Dynamos die een hoog vermogen moeten leveren worden uitgerust met compensatiewikkelingen, terwijl dynamo's van gemiddeld vermogen uitgerust worden met commutatiepolen. |
-
Compensatiespoelen en commutatiepolen
dynamo staat hier. Op deze pagina zal je ook de eerste afbeeldingen aantreffen.
De rotor produceert een sinusvormige wisselspanning. Deze spanning wordt geďnduceerd door de stator. Omdat de stator vaststaat, is ook de positie van de geďnduceerde spanning vast. De koolborstels pikken deze spanning op als die het hoogst is.
De koolborstels tappen de spanning af aan het topje van de sinus: daar is de spanning het hoogst, maar er is een bijkomend voordeel: er is een relatief laag spanningsverschil tussen twee lamellen van de collector (rood: spanningsverloop over de koolborstel). De koolborstel (zwart getekend) maakt altijd contact met meerdere lamellen (meestal drie bij dynamos die een lage spanning opwekken)..
Als de positie van de koolborstels ten opzichte van de neutrale lijn niet correct is, dan is de afgenomen spanning niet maximaal, maar loopt er ook stroom tussen de onderlinge lamellen via de koolborstel. Maar het magnetisch veld in de rotor volgt niet de positie van de polen van de stator. De fasefout hangt af van de snelheid van de dynamo en van de belasting.
De stroom door het anker produceert een eigen magnetisch veld, en die werkt in op het veld van de stator. Daardoor verschuift het magnetisch veld, afhankelijk van de belasting. De eerste industriële dynamo's die gebruikt werden voor de straatverlichting en galvanoplastie (constante belasting) hadden geen compensatie nodig. De borstels werden manueel ingesteld bij de nominale belasting. Als de belasting wegviel, dan produceerden deze dynamo's zoveel vonken dat de borstels snel vernietigd werden.
Beperking (invloed) veldreaktieEen eerste mogelijkheid is de luchtspleet te vergroten aan de zijkant van de polen. Men kan hetzelfde effekt bekomen door een stuk van de lamellen van de poolschoen af te snijden en de poolschoenen alternerend te monteren. Het resultaat is een grotere reluctantie aan de zijkanten van de poolschoenen (vermindering van het magnetisch veld). Een verschuiving van de neutrale lijn heeft nu minder effekt (minder vonkvorming). Deze systemen veroorzaken slechts een vermindering van de ankerreakties en bij grote dynamo's is het effekt onvoldoende. Men moet dan meer drastische maatregelen nemen.
CompensatiewikkelingenDe compensatiespoelen worden gevoed in serie met de belasting en zitten gemonteerd op de hoofdpolen zelf. Omdat dit een complexe constructie is worden compensatiewikkelingen enkel bij zeer grote dynamo's gebruikt.
CommutatiepolenDe commutatiehulppolen zitten tussen de hoofdpolen en zijn zeer dun (ongeveer even dik als de koolborstels). De wikkeling bestaat uit een paar serie-wikkelingen, want deze polen worden eveneens gebruikt om de verschuiving van de neutrale lijn ten gevolge van belastingsveranderingen tegen te werken (middelgrote installaties). Indien de dynamo compensatiewikkelingen heeft, dan worden de commutatiehulppolenpolen enkel gebruikt om de commutatie te verbeteren en worden ze gevoed met een vaste spanning. In electrische schemas van installaties die dynamos en gelijkstroommotoren gebruiken zal men vaak de compensatiewikkelingen en -polen niet aangeven om het schema niet te verzwaren. Deze wikkelingen worden bij de fabricage berekend en maken inherent deel uit van de dynamo. De compensatie wordt niet bijgesteld want die hangt af van de dynamo zelf. Ook de snelheidsvariaties van de dynamo veroorzaken een verschuiving van het magnetisch veld. Daarom zal men altijd een dynamo aan een vaste snelheid laten draaien. In dit geval is de dynamo gekoppeld aan een alternator die noodgedwongen aan een vaste snelheid moet draaien.
Is er een verschil tussen compensatiewikkelingen en commutatiepolen?
Een dynamo kan ook als versterker gebruikt worden: men stuurt een laag vermogen door de veldwikkeling en men bekomt een veel sterkere stroom door het anker. Bepaalde dynam's zijn speciaal gebouwd als versterker: dat zijn de amplidynes en metadynes.
GelijkstroommotorenNaast dynamos hebben ook gelijkstroommotoren commutatiepolen nodig (dit hangt af van het vermogen). De commutatiepolen worden gevoed in serie met de rotorwikkeling (anker) en compenseren zo de ankerreaktie. De ankerreaktie hangt immers af van de stroom door de rotor.Men ziet achtereenvolgens een motor met twee polen, een motor met vier polen en een motor met polen en commutatiepolen. De noodzaak van commutatiepolen wordt groter met het aantal polen en met het vermogen dat geleverd moet worden. Om het geleverd vermogen te verhogen is men geneigd meer polen te gebruiken, want ieder paar polen gedraagt zich als een zelfstandige motor. Bij motoren die een constante belasting hebben heeft men geen compensatiepolen nodig, maar kan men de positie van de koolborstels manueel aanpassen. De positie is juist als de vonken minimaal zijn. Valt de belasting weg, dan produceren deze motoren enorm veel vonken. Een gelijkstroommotor gebruikt meestal een shuntwikkeling, waardoor de motor aan een redelijke constante snelheid draait, ongeacht de belasting. Het koppel (dat van de veldwikkeling afhangt) is redelijk constant ongeacht de motorsnelheid. Een seriemotor kan een hoger koppel leveren, maar de snelheid hangt sterk af van de belasting. Tractiemotoren waren vroeger altijd seriemotoren vanwege het hoge koppel bij stilstand. |
Publicités - Reklame