctie van oscillaties, overshoot en trage regelsystemen.
|