-
“Mijn hifi-versterker van tweemaal 100W is toch zwaar genoeg om muziek te leveren aan een volledige restaurant?” Voor een restaurant is een compander zeker aangewezen, zodat de muziek altijd op een gemiddeld vermogen klinkt. Te zwakke passages worden niet gehoord en te sterke passages storen. Er bestaan opnames (CD en MP-3) die reeds vooraf gecomprimeerd zijn voor gebruik in de horeca. Als gevolg van de compressie is het gemiddeld vermogen hoger dan bij een huiskamerinstallatie. In tegenstelling met hifi-versterkers zijn professionele omroepversterkers gebouwd om continu een vermogen van 100W te leveren (50% van het nominaal vermogen). Een hifi-versterker voor thuisgebruik is berekend om continu 35W te leveren. Op de huiskamer-versterker kan je hoogstens twee paar luidsprekers aansluiten, waardoor je geen evenwichtig geluidsniveau kan bekomen in je handelszaak. Voor de sonorisatie van een restaurant zijn er vaak 10 of meer luidsprekers nodig. Het is zeer moeilijk de correcte aanpassing te bekomen, waardoor de verterker niet optimaal belast wordt.
100V systemen Wat is het verschil met een gewone installatie? Bij professionele geluidsinstallaties voor sonorisatie en public address hebben wij het meestal over een versterker die muziek en spraak doorgeeft aan meerdere luidsprekers (in een horecazaak of winkel). Consumententoestellen zijn berekend om één à twee paar luidsprekers aan te sturen.
Versterkers en luidsprekers moeten op elkaar afgestemd zijn. Op een versterker met uitgangsimpedantie van 8 ohm kunnen er enkel boxen van 8 ohm (of meer) aangesloten worden. Bij luidsprekers van 8 ohm is de aanpassing optimaal, bij hogere waarden wordt de versterker niet optimaal belast. Technici lossen het probleem van de moeilijke aanpassing op door de luidspreker-uitgang van de versterker in een 100V-systeem uit te voeren. Op de luidsprekers zelf kan je het opgenomen vermogen selecteren, waardoor de belasting optimaal ingesteld kan worden voor één, tien of honderd luidsprekers. Door de hogere spanning zijn er ook minder verliezen in de kabels. Meer informatie over de 100V systemen via de link (er worden ook nog andere spanningen gebruikt). De luidspreker voor inbouwmontage heeft een instelling van het vermogen. Om het vermogen van de versterker te bepalen telt men alle vermogens op ene voorziet men een marge van 30 à 50% vermogensreserve.
Aangepaste versterkersTegenwoordig zal men ook versterkers vinden zonder uitgangstransfo. Een uitgangstransfo verbruikt ongeveer 10% van het vermogen en veroorzaakt lichte vervormingen. Moderne transistoren zijn in staat het nodige vermogen te leveren op hoogspanning. Versterkers die verschillende uitgangsspanningen hebben moeten uitgerust worden met een transfo.
Compander
Bij de beste versterkers kan je de compressie instellen naargelang de bron. Een CD heeft een hogere dynamiek dan een FM-uitzending en moet daarom meer gecomprimeerd worden. De compressie die in deze geluidsversterkers toegepast wordt kan je niet vergelijken met de begrenzing die bijvoorbeeld in cassetterecorders toegepast wordt: compressie werkt geleidelijk, begrenzing is hoorbaar en soms storend (pompend effekt). In de Verenigde Staten wordt er bij bepaalde FM zenders een tweede mono-kanaal aangeboden met muziek voor in de handelszaak, dit is SCA (Subsidiary Communications Authorisation). De 900-reeks van TOA kan uitgerust worden met ingangsmodules met ingebouwde compander: het zijn de modules M-61F voor ingangen op microfoonniveau en U-61S voor ingangen op line-niveau. Deze laatste module kan geschakeld worden om als algemene compander te werken (aktief voor alle ingangsbronnen). Ik heb een aantal versterkers geplaats in grootwarenhuizen. De aanwezigheid van een compressiemodule maakt een wereld van verschil. Doorgaans zijn de versterkers aangepast aan het doel: een aangenaam geluid voor een sonorisatieversterker (instelbare compressie) en een zeer hoog vermogen voor een omroepversterker (met een zachte begrenzer). Goedkopere versterkers (of versterkers voor public address) zijn uitgerust met een soft limiter of zachte begrenzer die het maximaal vermogen beperkt. In feite hebben alle versterkers een "harde" limiter (rode lijn): éénmaal het maximaal vermogen bereikt gaat de versterker clippen en dit klinkt heel onaangenaam. Door de harmonischen die ontstaan kunnen de luidsprekers zelfs defekt gaan. Door een softe limiter te gebruiken gaat men de vermogenspieken beperken zonder dat dit opvalt (groene of blauwe curve). De betere limiters beginnen te werken vanaf bijvoorbeeld 80% van het maximaal vermogen (blauwe curve). Het pompend effekt dat geassocieerd wordt met goedkope limiters treedt daardoor niet op. |
Publicités - Reklame