Hoofdindex » Servers » » Een eigen webserver » » Totologie » Uploadsnelheid bij Telenet
Webservers en meer
waarom is de uploadsnelheid van telenet zo laag?
Een eigen webserver?
Telenet is de ideale provider als je een eigen webserver wenst te runnen. In tegenstelling met Skynet dat het PPPoE inbelprotocol gebruikt is de verbinding met het internet altijd "AAN". Van zodra je computer opgestart is kunnen bezoekers je site bereiken. Je IP veranderd ook niet zo vaak. Maar waarom is de uploadsnelheid van Telenet dan zo traag?
-

-

Kabeldistributie

Topologie van het netwerk van Telenet: Klassieke kabeldistributie

Het kabelnetwerk van telenet wordt voorgesteld door de blauwe lijnen (figuur zie lager). Het signaal komt van één punt en wordt verdeeld over een volledig gebied (bijvoorbeeld een volledige stad). Het signaal wordt regelmatig versterkt: dit zijn de lichtblauwe driekhoekjes. Ieder huis heeft een aftakking op de kabel van Telenet (de korte zwarte lijntjes). Deze situatie is ideaal voor het verdelen van radio-en televisieprogramma's: één "zender" stuurt het signaal naar alle aangesloten huizen.
    Voor het internet heeft deze struktuur nogal wat nadelen:
  • Er is geen retourpad: abonnees kunnen geen gegevens terugsturen.
    Toen het kabelnetwerk gelegd werd, werd er geen rekening gehouden met communicatie in beide richtingen.
    Versterkers waren enkel in staat het signaal in één richting te versterken.
  • Alle gebruikers ontvangen dezelfde gegevens.
    Voor gewone distributie speelt dit nauwelijks een rol, want de aangeboden zenders liggen vast voor iedereen.
    Voor internet-toepassingen zou dit betekenen dat het emailbericht dat Janssens ontvangen heeft over het volledig (stads)netwerk verstuurd moet worden, voor het bij Janssens terechtkomt. Het huidig netwerk is daar niet op berekend en zonder speciale maatregelen zou de huidige hoge downloadsnelheid nooit bereikt kunnen worden.

Kabeldistributie + internet

Om internet mogelijk te maken moet het netwerk aangepast worden.
  • Er moet een retourpad voorzien worden
    Dit betekent in het kort dat de versterkers het radio- en televisiesignaal in één richting moeten doorlaten (en zelfs versterken) en terzelfdertijd het uploadsignaal (van de gebruiker naar het internet) moeten doorlaten. Dit is mogelijk door gebruik te maken van bepaalde frekwentiebanden: de laagste banden worden gebruikt voor de upload (5-65MHz), de middelste voor de download (406-445MHz) en de hogere banden voor televisie. En daarom zijn er zoveel zenders van de kabel verdwenen! Ze hebben plaats moeten ruimer voor intereactieve toepassingen.
  • Het netwerk wordt opgedeeld voor wat betreft internet
    Het is technisch niet haalbaar het internet-signaal te verdelen over alle huizen. Daarom wordt het netwerk voor wat betreft internet in stukken verdeeld (de filters zijn de paarse blokken in de figuur). Het filteren gaat eenvoudig omdat de televisiesignalen (dit zijn de enige signalen die verder verdeeld moeten worden) bepaalde frekwentiebanden gebruiken. Voor wat betreft het internet is iedere wijk een gescheiden netwerk. De dikke rode lijnen zijn de optische kabels die gebruikt worden voor de internet-signalen over te brengen van de backbone naar het lokale kabelnetwerk. Eén zone is het licht-gele gebied; de andere zone is lichtblauw gekleurd.

