Mijnenjagers
Chasseur de Mines Tripartite
TechTalk

-

-

Het is niet omdat de oorlog gedaan is (al 75 jaar...), dat de mijnenjagers geen nut meer hebben. Tegenwoordig (2020) worden ze ingezet om na te gaan of de plaatsen die voorzien zijn om windmolens te zetten vrij zijn van mijnen. De bodem zit op ongeveer 20 meter en moet een effen deklaag krijgen waarop de struktuur van de windmolens geplaatst wordt. Het is weinig waarschijnlijk dat de mijnen nog zullen reageren op de verandering van het magnetisch veld, maar ze kunnen wel ontploffen bij schokken.

Historiek

De Belgische marine heeft een uitstekende reputatie opgebouwd wat betreft het bestrijden van zeemijnen. Vanaf september 1944 moet de Noordzee, de Schelde en de binnenwateren mijnenvrij gemaakt worden. Dit gebeurt eerst met mijnenvegers van Amerikaanse makelij MSO (Mine Sweeper Ocean). Voor de kustwateren werden er specifieke mijnenvegers gebruikt (MSC: Mine Sweeper Coastal), terwijl de Schelde vrijgemaakt werd met MSI schepen (Mine Sweeper Inshore). Deze laatste schepen werden na de oorlog in België gemaakt.

Het type MSO zal als basis dienen voor de huidige generatie mijnenjagers (CMT: Chasseur de mines tripartite). Tegenwoordig gebruikt men eerder de meer algemenet benaming MBV of mijnenbestrijdingsvaartuig nu dat Frankrijk geen deel meer uitmaakt van de tripartite.

Meer informatie over de bouw van de CMT's kan u hier vinden. Foto's van de Nederlandse Marine bij de bouw van de CMT's.

De opleiding gebeurt in Oostende (Eguermin). Het is een samenwerking tussen België en Nederland. Het onderhoud van de mijnenjagers gebeurt uitsluitend in Zeebrugge. De vorige werkplaatsen (Antwerpen en Oostende) zijn allemaal gecentraliseerd in Zeebrugge.

Zeemijnen

De zeemijnen die gelegd worden zakken naar de bodem (mijnen voor ondiepe wateren), maar er bestaan ook verankerde mijnen die op een paar meter onder het wateroppervlakte drijven. Drijvende mijnen zonder verankering worden bijna niet meer ingezet.

De mijnen reageren op een verstoring van het magnetisch veld, maar er zijn ook mijnen die op het geluid reageren (het geluid plant zich zeer goed in het water). Daarom moeten de mijnenvegers niet alléén magnetisch onzichtbaar zijn, maar mogen ze ook geen geluid maken.

Bepaalde types mijnen die op grote diepte gelegd worden komen los van hun anker als ze een schip horen naderen. De mijnen stijgen naar het oppervlakte en ontploffen als er een schip nabij vaart. Er bestaan ook torpedo-mijnen die in rust op de bodem liggen en geactiveerd worden door het geluid van een voorbijvarend schip. Eenmaal geactiveerd gaan de torpedo-mijnen hun doel automatisch opzoeken.

Mijnenveger of jager?

Het klassieke vegen wordt niet meer toegepast (ketting tussen twe schepen). Mijnenvegers varen over de mijnen heen en brengen ze tot ontploffing eenmaal voorbij. Om dit te doen trekken ze een speciale boei achter zich die uitgerust is met een luidruchtige motor en een magnetische kring om het aards magnetisme te verstoren. Dit is een gevaarlijke operatie, want de mijnenvegers moeten eerst zelf over de mijnen varen. Daarbij komt nog dat de mijnen ingesteld kunnen worden om te reageren op de tweede, derde of zoveelste overvaart.

De mijnenjagers gaan aktief op zoek naar mijnen. De sonar waarover ze beschikken is in staat onderwerpen te detecteren die minder dan 10cm groot zijn. Het betreft hier zowel onderwerpen die op de bodem liggen als onderwerpen die verankerd hangen. De gevoeligheid van de sonar hangt van de toestand van de zee en van de temperatuurgradient van het zeewater (die is in het algemeen gunstiger 's nachts).

Eenmaal dat er een mijn gevonden wordt, wordt die tot ontploffing gebracht. Daarvoor kan men bijvoorbeeld een kleine aangepaste torpedo gebruiken.

Eigenschappen van de schepen

De mijnenvegers en mijnenjagers moeten magnetisch onzichtbaar zijn zodat ze het magnetisch veld van de aarde niet verstoren. Ze moeten ook zeer stil opereren zodat ze niet door magnetische en accoustische mijnen gedetecteerd kunnen worden. Als er mijnen gedropt worden in een gebied, worden de mijnenjagers als eerste in het gebied gestuurd om de mijnen te localiseren en te vernietigen.

Enkel mijnenvegers en jagers hebben een degaussing installatie aan boord. Hoe meer het schip metaal aan boord heeft, hoe moeilijker het wordt om het schip onzichtbaar te maken. De mijnenjagers zijn dan ook zeer gespecialiseerde schepen.

De bedoeling van de degaussing installatie is de magnetische handtekening van het schip zo klein mogelijk te maken, zodat die nauwelijks zichtaar is boven de ruis. De bekomen handtekening komt meer overeen met die van een rubberboot dan met die van een militair schip.

