Hoofdindex » Servers » » Een eigen webserver » » Hard- en software » » Utilities
Webservers en meer
Nuttige utilities bij je webserver
Een eigen webserver?
Je hebt een aantal nuttige utilities dat je op je PC kan installeren. Je hoeft niet specifiek een server te hebben om ze te gebruiken. Deze drie utilities zitten op nagenoeg al mijn computers. Raadpleeg ook de specifieke pagina over VNC en RDP.
-

-

Remote desktop

Als je over een server-versie van windows 2000 (of 2003) beschikt, dan kan je de remote desktop inschakelen, zodat je de computer kan bereiken van om het even waar via een RDP-verbinding (remote desktop protocol). De remote desktop van windows is superieur aan andere identieke toepassingen zoals VNC, maar je zit met de beperkingen van windows (inloggen). Als je niet moet inloggen op je windows 2000 computer, dan zal je ook niet moeten inloggen via RDP en kan idereen op het internet gebruik maken van je computer!

Overigens is de server versie van windows overbodig. Het bevat een heleboel software dat zeker niet nodig is voor een eenvoudige webserver (DHCP server, DNS server, domein controller, active directory,...). Enkel de remote desktop is de moeite, maar je kan daarvoor in de plaats een VNC gebruiken, dat zeker niet zo efficient is, maar dat wel gratis en voldoende beveiligd is.

XP Pro, dat een evolutie van windows 2000 Server is, heeft wel Remote Desktop aan boord. Het ander verschil met de Home-editie is dat de computer aangesloten kan worden op een domein (zodat file- en printer sharing simultaan ingesteld kan worden voor alle computers van het netwerk), iets wat je normaal enkel in bedrijven zal tegenkomen. XP Pro is daarom de beste recente windows versie als je een webserver wilt runnen (voorzien wel 1GB aan geheugen!)

De remote desktop client (nodig om in te loggen op je serven) zit bij alle recente windows-versies, maar je kan die gratis downloaden van de site van Microsoft.

Naast de desktop kan je ook de lokale printers en folders emuleren op de server (de computer die bestuurd wordt). Dit lukt goed met folders (het uitwisselen van bestanden tussen de computers gebeurt met slepen in windows explorer), maar kan de boel sterk vertragen, zonder dat je een idee hebt hoe lang de operatie zal duren (geen tijdsindikatie). Zelfs heel kleine (een paar kB) bestanden copiëren duurt meerdere seconden, terwijl het in minder dan een seconde had gekund, rekening houdend met de afmeting van het bestand en de internet snelheid.

Om de lokale printer te gebruiken vanaf applikaties op de server moet je op beide computers dezelfde windows versie gebruiken, en moet de printer driver op beide computers geďnstalleerd zijn, anders werkt het niet. Omdat een printopdracht als RAW of als EMF (Enhanced MetaFile) verstuurd wordt vanaf de applikatie kan het lang duren voordat het document uitgeprint wordt. Het is vaak sneller het bestand te copiëren naar de lokale PC (waar de printer staat), om die lokaal uit te printen.

VNC

Een andere en waarschijnlijk vaker gebruikte methode om toegang tot je server via het internet te bekomen is met VNC (virtual network computer). VNC legt een redelijk zware belasting op je server (veel zwaarder dan de webserver zelf), zodat je een recentere PC nodig hebt, minstens een Pentium III.

    Bij beide systemen log je in op de computer en kan je werken alsof je aan de computer zelf zou staan. Er zijn echter grote verschillen tussen beide systemen.
  • Bij Virtual Network wordt je verbonden met het scherm, het keyboard en de muis van het host systeem. Je werkt met dezelfde schermresolutie, en alles wat je doet op de remote is te zien op de host. De client moet (liefst) met een hogere schermresolutie werken dan de host (bijvoorbeeld 1280 * 1024 als de host op 1024 * 768 werkt), zodat de desktop van de server als een venster verschijnt. Over een internet-verbinding is de schermopbouw redelijk traag omdat alle wijzigingen doorgestuurd moeten worden. Het hele gebeuren is wat stroef.

  • Bij Remote Desktop ben je een tweede user die de computer gebruikt. Er wordt een nieuw desktop aangemaakt (met de resolutie van de client, niet de server), en de lokale gebruiker merkt niets van het gebeuren. Enkel de "events" worden doorgestuurd, waardoor alles heel vloeiend gebeurt, zelfs over een trage internet-verbinding.

Diskspeed

Disk Speed van Roadkil is een eenvoudig programma dat de snelheid van je harde schijven meet (lokale copie van het programma). De gemeten waarden zijn absolute waarden (je kan ze dus gebruiken bij het vergelijken van harde schijven).

De gegevens op de eerste figuur zijn van toepassing op een oud systeem (pentium II van 400MHz).

Een wat sneller systeem (PIII 600MHz) uitgerust met dezelfde harde schijf leest 130MB (lineair) en 11MB (random). De gebruikte schijf is een klassieke 40GB schijf.

Mijn huidige server (PIII 733MHz) met dezelfde harde schijf leest 287MB (lineair) en 13MB (random) [afbeelding rechts hieronder] en mijn werkcomputer (AMD dual core 64 bits) leest 380MB lineair en 18MB random.

Waarschijnlijk speelde de overstap van windows 98 naar windows 2000 ook een rol: het is geweten dat de disk access bij windows 98 traag is. Een computer dat zelfs geen 2× sneller is (400 naar 733MHz) kan de schijf geen 10× sneller maken! Ik zal eens een schijf opzoeken met twee bootable partities (win'98 en win'2k).


