Voorbeeld: je lokaal netwerk heeft ip adressen 192.168.1.*, de telenet router heeft als lokaal ip adres 192.168.1.1, die van skynet 192.168.1.2. Om de betrouwbaarheid van je internet access te verhogen geef je via DHCP beide routers aan als gateway. Als je op een client computer een internet document aanvraagt, dan zal de computer een verbinding aanleggen via beide routers. De aanvraag wordt dus zowel via de telenet als de skynet router gestuurd.

Nu is het wel zo dat in de praktijk Skynet 10 keer sneller met een antwoord van de remote server afkomt (dit heeft te maken met de topologie van het netwerk, ik leg u dat nog eens uit als ik wat tijdf heb). De client zal in het vervolg enkel richten tot de skynet router, voor zover het eenzelfde bestemmeling betreft. (bestemmeling: zelfde ip adres van de server, in de praktijk kan een server verschillende internet namen hosten)

Veronderstel nu dat je een groot bestand moet downloaden. De client doet een aanvraag via beide routers. Skynet reageert sneller, dus de download gebeurt via de Skynet verbinding. Maar Skynet is in het algemeen minder snel. Het gaat NIET vooruit. Het gaat niet verbazingwekkend snel vooruit. (of je wilt de Skynet verbinding vrijhouden voor andere dingen zoals een VPN verbinding of zoals in dit geval een eigen mailserver met vast IP adres). Je wilt eigenlijk dat de Skynet verbinding enkel als backup zou gebruikt worden als de Telenet verbinding down is. Kan dat?

Dat kan natuurlijk, stort maar 50 euro op m'n rekening voor de expertise. In je groot bedrijf gebruik je natuurlijk een DHCP server gekoppeld aan een domein controller (of je gebruikt de DHCP funktie van een windows server zonder domein). Bij de "extra instellingen" kan je zoiets als de METRIC instellen van een verbinding.

Een verbinding via Telenet moeten we promoten, we veranderen dus niet de metric voor deze verbinding (metric van de gateway). Voor de Skynet verbinding geven we een metric van 2.

De client zal dus eerst een verbinding proberen te maken via de verbinding met de laagste kost (Telenet), pas bij time-out zal de client de andere verbinding proberen.

Deze metric stel je in de DHCP parameters van de server (daar waar je de twee gateways hebt ingesteld), maar je geeft ook een metric in. 1 voor de verbinding die je het liefst zou willen gebruiken, 2 voor de back up.

Als je geen DHCP server hebt (IP adressen worden bijvoorbeeld door één van de routers uitgereikt), dan kan je met het commando ROUTE (cmd prompt) de metric instellen. Dit commando moet je slechts eenmaal runnen op iedere computer als je de persistent flag (-p) gebruikt. De persistente routes worden in het registry opgenomen. Het commando neem je op in een batch file dat je éénmaal op iedere computer uitvoert (gebruik daarvoor een USB stick).

Een mogelijke oplossing is: beide routers naar het bijgebouw verplaatsen, dan heb je slechts één netwerkkabel nodig (LAN), met dan een kleine switch in het bijgebouw om het data-verkeer naar beide routers te splitsen. Maar de eigenaars wilden de routers in het hoofdgebouw houden (die moesten blijkbaar regelmatig gereset kunnen worden). Dit is ook mogelijk: een switch dat de WAN-kant van de routers combineert in het hoofdgebouw, en een switch in het bijgebouw om het verkeer opnieuw te splitsen naar de twee modems. Over een fysische netwerkverbinding (UTP kabel) kunnen er meerdere onafhankelijke netwerken lopen (verschillende logische netwerken, dus verschillende subnetten).

In de figuur hierboven hebben we drie subnetten: het lokaal netwerk 192.168.1.*, het netwerk van telenet (vanaf de WAN-kant van zijn router) en het netwerk van Skynet (vanaf de WAN-kant van de bijhorende router. De switches die in de weg zitten spelen hierbij geen rol, ze “begrijpen” het bovenliggend protocol (IP) niet, switches werken op een lager niveau (OSI niveau). Dit is hetzelfde als je de verbinding met een glasvezel zou gemaakt hebben: de glasvezel begrijpt niet het bovenliggend protocol.