Om het geluid en magnetische storing te beperken staan de schepen zeer hoog op het water, met electrogeengroepen die boven het waterniveau geplaatst worden (de magnetische storing verminderd met de afstand). Om het schip te stabiliseren is die uitgerust met een stabilo: dit is een enorme zuiger die de brandstof van de ene tank naar de andere stuwt om zo het slingeren te beperken.

Tijdens het jagen wordt de dieselmotor stilgelegd en vaart men met electrische motoren (e-vaart). Het schip beschikt over drie generatoren (gasturbines) die weinig lawaai maken. De schroeven van de electrische motoren zijn zo ontworpen dat ze nauwelijks geruis produceren (cavitatie). Tijdens de e-vaart wordt de hoofdschroef in zeilstand gezet om minder drag te veroorzaken.

Voordat het schip op missie gestuurd kan worden moet het via een "ranging" installatie passeren. Deze installatie bestaat uit een rooster met detectoren die op kleine diepte vastgeankerd worden. Als het schip over deze detectoren vaart wordt de magnetische en accoustische handtekening van het schip opgetekend. Deze handtekening is top secret en wordt in de brandkoffer van het schip bewaard.

Indien nodig worden de parameters van de degaussing aangepast. Soms moeten er accessoires verwijderd worden: de nederlandse schepen hebben vaak een fitness ruimte (met metalen gewichten)... De storing van kleine toestellen zoals hifi-ketens (met luidsprekers met sterke magneten) vermindert snel met de afstand, maar die van grote apparaten zoals motoren, ankerwinch, enz... blijft detecteerbaar op grote afstand. Daarom beschikken de grote apparaten over een eigen degaussing.

De mijnenjagers zijn uiterst wendbaar. Naast de hoofdaandrijving (dieselmotor van 1370kW) beschikken de mijnenjagers over twee electrische motoren. De ophanging van de motoren dient als roer. In de boeg zijn er nog twee extra motoren zodat het schip ter plaatse kan keren of op lokatie blijven bij zijwaartse wind of stroming.

De mijnenjagers beschikken over een luik in het midden van het schip zodat de duikers gemakkelijk in het water kunnen zonder over boord te moeten springen. Indien er duikers aan boord zijn, dan wordt er ook een speciale container met hyperbare caisson geladen. Bij ongeval of oorlogsituatie kunnen de duikers plaatsnemen in het caisson en wordt de correcte decompressie doorlopen. Het voordeel van de caisson is ook dat bij normale operaties de duikers niet in het water moeten blijven, maar dat het schip verder kan varen met de duikers in het caisson.

Deze schepen zijn multifunctioneel en kunnen voor verschillende taken ingezet worden. Er staan altijd een paar schepen paraat in Zeebrugge (met de bemanning aan boord) om te kunnen uitrukken in geval van nood (schipbreuk op de Noordzee). België zal echter binnenkort patrouilleschepen (Castor & Pollux) aankopen die beter geschikt zijn voor deze specifieke taak.

Onderhoud

De schepen worden regelmatig bijgewerkt: de electronica wordt verniewd (nieuwe sonar, nieuwe radar,...) Het is goedkoper het schip goed te onderhouden en aan te passen dan om regelmatig nieuwe schepen te moeten kopen: de polyester romp is immers onverslijtbaar.

Het enig systeem dat nog origineel is, is de degaussing installatie (en een gedeelte van de diesel-propulsie). In de handel kan men gemakkelijke een nieuwe radar of sonar vinden, een Inmarsat satelliettelefoon of een nieuwe generator, maar een degaussing installatie moet echt op maat gemaakt worden. Zolang het origineel systeem goed werkt is er geen reden om die te vervangen, dit zou trouwens veel te duur uitkomen. De degaussing installatie bestaat uit een controle-kast en wikkelingen die op verschillende plaatsen op het schip aangebracht worden, en die de magnetische verstoring neutraliseren.

Het is vaak zo dat de originele electronische installaties gemakkelijker te herstellen zijn dan de nieuwe installaties. De electronica van de aandrijving bestaat uit een kast vol electronica (op amps, CMOS poorten uit de 4000-reeks en rode leds). De electronica werkt betrouwbaar, en als er een defekt is, wordt de fout op component-niveau hersteld. Nieuwe apparaten kunnen vaak niet meer hersteld worden en zijn reeds "obsolete" na twee jaar, want er worden onderdelen gebruikt die niet-standaard zijn. Het volledig toestel vervangen is vaak de enige oplossing.

Het onderhoud van de mijnenjagers gebeurt uitsluitend in Zeebrugge (ook van de Nederlandse schepen). De marinebasis van Zeebrugge bevat 4 plaatsen waar de schepen onderhouden kunnen worden (drie staanplaatsen staan in een loods). De schepen worden uit het water gehaald en op een speciaal wagon getransporteerd tot de loods. Deze operatie is te zien op de verschillende foto's.

Eenmaal om de 6 jaar is er een groot onderhoud. De motoren worden volledig uit elkaar gehaald. Bij de huidige onderhoudsbeurt wordt de stroomgenerator vervangen door een zwaardere exemplaar. Daarbij moeten natuurlijk ook alle meetapparatuur vervangen worden (stroomtransfos, omzetters en aanduiders).

Publicités - Reklame

-