De grote stroomgeneratoren zijn universeel gemaakt: ze kunnen overal ingezet worden. Maar hoe worden ze aangesloten? We leggen het allemaal uit: hoe een driefasige generator aansluiten op een driefasige belasting, een monofasige belasting. In de Verenigde Staten worden generatoren soms anders aangesloten. |
-
Op deze pagina's hebben we het over redelijk grote generatoren (vanaf een vermogen van bijvoorbeeld 50kW): deze generatoren zijn universeel inzetbaar en hebben geen monofasige en driefasige prisen: je moet de kabels aan de generator zelf aansluiten.
De alternatoren voor een laag vermogen hebben meestal 3 spoelen (en dus 6 aansluitingen), deze alternatoren hebben een klemmenstrook zoals motoren, maar het is niet de bedoeling dat de de stroom vanaf dit punt aftappen (de klemmenstrook kan enkel gebruikt worden ter controle om de spanning te meten). Voordat de gebruikers bediend kunnen worden loopt de stroom eerst naar een schakelkast met zekeringen. Er is soms een schakelaar om de uitgang te schakelen tussen "uit", "ster" en "driehoek". Bepaalde kasten hebben een contacteur zodat de belasting pas ingeschakeld wordt als de spanning en frekwentie correct is. Grotere alternatoren hebben 6 spoelen, en dus 12 aansluitingen. Er zijn twee spoelen per pool, en deze spoelen kunnen ofwel in serie ofwel in parallel aangesloten worden (iedere spoel kan een spanning tussen 100 en 120V leveren). De generator kan zowel in ster als in driehoek geschakeld worden. In Europa wordt enkel nog de sterschakeling gebruikt, aangezien deze probleemloos 240 en 400V kan leveren. De sterschakeling heeft ook het voordeel dat er een neutre aanwezig is. De frekwentie van de generator is instelbaar tussen 50 en 60Hz (door de instelling van het motortoerental) en er is een fijnregeling van de spanning, die instelbaar is tussen 100 en 120V per spoel. Op de fasevolgorde indicator geeft de draaizin aan of de fasevolgorde correct is of niet (belangrijk voor motoren). Als de fasevolgorde niet correct is, dan volstaat het twee aansluitingen om te polen. De aanwijzer bestaat uit een klein driefasig motortje met een tandwiel om de rotatiesnelheid te verlagen.
De alternator kan gemakkelijk gecableerd worden voor 120/208V (standaard-configuratie in de Verenigde Staten), maar ook voor 230/400V (Europa). Hoe dit gebeurt leest u in de volgende bladzijden:
Korte samenvatting van de mogelijke aansluitingenAfbeelding rechts:
Men zal soms de aanduidingen "low" en "high" aantreffen bij generatoren met 6 wikkelingen. De low schakeling gebruikt wikkelingen in serie (lage spanning), de high schakeling wikkelingen in parallel (hoge spanning). Hoe de massa aansluiten wordt hier in detail besproken (generatoren, transformatoren van de electriciteitsdistributie en eindgebruikers). De verschillende aansluitingen worden ook uitgelegd: massa, randaarde, neutre, nulgeleider, enz. |
Publicités - Reklame