Andere printers

Deze printers worden echter nog vaak gebruikt: als controle-middel bij productieprocessen worden vaak matrixprinters ingezet die gevoed worden met kettingpapier. In deze industriele omgeving weegt het geluid dat deze printers maken niet op tegen de voordelen van een dergelijke printer: extreem betrouwbaar, lage onderhoudskosten en een lint die goed is voor zo'n 100.000 bladzijden. In tegenstelling met een laserprinter kan je blijven printen als de inkt op is: de afdruk is enkel minder goed leesbaar. Deze printers vragen ook geen onderhoud.

Er zijn twee systemen impactprinters in omloop: de printers met voorgevormde tekens en de naaldprinters.

Printers met voorgevormde tekens

De printer met voorgevormde tekens waren de eerste printers, zoals de schrijfmachines met de bekende IBM "bol". Impactprinters met de letters op een ketting werden gebruikt in computercentra om snel teksten te printen (afdruksnelheid ongeveer één regel per seconde naargelang de hoeveelheid tekst op de regel).

Dergelijke printers zal je enkel nog aantreffen in kantoor rekenmachines met ingebouwde printer (zie afbeeldingen rechts). De lint gaat tientallen jaren mee en in tegenstelling met printers met thermisch papier kan je in twee kleuren printen. De tekens zijn permanent op een printkop aanwezig en het wisselen van het lettertype is niet mogelijk (voor een rekenmachine is dit niet echt nodig, zelfs als je plots in het romeins zou willen rekenen).

Naaldprinters

De naaldprinters worden ook matrixprinters genoemd omdat de tekens gevormd worden door een matrix, bijvoorbeeld van 7 op 9 puntjes. Matrixprinters hebben 9 of 24 naalden (een inktjet heeft een honderdtal spuitmondjes).

De printerkop van een naaldprinter (24 naalden)

De naalden worden uit de printkop geduwd en slaan met volle kracht op het lint en papier.

De andere kant van de printkop (met deksel verwijderd). De naalden worden aangedreven door kleine electromagneten. Er zijn 24 ankers.

Rechts: de electromagneten (solenoides), de krans met ankers is verwijderd.

Twee van de spoelen zijn verwijderd op deze laatste afbeelding. Om de verliezen door foucaultstromen te beperken bij het snel schakelen van het magnetisch veld gebruikt men kernmateriaal uit ferriet.

Het is niet mogelijk halftonen te printen, maar er kan soms in verschillende kleuren geprint worden als de printer daarop voorzien is en er een aangepaste lint gebruikt wordt.

Het printen gebeurt één regel met een keer, de printer wacht tot een volledige regel in de printerbuffer opgenomen is vooraleer het printen te starten.

De printer heeft normaal één lettertype en er kan vet gedrukt worden door tweemaal op dezelfde plaats te printen. De firmware geeft aan welke naalden achtereenvolgens geactiveerd moeten worden bij het printen van een teken.

Bij sommige printers kan er breed of smal geprint worden door de printkop sneller of trager te laten bewegen.

Sommige printers kunnen ook grafisch printen, de computer geeft dan door welke naalden geactiveerd moeten worden. Het is dan mogelijk andere tekenreeksen te printen (die niet aanwezig zijn in de firmware), maar het is ook mogelijk figuren af te drukken.

De grootte van de letters is niet meer gebonden aan de grootte van de printkop, maar grote letters kunnen bijvoorbeeld geprint worden in opeenvolgende doorgangen.

De matrixprinters werden vervangen door inkjetprinters die een honderdtal spuitmondjes hebben, daar waar een matrisprinter maximaal 24 naalden heeft. De manier waarop de letters gevormd worden is identiek. De inkjetprinters kunnen ook niet de grootte van de inktdruppels bepalen, de densiteit van de afdruk wordt bepaald door het aantal inktpuntjes per oppervlakte eenheid.