Hoofdindex » Pictures » Nederland » Den Helder » Willemsoord
Fotografie - Nederland
Den Helder: Willemsoord
Nederland
-

-


Contactmijn


Poisson auto-propulsé


Snorkel

Willemsoord is een stad in de stad, het zijn namelijke de vroegere werkplaatsen van de Nederlandse Koninklijke Marine.

Napoleon gaf in 1811 de opdracht een grote marinebasis met werf te bouwen in Den Helder. Een tiental jaren later zijn de eerste werkplaatsen klaar, met het natte dok (een dok dat met sluisdeuren van de zee afgesloten is en dus een constante waterpeil heeft), dok I (droogdok) en een paar werkplaatsen. In de loop der jaren wordt er verder bijgebouwd en komt er een tweede droogdok.

Het droogdok wordt afgesloten door een drijvende deur (bateau-porte) die men kan laten zakken door die met water te laten vollopen. Dan wordt het droogdok leeggepompt en kan men aan het schip beginnen werken.

In 1995 geeft de Marine een deel van de terreinen over aan de gemeente. De Marine zelf gebruikt nu een getijdenhaven: dit is nodig om snel te kunnen uitvaren. Een deel van de terreinen en gebouwen blijft echter eigendom van de Marine (met bijvoorbeeld gebouwen van het Koninklijk Instituut voor de Marine).

Op het terrein zijn er veel militaire toestellen die ons herrineren aan de oorsprong van Willemsnoord: torpedos, mijnen, zelfs het brughuis van De Ruyter. Er zijn een paar winkels bijgekomen, een fitnesszaal, een cinema en nog een paar andere bedrijven.

Contactmijnen

De eerste mijnen die op grote schaal gebruikt werden zijn contactmijnen. De sprieten zijn holle buizen (meestal uit lood of een ander zacht metaal). In ieder buis zit er een glazen ampul gevuld met een zuur. Als de mijn geraakt wordt door een schip, dan plooit de spriet en breekt de ampul. Het vrijgekomen zuur sluit een electrisch contact en de mijn ontploft.

De mijn is getekend met rode sprieten, maar dit is enkel voor de show. In werkelijkheid zijn de sprieten ook zwart geschilderd.

De mijn rust op een karretje om de mijn gemakkelijk in het water te gooien. Het karretje is verzwaard en zakt direct tot op de bodem. Na een paar minuten in het water komt de mijn los van zijn karretje en blijft drijven op enkele meters onder de wateroppervlakte, vastgehouden door een kabel.

Tegenwoordig gebruikt men vooral invloedsmijnen, dit zijn bijvoorbeeld mijnen die op het magnetisch veld van een schip reageren. Een contact tussen schip en mijn is daarom niet meer noodzakelijk. Een magnetische mijn kan een groot schip zoals een fregat op ongeveer 30 meter detecteren, maar zal pas ontploffen op een kortere afstand om voldoende schade aan het schip te kunnen veroorzaken.

Mijnen worden vooral gebruikt om een gebied af te sluiten, maar zijn niet echt effektief als wapen. Doelzoekende mijnen (torpedomijnen) zijn gevaarlijker: dit zijn mijnen die op de bodem rusten tot ze het propellergeluid van een bepaald type schip horen, dan varen ze naar het schip, afgaande op het geluid. Terwijl invloedsmijnen aktief zijn tot op een 10-tal meter van het schip zijn torpedomijnen aktief op meer dan een kilometer.

Mijnenvegers en mijnenjagers

Het mijnenvegen wordt tegenwoordig niet meer toegepast, omdat het schip eerst over de mijn moet varen. De mijn wordt dan achter het schip op een veilige afstand tot ontploffing gebracht door een apparaat dat het lawaai van een machinekamer nabootst (hamer) of door een lus waardoor een hoge stroom gestuurd wordt (die zo een magnetisch creert).

In de jaren '70 werden de mijnenvegers omgebouwd tot mijnenjagers door ze uit te rusten met een aangepaste sonar. De sonar kan kleine objecten die op de bodem liggen detecteren op een veilige afstand van 30 meter. De nieuwere mijnenjagers gebruiken ook nog een mobiele sonar (de SPVDS of Self Propelled Variable Depth Sonar) om contacten te catalogeren. De PAP (Poisson Auto Propulsé) bevat een videocamera die de beelden naar het schip stuurt.

Duikboten

Een bijzondere aandacht gaat naar de duikboten, met een snorkel die tentoongesteld staat. De snorkel (of snuiver voor de Nederlanders) is een nederlandse uitvinding die het toelaat dat onderzeeboten onder water kunnen blijven, maar de dieselmotor kunnen gebruiken om de batterijen op te laden en het lucht in het schip verversen.

De snorkel werd door de Duitsers gebruikt om hun U-booten veiliger te laten varen, maar een paar jaren later hadden de Amerikanen radars ontwikkeld die met een magnetron uitgerust waren. Door de hogere frekwentie (kortere golflengte) konden deze radars kleinere onderwerpen op het wateroppervlakte detecteren.

De Nederlandse Marine beschikt over klassieke onderzeeboten (geen atoomduikboten). Klassieke onderzeeboten kunnen veel stiller opereren omdat bij een kernreactor de kern constant gekoeld moet worden (mechanische geluiden allerhande). Deze onderzeeboten worden vooral gebruikt om de Russen te bespioneren, omdat een schip dat stil blijft scheepsgeluiden op zeer lange afstanden kan opvangen. Een schip dat zelf geluid produceert wordt min of meer doof, zelfs bij het varen gaat de gevoeligheid sterk achteruit.

Een duikboot maakt deel van het marinemuseum en kan bezocht worden (enkel de bovenste compartimenten).

Foto 2: de sonarinstallatie aan boord van mijnenjagers

Foto 4: canon om dieptebommen uit te werpen (te gebruiken tegen onderzeeboten).

Foto 14: het is geweten dat Nederlanders niet kunnen schrijven

Foto 16: een noodboei van een onderzeeboot. Deze boei wordt losgelaten als het schip in nood verkeerd en het schip niet meer naar de oppervlakte kan komen. Er wordt een noodsignaal uitgezonden die door satellieten opgevangen kan worden.

Publicités - Reklame

-