PIII 733MHz


AMD dual core 64 bits


Zelfde PC met SSD

Ramdom read

De random read is een goede waardemeter hoe snel je harde schijf is (het is vooral de harde schijf dat in deze test het zwaar te verduren krijgt want de koppen moeten continu heen en weer bewegen, je hoort dit trouwens duidelijk tijdens de test). In vergelijking met andere systeemcomponenten is de harde schijf de traagste schakel bij random read.

Om het effect van het gebruikte systeem nog verder te verminderen, kan je de access time gebruiken. Dit is de gemiddelde tijd dat de harde schijf nodig heeft om de kop van een spoor naar een andere spoor te bewegen. Tussen mijn traagste computer en de snelste server is er maar een verschil van 30%.

Lineair read

Bij lineair read zijn er weinig kopbewegingen. De harde schijf wordt daardoor minder zwaar belast: ieder systeemcomponent draagt bij tot de algemene snelheid. Deze test geeft dan ook aan hoe snel je volledig systeem is (harde schijf, IDE bus, DMA controller, processor). Zoals je in het cijfervoorbeeld kan afleiden profiteert vooral de lineair read van een recentere systeem (van 22 tot 380MB).

Bij lineair read speelt ook de rotatiesnelheid van de harde schijf een rol: hoe sneller de schijf draait, hoe sneller er gegevens gelezen kunnen worden. Een sneller draaiende schijf maakt echter meer lawaai en verlijt ook sneller, vooral in een server die continu blijft draaien. De harde schijf laten stoppen als ie niet gebruikt wordt (dat zit in je systeembeheer, bij stroom management) is ook niet aangeraden, want dan is je server 'dood' gedurende de tijd dat de harde schijf weer op toeren moet komen als er een aanvrag binnenkomt. Ook is het voortdurend starten en stoppen van de harde schijf slechter dan hem continu te laten draaien.

Voor een webserver is een “trage” harde schijf voldoende (5400 toeren): het is immers niet de serversnelheid die bepalend is, maar de snelheid van je internetverbinding. De traagste access time van 15 ms is vele malen sneller dan een typische round trip time (de tijd dat een ping-pakket van de client naar de server gaat en terug). Deze trage harde schijven worden typisch in video-toepassingen gebruikt: omdat ze wat trager draaien gaan ze veel langer mee, maken ze minder geluid en verbruiken minder stroom.

SATA

De laatste types harde schijven (SATA) zijn wat sneller want ze gebruiken een andere soort bus. Ze worden toegepast in de laatste generatie computers. De traditionele ATA-bus heeft zijn technische limieten bereikt; men kan de lineaire read niet verder opvoeren. Overigens is eerste SATA-norm (150 MB) slechts marginaal sneller dan de oudere ATA! Wat ook een rol gespeeld heeft is de kostenbesparing: een SATA-interface is goedkoper te maken dan een ATA! Je zal dan ook vaak harde schijven aantreffen waarvan enkel de ATA-controller vervangen werd door een SATA-controller, de technische specifikaties van de drive zijn verder identiek gebleven.

SCSI

SCSI schijven bestaan al langer en zijn in het algemeen sneller dan (S)ATA schijven omdat ze een ingebouwde controller hebben. Een dergelijke harde schijf kan een volledige opdracht autonoom uitvoeren ("lees dit bestand in het geheugen") zonder dat de hoofdprocessor iedere individuele stap moet sturen. Een SCSI schijf belast minder het systeem en wordt daarom vooral toegepast bij echte servers (domain controllers, NAS servers, databases). Vanwege hun prijs worden ze niet gebruikt in consumenten-PC's.

Naast de harde schijf zelf heb je ook een SCSI controller nodig als je je PC met SCSI harde schijven zou willen uitrusten: servers hebben onboard-SCSI, zoals gewone computers onboard ATA hebben.

Een minpunt van SCSI schijven is dat ze geen volwaardige SMART-informatie beschikbaar stellen. SCSI-schijven geven enkel OK of niet-OK, maar je kan geen cijfermateriaal opvragen en dus niet voorspellen wanneer de harde schijf zou kunnen uitvallen, wat met de volledige SMART-informatie wel mogelijk is.

SSD

De laatste cijfers hebben betrekking op een SSD schijf. Dit is een opslagapparaat zonder bewegende delen. De leessnelheid wordt gedeeltelijk beperkt door de snelheid van het systeem. In vergelijking met een traditionele harde schijf is vooral de random access sneller. SSD hebben echter als nadeel dat het schrijven trager gebeurt. “Achter de schermen” gebeurt het schrijven in verschillende etappes.

Smart

SMART Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology
Het is toch opmerkelijk dat windows, dat vol zit met nutteloze programma's geen disk controle programma bevat. Wij hebben het hier niet over Scandisk, dat 'software' fouten repareert (een programma is bijvoorbeeld vastgelopen en de gegevens zijn verkeerd opgeslagen), maar over een programma dat over de fysieke integriteit van je harde schijf waakt.
Een smart-programma vraagt de hardware status van de harde schijf op regelmatige tijdstippen aan. Dit zijn een aantal technische disk parameters ('hoe goed de koppen nog zijn') en gebruiksparameters (temperatuur van de harde schijf, aantal werkuren). Door al deze parameters te analyseren kan de software bepalen hoe goed het met je harde schijf gesteld is. Het is zelfs mogelijk een vermoedelijke datum van uitval te bepalen. Ik raad HDD health van Panterasoft aan. Dit programma heeft een grafische interface met pop-up bij het wijzigen van een parameter.

Op mijn server gebruikte ik vroeger een console applikatie. Deze is compatibel met een webserver omdat het de parameters in een tekstbestand opslaat. Deze parameters kunnen dan door de webapplikatie opgevraagd worden en in een HTML pagina getoont worden. Deze applikatie is nu bijna nutteloos geworden omdat ik met Solid State Disks werk (deze verslijten nauwelijks).

Publicités - Reklame

-