Marinenebasis Oostende
Staatsmarineschool
TechTalk
-

-


Een oude folder van Eguermin
Naval Mine Warfare
Centre of Excellence


De communicatietoren is al lang buiten gebruik


Marche van de parachutisten
ook gebruikt door Engeland

Oostende was een belangrijke marine-basis na de tweede wereldoorlog. De schepen van de Zeemacht (waaronder vooral de mijnenvegers en —jagers) werden er onderhouden. Langzamerhand zijn de aktiviteiten naar Zeebrugge gecentraliseerd omdat er in Oostende geen plaats was om uit te breiden. De verschillende basissen aan de kust (en vooral in Oostende) gingen één voor één dicht, en nu is de marinebasis in Zeebrugge maar gedeeltelijk benut omdat het aantal militairen in de loop der jaren gehalveerd is.

In Oostende was er een communicatiecentrum in de duinen (aan de halve maan), maar die is al lang opgedoekt. Het communicatiecentrum tussen De Haan en Wenduine wordt ook niet meer gebruikt (er is nog altijd een wachtpost).


De staatsmarineschool

De bekende staatsmarineschool (later zeevaartschool) aan het Vlotdok (Demey brug) wordt tegenwoordig gebruikt door het Zeewezen. Het gebouw dateert van 1931 en is nu een beschermd monument. De school was toen aan een zeer drukke hoofdweg gelegen, maar nu rijden er enkel nog trams op deze weg.

Een deel van de staatsmarineschool werd gebruikt door “Trans Europa Ferries”, in faling sinds april 2013. Deze faling betekent het definitieve einde van de overvaart naar Engeland vannuit Oostende. De overtocht, de bekende "maalboot", bestond 175 jaar. Ondanks zijn toen betere verbinding met het vasteland (autosnelweg) kon de kleine haven van Oostende niet concurreren met Zeebrugge.

De talrijke werkplaatsen in het oosten zijn allemaal gesloten. Ze werden overgedragen van het leger (de marine) aan de stad Oostende in september 2007, maar een groot deel van de gebouwen staan leeg. De keizer van Oostende heeft grootse plannen, maar helaas geen geld meer. Er zijn enorme infrastructuurwerken aan de gang, maar het is de vraag of dit nieuwe bedrijven zal aantrekken. Eén van die nieuwe bedrijven is ondertussen zogoed als failliet (Electrawinds, nu Elicio, beide opgericht met mijn belastingsgeld).

Ook het militair hospitaal is gesloten, er komen daar appartementsgebouwen. De tramhalte heeft zijn orospronkelijke naam 'Militair Hospitaal' verloren, de halte heet nu 'Duin en Zee'.

Van de Marine blijft er in Oostende enkel nog de mijnenbestrijding over (Eguermin: Ecole de la guerre des mines), niet ver van het Maria-Hendrikapark. Dit is wat er overblijft van de caserne Bootsman Jonsen. Oorspronkelijk was dit een echte caserne met een regiment, maar het regiment werd opgedoekt: er was gewoon te weinig plaats voor een modern regiment.


Het Eguermin gebouw is nog in gebruik

Historiek caserne Bootsman Jonsen

De militaire basis ontstaat tijdens het nederlands bewind (1815-1830). De bedoeling is Oostende te beschermen. In 1865 is Oostende geen bastionstad meer en een deel van de toegewezen gronden worden gebruikt om een park aan te leggen (de Bois de Boulogne, die later Maria-Hendrikapark zal heten). Het idee is dat men gemakkelijker een park terug kan ombouwen tot caserne, dan huizen en appartementen afbreken om de caserne te vergroten.

Het officiersmess wordt opgericht tussen 1908 en 1911, het is nu ook een beschermd monument. Het is één van de laatste creaties van Louis Delacenserie. Het gebouw wordt nu gebruikt als refter voor Eguermin.

In het interbellum wordt de caserne gebruikt door het 3de linieregiment, de naam van de caserne wordt generaal Mahieu, een generaal die in de eerste wereldoorlog gestreden heeft.

