Enkel indien je servers zou runnen moet je de routerconfiguratie aanpassen. |
-
Configuratie van de router
Een router moet je vertellen dat je een server hebt. Volgende parameters moeten correct ingesteld worden:
In het voorbeeld kan je een naam aan iedere server geven, bijvoorbeeld web server en FTP server. Dit is enkel een beschrijving, de router maakt daar verder geen gebruik van. In plaats van één enkele poort kan je hier een bereik geven. Dit kan soms nuttig zijn bij bepaalde specifieke protocollen die opeenvolgende poorten proberen tot ze een verbinding kunnen aangaan. Voor het runnen van klassieke servers wordt enkel TCP gebruikt. Zou je een DNS server runnen, dan moet je UDP kiezen (dit is een ander soort protocol dat gebruikt wordt om snel kleine bestanden te versturen). Zoals je kan zien is het mogelijk meerdere servers te runnen op één computer (als ze maar luisteren op verschillende internet poorten: in ons geval 20800 en 20741). Je kan dus twee of meer webservers runnen als ze een verschillend internet poort gebruiken. De webservers mogen verschillende computers zijn (de router weet naar dewelke de aanvraag doorgestuurd moet worden adhv het poortnummer), maar verschillende webservers mogen ook op eenzelfde computer draaien (als iedere webserver-programma op een ander poort luistert). Inkomende pakketten waarvoor geen routing bestaat worden niet doorgelaten: dit is de firewall-funktie van de router. |
Publicités - Reklame