Verschillende soorten lampen
-
Gloeilampen De meest gebruikte lamp is de gloeilamp. Dergelijke lampen zijn goedkoop maar hebben een laag rendement (veel energie wordt in warmte omgezet). De electrische stroom wordt door een gloeidraad gestuurd. Door de opwarming licht de draad op. Bij de fabricage wordt de lucht uit het ballon gezogen zodat er minder warmte-verliezen zijn. Een kleine hoeveelheid inert gas (bijvoorbeeld stikstof) zorgt ervoor dat de gloeidraad niet te snel verdampt. Halogeenlampen zijn een speciale soort gloeilampen in een kleinere behuizing. Het glas is vervangen door kwartz dat tegen een hogere temperatuur bestand is waardoor de lamp op een hogere temperatuur kan werken. Daardoor stijgt het rendement ten opzichte van een gewone gloeilamp (van een paar percenten naar een paar percenten meer). Het ballon wordt gevuld met een halogeen gas dat inert is (de gloeidraad niet aantast). Het halogeengas bindt zich ook aan de metaalmoleculen die van de gloeidraad losgekomen zijnen verhindert zo dat het metaal tegen de glaswand zou neerslaan. Als de lamp uitgeschekeld wordt, wordt het metaal terug afgezet op het spiraaltje. Laag-vermogen halogeenlampen werken allemaal op laagspanning, zodat er een dikkere gloeidraad gebruikt kan worden (de gloeidraad zou anders te snel doorsmelten). Deze lampen vereisen een transfo dat de 230V omzet naar 11.5V.
Een TL-lamp bevat kwik onder lage druk. Als er stroom door de lamp gestuurd wordt, wordt de kwikdamp geïoniseerd. Deze gas geeft UV-straling af dat door de fluorescerende coating wordt omgezet in zichtbaar licht. Een TL-lamp heeft altijd een voorschakelapparaat ("ballast") nodig om een spanning te leveren die hoog genoeg is om de buis te doen aanslaan. Eenmaal dat de buis brandt, zorgt de ballast dat de stroom beperkt blijft. Deze kan in de lamp zelf ingebouwd worden zoals bij de meeste spaarlampen. Spaarlampen gebruiken doorgaans een electronische voorschakelapparaat die veel kleiner gemaakt kan worden. Andere ontladingslampen Een andere soort ontladingslamp is de ontladingslamp waarbij geen lichtomzetting van UV naar zichtbaar plaatsvindt (het rendement kan daardoor nog hoger).
Alle ontladingslampen hebben specifieke voorschakelapparatuur nodig om de hoge spanningspiek te leveren om de lamp te doen ontsteken en nadien de stroom te stabiliseren.
LED lampen worden steeds meer gebruikt in wagens (stoplichten, achterlichten en knipperlichten) omdat ze onverslijtbaar zijn en in taslampen omdat ze weinig verbruiken. De batterij kan de lamp dagenlang van stroom voorzien. "Witte" leds bestaan niet, dat is natuurkundig niet mogelijk (een led zend één enkele kleur uit, rood, geel, groen,...). Een witte led bestaat uit een blauw stralende led, waarbij een deel van het blauw licht omgezet wordt in geel licht door fluorescentie. Het principe van de kleuromzetting is vergelijkbaar met die van de fluorescentiebuizen (TL lampen). De mate van omzetting bepaalt de kleurtemperatuur van de led: koud-wit of warm-wit. Meer informatie over de verschillende soorten lampen is te vinden op de pagina over fotografie. |
Publicités - Reklame