Over de huishoudelijke kabel worden dus drie signalen verdeeld:
Radio- en televisiekanalen
Deze signalen worden verdeeld over het volledige kabelnetwerk. Bij televisie hoort zowel de klassieke televisie als de zenders die via DVB-C verstuurd worden (Digital Video Broadcast-Cable). Voor DVB-C heb je een kabeltuner nodig (sommige TV-toestellen hebben een ingebouwde DVB-C decoder, maar deze kan je niet gebruiken omdat Telenet de programma's versleutelt). Het voordeel van DVB-C is dat er 8 zenders over een klassieke kanaal verstuurd kunnen worden. Deze 8 gedigitaliseerde zenders nemen evenveel "plaats" op de frekwentieband in als een gewone zender. Als het aan telenet lag, dan waren alle zenders digitaal verdeeld! Voor deze toepassingen worden de "hogere frekwenties" gebruikt.
Internet download (downlink)
Deze signalen worden lokaal verdeeld (het lichtgele gebied op de figuur). Voor het internet worden een paar kanalen gereserveerd (ze zijn nog niet allemaal in gebruik; er is dus nog ruimte over). Iedere Telenet-modem is in staat de gegevens te filteren die bedoelt zijn voor een welbepaalde gebruiker. Dit heeft als voordeel dat er geen onnodige bandbreedte verspild wordt. De bandbreedte wordt wel verdeeld tussen een 100-tal gebruikers (met een grote variatie), maar in de praktijk valt dit best mee.
Internet upload (uplink)
Deze signalen worden lokaal verdeeld en de versterkers moeten aangepast worden om deze uplink-signalen door te laten. De uplink gebruikt een kanaal in de laagste frekwentieband. Het uploadsignaal is altijd een probleemgeval geweest.

Probelemen met de uplink

Ten eerste was het netwerk niet berekend op deze "tegendraadse" signalen. De versterkers op de kabel moesten allemaal aangepast worden om dit specifiek uplink-kanaal in de “verkeerde” richting door te laten.

Terwijl er voor televisie en internet download één zender en meerdere ontvangers zijn, is de situatie voor de uplink volledig anders: veel zenders en één ontvanger. Om al deze potentiele zenders in de pas te laten lopen wordt er CSMA/CD toegepast. Een zender zal pas kunnen zenden als het kanaal vrij is (CS: Carrier Sense). Een tweede zender kan echter op hetzelfde ogenblik ook beginnen te zender (MA: multiple access). Dit wordt door beide zenders gedetecteerd (CD: collision Detection). Beide zenders wachten een willenkeurig aantal tijdseenheden, en proberen het dan opnieuw. CSMA/CD heeft echter als gevolg dat de totale beschikbare bandbreedte nooit optimaal benut kan worden. Zonder CSMA/CD zou echter geen uplink mogelijk zijn via de kabel; het is dus een noodzakelijke kwaal.

Omdat er meerdere zenders zijn, is er ook meer ruis aanwezig bij de ontvanger (de technische uitleg hierover zou ons te ver leiden). Het signaal van één zender verdrinkt als het ware in de ruis geproduceerd door de andere eindposten. Dat ze aan het zenden zijn of niet speelt geen rol: de eindposten pikken de ruis (ingress noise of invasieruis) gewoon op uit de omgeving. De enige manier om de ruis te beperken tot aanvaardbare niveau's is door te werken op smalband (aan radio-amateurs moet ik dit niet vertellen!). De invasieruis zit uitgesmeerd over de volledige frekwentieband; door echter slechts een zeer beperkt deel van de frekwentieband te gebruiken beperk je als het ware de ruis. De smalle frekwentieband betekent echter dat er zeer weinig data verstuurd kan worden per tijdseenheid. Samen met CSMA/CD heeft dit dus als gevolg dat de uploadsnelheid veel lager is dan de downloadsnelheid.

Dit is een probleem dat enkel opgelost kan worden door te werken met kleinere cellen: hoe kleiner de cellen, hoe minder kans op "collision" en hoe minder de frekwentieband beperkt moet worden (minder gebruikers=minder ingress noise). Kleinere cellen betekent ook: hogere downloadsnelheid (de beschikbare bandbreedte wordt verdeeld over minder gebruikers), maar in de praktijk wordt de downloadsnelheid beperkt door andere faktoren (toegang tot de internet backbone zelf).

Zelfs als je van een gewone abonnement overschakelt op het office-abonnement (met vast IP en dus bedoeld voor het runnen van servers), toch blijft de upload beperkt: tussen het normaal Telenet-abonnement en het basis Office abonnement is er nauwelijks verschil wat betreft de uploadsnelheid.

Publicités - Reklame

-