Van zodra je “iets meer” wilt dat wat je provider je kan aanbieden, dan ben je eigenlijk aangewezen op een mailserver. De meeste functionaliteiten van een volwaardige mailserver zijn zelfs mogelijk met een gewone internet verbinding.

Veronderstel een kleine onderneming bent met een eigen domein. Je hebt een domain aangevraagd bij Telenet en je website is gekoppeld aan dit domain. Ook komen alle mails naar één domain mailbox. Maar je bedrijf groeit, er zijn verschillende mensen die mails moeten ontvangen. Sommige mensen op de baan moeten hun mails onderweg kunnen raadplegen. Hier is ook een kleine mailserver aangeraden, gekoppeld aan een vast IP adres. Het vast IP adres is nodig om je mails op de server onderweg te kunnen raadplegen: je kan dit aanvragen bij Skynet of Telenet (Office abonnement).

• Mails kan je bij de provider laten bewaren (domain mailbox) en dan binnenhalen via POP
  Dit is de werkwijze als je bijvoorbeeld een eigen domein hebt bij Telenet: je krijgt ook één mailbox, waar de mails voor alle gebruikers in terechtkomen. De mailserver zal dan op regelmatige tijdstippen de bewaarde mails ophalen en automatisch verdelen over de lokale gebruikers. Je hebt niet meer spam-aanvallen dan voordien omdat je de mailbox van de provider gebruikt. Op server-niveau zelf kan je nog een extra filtering opzetten, vaak meer doeltreffend dan op iedere client PC

• Je kan popmail automatisch omzetten in IMAP of webmail
  Weg met popmail! Met imap worden de mails op de server bewaard en zijn die overal beschikbaar, van om het even welke computer. Je kan je berichten in verschillende mappen onderverdelen. Alle mails worden binnengehaald via de pop client module van de mailserver en omgezet in imap.

• Aliassen omzetten in echte accounts
  Bij Telenet kan je aliassen aanmaken, dat wil zeggen alternatieve namen voor eenzelfde mailbox. Maar alle mails komen terecht in eenzelfde mailbox, en dat is eigenlijk niet de bedoeling (je moet extra betalen voor echte mailboxen). De mailserver kan hier ook de mailbox opvragen en de inhoud verdelen over de gebruikers.

• Mailing lists op server niveau
  Indien nodig kan je mailing lists beheren op server niveau: je stuurt een mailtje naar een welbepaalde adres, en die wordt automatisch naar alle mensen die op de lijst aangesloten zijn verdeeld. De configuratie gebeurt eveneens door een mailtje te sturen naar de lijst (met speciale opdrachten). De mailing list is met een paswoord beschermd: zonder paswoord wordt het bericht geweigerd. Dit paswoord wordt natuurlijk uit uit bericht gehaald!

Eerst de modules opsommen die niet nodig zijn, en die je moet uitschakelen in de core:

SMTP server

Hebben we zeker niet nodig: we halen de mails binnen via de pop client van de server. De gebruikers sturen hun mails direct uit, zonder via de lokale server te gaan (uitgaande mailserver is dus relay.slynet.be of uit.telenet.be)

POP server

We gaan de voordelen van IMAP benutten, de POP server hebben we dus niet nodig. De mails worden nu op de server bewaard, niet op de clients. Als die crasht, dan kan je gewoon de mails opnieuw opvragen. De folderstruktuur wordt eveneens op de server bewaard. Ook uitgaande mails kunnen op de server bewaard worden, zelfs al passeren ze niet via de server!

SMTP client

Deze module hebben we in principe niet nodig, aangezien de gebruikers hun mail direct zullen uitsturen. Enkel noodzakelijk indien je mailing lists wilt gebruiken.

Directory services, Finger, PopPass, Sheduler

Allemaal niet nodig!

Core

Hier definieer je de naam van het systeem en de verschillende gebruikers. De naam van het systeem is je domain (indien je over een domain mailbox beschikt) of anders een eigen naam zoals familie.janssens.be, bouwbedrijf.degroote.com: het kan om het even wat zijn.

De gebruikers krijgen allemaal een mailbox en een eigen login en passwoord.

POP client

Hier komt de aap uit de mouw. We gaan gewoon onze mail afhalen bij onze provider. Wij hebben geen last van spammers die onze mailserver als relay proberen te benutten (de smtp poort wordt immers niet gebruikt).

Als je over een domain mailbox beschikt, dan kan je zoveel gebruikers aanmaken als je maar wilt (allemaal met een eigen mailbox). De mailserver zal alle mails keurig bij de bijhorende gebruikers plaatsen.

Beschik je enkel oven een enkelvoudige mailbox (de klassieke situatie), dan moet je eerst aliassen aanmaken. Dit gebeurt via de configuratiescherm van je provider (mijntelenet). Je maakt zoveel aliassen aan als er lokale gebruikers op je server zijn. Alle mails komen in die éne mailbox. Bij het binnenhalen van de mails worden die verdeeld over de juiste gebruikers.

IMAP server

De lokale gebruikers contacteren de server voor het binnenhalen van hun post.

Lach niet met mijn servertoren! Google gebruikt duizenden kleine goedkope werkstations voor het uitvoeren van de verschillende taken. Deze servers zitten in... gewone metalen containers.

• Moet de server permanent draaien?
  Neen, de mails worden immers bij de provider bewaard totdat ze opgehaald worden. De server moet echter draaien om post te raadplegen (want die zit nu op de lokale mailserver). Je gebruikt voor je mailserver best een afdankertje (een mailserver heeft echt weinig werkkracht en geheugen nodig). Windows 98 of 2000 is ruim voldoende (propere installatie)! Je kan de funkties van mailserver combineren met die van file- en printserver.

• En de uitgaande mails?
  Die worden direct uitgestuurd naar de server van de provider, ze passeren nooit de lokale mailserver. Dankzij IMAP kan je echter een kopie van het bericht op de server bewaren (instellen in je mail client, kinderspel).

• Back ups?
  Aangezien de mails nu op de server bewaard worden, moet je enkel een back up maken van de server.
  Maak eerst een back up van de werkende configuratie (die moet je slechts éénmaal doen), en dan op regelmatige tijdstippen een back up van de mails. Het voordeel van een mailserver is dat je de mails op een tweede schijf kan bewaren (wat het maken van een copie nog gemakkelijker maakt). Probeer maar es een backup te doen met Outlook Express!

De servers thuis zitten op een TV tafeltje (toch nog een funktie gevonden voor de TV-tafel!) en zijn afdankertjes waarop windows 98, windows 2000 of XP heel vlotjes draaien. De harde schijf is vervangen door een solid state exemplaar en het totaal verbruik ligt rond de 30watt. De ventilator draait op laag vermogen en je hoort bijna niets. Eén enkele computer is voldoende voor mail, web, printer- en filesharing; de andere computers zijn “hot swaps”: ze kunnen nagenoeg direct ingezet worden bij uitval (want ze hebben een image van de server).

Het gebruik van de mailbox van de provider heeft als minpunt dat de mails niet ogenblikkelijk op de lokale server en in de mailbox van de gebruiker terechtkomen. De POP client controleert de mailbox maar om de zoveel minuten (in te stellen). Dit is echter maar een kleine vertraging.