De duitsers gebruiken de militaire basis in de tweede wereldoorlog. Er is nog een duitse bunker op het terrein van de caserne. Het is één van de meest indrukwekkende bunkers, met een lengte van 48m en een breedte van 8.5m. De muren uit gewapend beton zijn minstens 1.5m dik. De bunker die bijna volledig onder de grond ligt wordt als beveiligde telefooncentrale gebruikt (zoals in Wenduine). De bunker is beschermd zoals alle bunkers uit de tweede wereldoorlog.

Na de oorlog wordt de basis tijdelijk door de Engelsen gebruikt. België dat pas bevrijd was had geen eigen leger, maar werkte samen met de Engelsen. Een ander voorbeeld van de nauwe samenwerking is de mars van de parachutisten (geschreven door Pieter Leemans in 1946) die eveneens door Engeland gebruikt wordt (SAS: Special Air Services).

Het wordt één van de eerste basissen van de nieuw opgerichte Zeemacht. In 1956 wordt het Eguermin-gebouw opgericht. Het opruimen van de mijnen was (en is nog steeds) een belgische specialiteit.

In 1972 krijgt de basis een nieuwe naam en wordt de caserne bootsman Jonsen. Charles Jonsen ging in 1941 werken bij de Belgische sectie van de engelse Royal Navy. Hij werkte als ontmijner en stierf in september 1944 tijdens een ontmijningsaktie op de Schelde.

De verschillende diensten van de Zeemacht worden overgeplaatst naar Zeebrugge vanaf 1976. De Zeemacht wordt een deel van de belgische strijdkrachten en krijgt een nieuwe naam: de Belgische Marine. In Zeebrugge is er ruimte genoeg voor de verschillende schepen: mijnenjagers, fregatten en ondersteuningsschepen.


Mess van de officieren (geklasseerd)
Wordt nu gebruikt als eetzaal

In 2013 toen ik eens rondliep in wat er nog overbleef van de vroegere caserne merkte ik duidelijk dat die niet meer gebruikt ging worden. De caserne lag er verlaten bij, enkel het gebouw van Eguermin en de mess worden nog gebruikt. Eguermin is een internationale samenwerking tussen Nederland en België (beide landen gebruiken dezelfde schepen). Ook de fransen hebben dezelfde mijnenjagers, maar die werken liever alléén. De opleiding gebeurt in Oostende en Zeebrugge, ook voor de nederlandse militairen.

Op het terrein van de caserne is er ook een onderzoekscentrum die de gegevens en laboratoriumstalen van de Belgica moet verwerken. De Belgica is een belgisch schip die door de Marine wordt beheerd (de bemanning zijn militairen), maar die voornamelijk voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt wordt.

Een groot stuk van de terreinen werden aan de stad Oostende verkocht in 2009. De afbraak van de caserne is gepland voor 2013, maar gebeurde pas in 2016. Er worden nu appartementsgebouwen (weeral) neergepoot.

Als laatste foto, een luchtfoto van Oostende in de jaren '90 met de vismijn (wordst afgebroken en vervangen), de marinebasis van Oostende met de werkplaatsen en de maalboot (Regie voor Maritiem Transport). Van dit alles blijft er niet veel meer over...

Ondertussen is bekend geraakt dat wat er overblijft van de caserne gesloten zal worden. Eigenlijk was dit al lang te verwachten, want wat blijft er nog over van de caserne? Eguermin zal naar Brugge verhuizen (waar de rest van de opleiding gegeven wordt) terwijl het laboratorium (dat toch al lang niet meer gebruikt werd) eventueel naar Zeebrugge kan, daar waar de Belgica normaal gelegen is.

Het is spijtig dat Eguermin, dat vroeger zeer bekend was zal sluiten: het was een referentiecentrum voor de mijnenbestrijding. Maar er werd niet meer geïnvesteerd in de gebouwen en de apparatuur, het aantal leerlingen was te beperkt om de school te rechtvaardigen.

Publicités - Reklame

-