TechTalk
Root server » TechTalk » FAQ bruingoed » DVB-T DVB-C en DVB-S

DVB of Digital Video Broadcasting

-

-

DVB of Digital Video Broadcasting is de huidige televisienorm. Ons vorig televisiesysteem (PAL) werd in de jaren 50 vastgelegd. Het gebruik van digitale kodeertechnieken levert twee voordelen op:
  • Er wordt minder bandbreedte gebruikt per programma: er kunnen tot 8 televisieprogramma's doorgestuurd worden op één kanaal, of een mix van radio- en televisieprogramma's.
  • De beeldkwaliteit wordt ook beter: storingen zoals spookbeelden (dubbele reflektie) zijn niet zichtbaar in het beeld.
Maar het signaal moet redelijk sterk zijn, anders is er geen beeld. Het is mogelijk dat er geen DVB-T ontvangst mogelijk is op plaatsen waar vroeger wel normaal televisie ontvangst mogelijk was.


Een DVB-T antenne
DVB bestaat in drie uitvoeringen:
  • DVB-T (terrestrial, via de aarde)
    Dit zijn de uitzendingen via de gewone televisiemasten. Dezelfde antennemasten die vroeger gebruikt werden om de VRT en CANVAS uit te zenden, worden nu gebruikt voor DVB-T. Het voordeel van digitale televisie is echter dat alle programma's op één kanaal zitten: stem je af op deze frekwentie, dan kan je de BRT televisiezenders ontvangen (VRT en KETNET, maar ook speciale zenders (SPORZA)) en alle radiozenders (RADIO 1, RADIO 2, KLARA, ... en ook een paar radiozenders die enkel digitaal uitzenden). In totaal zijn tot 8 televisieprogramma's en 17 radioprogramma's mogelijk op die ene frekwentie.

    DVB-T levert in het algemeen betere beelden dan het oude PAL-G. De signaalsterkte moet al redelijk zwak zijn vooralleer dit in het beeld zichtbaar wordt, maar dan valt het volledig beeld plots weg.

    Het is niet mogelijk de antenne te richten op maximaal signaal, want de overgang gebeurt zeer abrupt (zelfs de ingebouwde signaalmeter levert niet altijd een betrouwbare informatie).

    Er bestaan zowel "Free to Air" programma's (die door iedereen ontvangen kunnen worden) als programma's die enkel met een speciale decoder en kaart ontvangen kunnen worden. In Vlaanderen kan men enkel de VRT ontvangen (behalve in de grensstreek). DVB-T wordt verder in detail besproken.

  • DVB-C (cable)
    Dit zijn de uitzendingen via de kabel. De distributiemaatschappijen stappen over van analoog naar digitaal omdat er meer zenders op de kabel gezet kunnen worden. U heeft dat waarschijnlijk gemerkt: bepaalde zenders zijn niet meer te ontvangen zonder speciale decoder (vroeger een kabeltuner, nu zit dat vaak in de televisie zelf). Een kabeltuner is gewoon een DVB-C decoder, maar bij Telenet moet je speciaal een decoder van Telenet gebruiken. Nu hoef je enkel nog de Telenet-kaart in de televisie te steken. In andere landen bestond zoiets niet als een "verplichte decoder van de kabelmaatschappij": in Vlaanderen beschikte Telenet blijkbaar over een bijzonder statuut (toen was het immers een echt "vlaams" bedrijf).

  • DVD-S (satellite)
    Digitale uitzendingen worden ook doorgestuurd via satelliet. Het is belangrijk dat de satelliet zo optimaal gebruikt wordt (een kunstmaan is bijzonder duur). Door televisieprogramma's digitaal te verzenden kan men meer programma's via één satelliet versturen. Ook kan men een kleinere schotel gebruiken, want digitale signalen zijn minder gevoelig voor storing.

