-
Zonnestraling
Het bruinen vormt een bescherming van onze huid tegen de zonnestralen. Niet iedereen is in staat om te bruinen (dit is erfelijk bepaald): sommige mensen zullen nooit lang in de zon kunnen liggen. De eerste parameter waarmee je moet rekening houden is het feit of je gemakkelijk bruint of niet. Hoe bruiner je bent, hoe langer je in de zon mag liggen. Aan de mensen die aan tanorexia lijden (de behoefte om zowel winter als zomer er onnatuurlijk bruin uit te zien): de natuurlijke bescherming dat op gang wordt gezet door de UV-straling houdt ook in dat de huid dikker en (uiteindelijk) lelijker wordt. Op zich is het bruinen niet gevaarlijk (het is een natuurlijke reaktie), wèl het verbranden: dit is een teken dat de huidcellen beschadigd zijn geweest door de zonnestraling. Hoe vaker je een zonnesteek krijgt, hoe hoger de kans dat je huidkanker krijgt. Bij het progressief bruinen is de huid in staat zich te beschermen door het aanmaken van een donkere laag die de zonnestralen tegenhoudt, zodat je langer in de zon kan blijven. Zonlicht of licht van de zonnebank kan ook de ogen beschadigen: het dragen van een zonnbril is een must om de ogen te beschermen. Ultra-violet bestaat uit UV-A, UV-B en UV-C. Het effekt van UV-A is miniem: deze stralen zorgen voor een snelle maar oppervlakkige bruining (de bestaande melaninepigmenten worden donkerder). Het bruiningseffekt verdwijnt na een paar weken. UV-B stralen hebben meer effekt: er worden nieuwe melanine-pigmenten aangemaakt. In zonlicht is er ook een uiterst kleine hoeveelheid UV-C aanwezig: deze stralen tasten de DNS-struktuur aan en kunnen huidkanker veroorzaken. |
Meting van de UV-straling
Dit apparaat meet de UV straling van zonnebanken en van zonlicht. Bij een betrokken hemel heb je een gemiddelde straling van 1mW/cm2 Daarom mogen kinderen met xeroderma pigmentosum enkel 's nachts buiten. Van zodra er zon is stijgt de straling: 3mW/cm2 in april tot meer dan 300mW/cm2 begin juli.
Deze waarde kan men echter niet gebruiken om het effekt van de zonnestraling te bepalen: het effekt van UV-A is ongeveer 10 keer zwakker dan het effekt van UV-B, en het effekt van UV-B is op zijn beurt ongeveer 10 maal zwakker dan UV-C. In zonlicht zit er ongeveer 5 maal meer UV-A dan UV-B (verhoudingen 86%-14%-0.1%) maar deze verhouding is niet constant. Men heeft daarom een schaal ontworpen, gaande van 0 tot 10, dat het effekt van de zonnestraling weergeeft: de UV-index. Talrijke faktoren komen in aanmerking bij het bepalen van de UV-index: het jaargetijde (als de zonnestralen meer loodrecht op de aarde terechtkomen is de verhouding van UV-B stralen groter), de dikte van de ozon-laag (blokkeert de UV-C), de altitude (in de bergen heb je dubbel zoveel UV-straling) en de weersvoorspellingen. Door het verdwijnen van de ozonlaag bekomt men op bepaalde plaatsen waarden die boven de maximale waarde van 10 uitsteken. Zonnen op een dergelijke plaats is zeer ongezond omdat de hoge UV-index veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van het gevaarlijke UV-C. |
Voor- en nadelen van de zonnebank
Ten overstaan van het zonnen in de buitenlucht heeft de zonnebank een groot voordeel: een zonnebank geeft een gecontroleerde hoeveelheid UV-A en UV-B af, waardoor zonnebrand minder snel zal optreden. Ter informatie: de UV-straling bedraagt maximaal 15mW/cm2 en er is geen UV-C aanwezig, waardoor het gecontroleerd zonnen onder de zonnebank veiliger is dan op het strand gaan liggen en dan in slaap vallen.
Door de belichtingstijd langzaam op te voeren kan je resistentie opbouwen: je zal niet meer zo snel verbranden. Het is interessant voordat je op vakantie gaat eerst een kuur te volgen onder de zonnebank. Daardoor is je huid beter uitgerust om de extra zonnestraling op te vangen. Snel, snel een paar keer onder de zonnebank nadat je een last-minute vakantie hebt geboekt zal niet helpen (integendeel), je moet progressief de resistentie opbouwen over een maand! Zonnebanken worden hier verder besproken. |
Publicités - Reklame