De driefasige aansluiting wordt het meest gebruikt in Europa. De generator wordt in ster aangesloten zodat men een fasespanning van 230V heeft en een lijnspanning van 400V. |
-
Universele generator
Een generator heeft drie spoelen (dus 6 aansluitingen zoals een driefasige motor), elk gemerkt 230-240V. Vaak zijn de wikkelingen gesplitst, zodat men 115 en 230V kan aftappen per wikkeling.
Universele generatoren hebben 6 spoelen, dus 12 aansluitingen. De spoelen kunnen twee per twee aangesloten worden, in serie om 220-240V te leveren, in oarallel om 110-120V te leveren.
Sterschakeling
De normale aansluiting (zoals wij die kennen) is zeer eenvoudig en levert zowel 230V tussen de neutre en fase (de klassieke enkelfasige aansluiting) en 400V tussen de fasen onderling. Dit is de bekende ster-aansluiting (meestal aangeduid 230/400V). De enkelfasige belastingen moet zo goed mogelijk verdeeld worden tussen de drie fasen (P1, P2 en P3), daarom zijn generatoren altijd uitgerust met een stroommeter op de drie fasen (zie voorbeeld rechts, dit is een generator van 1.000 kVA nominaal (850kW), daarmee kan je tot 200 europese gezinnen van stroom voorzien. Enkel bij een evenwichtige belasting kan het nominaal vermogen effektief geleverd worden. De generatoren die een hoog vermogen leveren hebben een lijnspanning van bijvoorbeeld 6 of 6.3kV zodat de diameter van de wikkelingen en de kabels dunner gekozen kan worden. Een 1MW generator (330kW per fase) levert een stroom van 1400A per fase zodat de kabels heel dik moeten zijn. Gebruikt men een spanning van 6kV, dan bedraagt de stroom minder dan 100A en kunnen de kabels dunner uitgevoerd worden. De spanning van 6kV wordt dan op de verschillende verbruikplaatsen verlaagd met een driefasige transformator, men gebruikt hier indien mogelijk een zig-zag aansluiting aan secundaire kant om de belasting beter over de verschillende fasen te verdelen. |
Publicités - Reklame