    DVB-S is bijzonder geschikt op vakantie, maar men moet opletten als men meerdere satellieten wenst te ontvangen. Dit kan met verschillende schotels, maar ook met één enkele schotel waarop een meervoudige kop gemonteerd staat. Deze meervoudige kop kan echter enkel gebruikt worden in een bepaalde regio: een meervoudige kop die geschikt is voor België kan niet in het zuiden van Frankrijk gebruikt worden (men kan slechts één van de twee satellieten ontvangen).

Nagenoeg alle televisietoestellen hebben een decoder aan boord (die alle normen aankan, DVB-T, DVB-C en soms ook DVB-S). Bij DVB-T en DVB-S moet de voeding voor de antenne of schotel via de antennekabel lopen (phantom-voeding). In de instelling van je decoder of televisie kan je deze voedingsspanning in- of uitschakelen.

televisietoestellen worden nu reeds uitgerust met DVD-decoders
De meeste nieuwe televisietoestellen zijn uitgerust met een DVB-ontvanger

DVB-T

Men heeft nu hetzelfde meegemaakt als in de jaren '70 met de komst van kabeltelevisie: de toestellen van toen waren niet voorzien om alle zenders die op de kabel zaten te ontvangen. Ofwel kon je een externe decoder gebruiken, ofwel kon je televisie aangepast worden. Na een paar jaar waren alle nieuwe toestellen in staat de extra zenders die de kabel te bieden had te ontvangen. Dit waren de televisies met OSCAR-tuners (ITT: Omni System for Cable and Antenna Reception) of S-tuners (Philips).

Indien je televisie geen interne DVB-T decoder aan boord heeft, dan moet je een externe decoder gebruiken. Er bestaan decoders die niet veel groter zijn dan een scart-plug.

Voor de DVB-T ontvangst heeft men ook een antenne nodig. Naargelang de afstand tot de zender moet men antennes met een hogere versterking gebruiken.

  • Woont men relatief dicht bij de zender (10km ongeveer), dan volstaat een gewone binnenantenne zonder versterker (zie afbeelding). Bij ongunstige situatie (gelijkvloers) heeft men een antenne met versterker nodig.
  • Tot ongeveer 30km heeft men een binnenantenne met versterker nodig. De plaatsing moet gunstig zijn.
  • Vanaf 50km heeft men een buitenantenne nodig, of een binnenantenne met hoge versterking die men hoog kan opstellen (in de zolder, bijvoorbeeld).
Het signaal moet sterker zijn dan bij de oude analoge televisie (als je vroeger televisie kon ontvangen met een kleine buitenantenne is dit nu misschien niet meer het geval). Maar dvb-t geeft minder last van multipath (spookbeelden ten gevolge van reflekties).

Een richtingsgevoelige antenne zoals de Yagi-antenne kan noodzakelijk zijn (zoals we die kenden van voor de de komst van de kabeltelevisie). Men kan een oude antenne uit het analoog tijdperk gerust gebruiken (indien die niet volledig doorgeroest is natuurlijk), maar de gebruikte frekwentiebanden zijn natuurlijk verschillend (Voor West-Vlaanderen: Egem kanaal 22 in plaats van 43/46). Alle televisie- en radioprogramma's gebruiken één enkel kanaal: men kan in totaal tot 8 televisieprogramma's doorsturen op één kanaal.

De gebruikte frekwentie ligt hoger dan de normale FM programma's. Als je geen perfecte FM ontvangst van de VRT programma's hebt (klara in stereo zonder ruis), dan is een antenne met versterker noodzakelijk voor DVB-T ontvangst, en dan nog is het niet zeker of je daadwerkelijk signaal zal hebben.

De versterking van de antenne wordt in dB uitgedrukt. De meeste antennes hebben een versterking van 20dB. Indien de decoder geen voeding kan leveren aan de antenne moet je een aparte "power injector" gebruiken.

Hoewel het antennepark niet meer door de VRT wordt beheerd, worden er enkel programma's van de VRT uitgezonden (zowel de radio- als de televisieprogramma's). Het aanbod is dus eerder beperkt zoals je kan zien, maar je mist echt niets als je VTM niet kan ontvangen!

Publicités - Reklame

-