De betreffende bunkers in Zoutelande zijn beperkt tot een bunker voor de manschappen (regelbau 502) aan de achterkant van de duinen en een observatiebunker op het top van de duinen.

Zoutelande is een typisch nederlands dorp aan de zee: geen hoogbouw, geen volgebouwde zeedijk (Atlantikwall), maar veel wandelroutes en fietspaden. Geen rechte kuststrook, maar een golvende zeefront. De strandpaviljoentjes zijn open op zondag, zelfs tijdens de winter.

Regenachtig weer met de eerste sneeuwvlokken, en dit op een 2 december...

Nadien ben ik verder gereden naar Vlissingen, de haven aan de overkant van Breskens. Het is een toeristische plaats (overal betalend parkeren, dus). Als je uit West-Vlaanderen zou komen, is het daarom aangeraden naar Breskens te rijden, en van daaruit de waterbus te nemen naar Vlissingen. De waterbus is een beetje vergelijkbaar met de veerdienst die afgeschaft werd na de bouw van de Westerscheldetunnel. Zo bespaar je twee keer omrijden tot in Terneuzen (twee keer 50km rotondes en caravans). In Breskens is het gemakkelijk te parkeren aan de terminal zelf, en dan kan je de ganse dag vrij wandelen in Vlissingen: echt een dagje de zorgeloze toerist uithangen. Wandelen naar Zoutelande is twee keer 10 kilometer (ongeveer 4 uur stappen).

De industriezone van Vlissingen is gelegen ten Oosten van de stad. Er zijn loodsdiensten zowel in Breskens als in Vlissingen.