Distributienetwerk
Transport en verdelingsnetwerk
Distributienetwerk
|
---|
Dit netwerk zorgt voor de stroomverdeling aan de gebruikers (zowel industrie als particulieren) en bestaat uit twee delen: een middenspanningsdeel (tot 50kV) en een laagspanningsdeel. De middenspanning bedraagt 36kV in België, de spanning wordt in onderstations verder verlaagd tot 11 en 6kV. In de wijken zorgt een buurttransformator voor de laagspanning voor de residentiele klanten.
In tegenstelling met het transportnetwerk heeft het distributienetwerk een boomstruktuur. Zelfs als een lijn uit twee transformatoren gevoed kan worden zoals de 36kV-lijn Oostende-Zeebrugge, dan toch zorgt men voor een onderbreking halverwege om egalisatiestromen te vermijden. De onderbreking kan desnoods ongedaan gemaakt worden als er door werkzaamheden of een ongeval ergens anders een onderbreking is ontstaan, zodat de volledige zone toch spanning kan krijgen. Niet alle distributienetwerken hebben zo'n beveiliging.
Het laagspanningsnetwerk volgt het stratenplan om alle gebruikers van stroom te voorzien. De residentiele gebruikers en de kleine bedrijven worden gevoed via het laagspanningsnet. Ze kunnen een beperkte produktie hebben (zonnepanelen of kleine windmolens). De produktie moet beperkt zijn.
Grote stroomverbruikers worden op het middenspanningsnet aangesloten (doorgaans 36kV, maar lagere of hogere spanningen zijn mogelijk). Dit zijn grote fabrieken, hospitalen, legerbasissen en dergelijke. Sommige sites hebben eigen generatoren die ingezet kunnen worden in bepaalde omstandigheden:
- Om het eigen piekverbruik te beperken (peak shaving). De generator wordt enkel gebruikt als het eigen verbruik tijdelijk boven de limiet geraakt (waardoor de consument een extra kost moet betalen). De werking is interessant als de generatorenmet rest-brandstoffen gevoed kunnen worden, bijvoorbeeld hoogovengas of cokesgas bij staalfabrieken.
- Als noodgenerator bij een stroomonderbreking (militaire basissen, hospitalen). De genrator werkt hier in eilandbedrijf en wordt weer uitgeschakeld als de spanning terug gekeerd is.
- Om permanent energie op het net te steken, dit is bijvoorbeeld het geval bij een bedrijf met een grote hoeveelheid zonnepanelen of een bedrijf die aan co-generatie doet (de restwarmte van productieprocessen wordt bijvoorbeeld gebruikt om energie op te wekken).
Generatoren van welk type ook mogen geen energie steken in een uitgeschakeld netwerk (stroompanne). Zou een generator dat wel doen, dan wordt het terug normaal inschakelen van de voedingsspanning onmogelijk gemaakt (het lokaal netwerk met de generator en het distributienetwerk zijn immers niet gesynchroniseerd).
Het distributienetwerk wordt beheerd door intercommunales, in Vlaanderen is dat Fluvius (die ook voor de gasverdeling zorgt). Als consument heb je geen contact met de intercommunale: je hebt een contract met een bedrijf zoals Engie die voor de afhandeling zorgt.
Grote stroomverbruikers (250kW tot 10MW) worden op het distributienetwerk aangesloten via een eigen transformatiecabine. Hieronder kan je het schema vinden van de oude transformatiecabine in de marinebasis van Zeebrugge (niet meer actueel).
De stroomtoevoer gebeurt via twee 36kV lijnen. Er zijn drie transformatoren 36/6kV. In een anatal gebouwen wordt de 6kV dan omgezet naar laagspanning 400/230V (driefasig met neutre). Als je het schema volgt, dan merk je dat een deel van de installatie een lus vormt. Het is niet omdat er een lus aangelegd werd, dat de lus ook gesloten moet zijn.
De basis beschikt eveneens over een noodaggregaat.
We hebben hier te maken met een NATO basis, zodat men ook een 60Hz netwerk heeft. Het 60Hz netwerk wordt gevoed uit drie roterende omvormers die 6.3kV leveren. De spanning wordt lokaal omgezet naar 450V 60Hz (driefasig zonder neutre).
Men gebruikt een tussenspanning van 6kV of 6.3kV omdat de basis redelijk uitgestrekt is en er zware verbruikers zijn (scheepslift, schepen,...). Een mijnenveger heeft een maximaal verbruik van 160kW op 450V. Met een niet al te gunstig arbeidsfactor komt dit overeen met een stroom van 250A per schip.
|