-
Een deel van het museum is te bezichtigen vanaf de kaaien: verschillende militaire installaties zoals torpedo's, een snorkel, contactmijnen enz. Het museum zelf bevat een historisch deel over de Koninklijke Marine (toen Nederland nog deel uitmaakte van België), met verschillende zalen die uitleg geven over recentere gebeurtenissen. Het is dankzij een sterke marine dat Nederland onafhankelijk kon blijven tijdens de eerste wereldoorlog. Tijdens de tweede wereldoorlog werd Nederland echter bezet, en de bezetting zou duren tot de allerlaatste dagen van het Nazi-regime. Na de oorlog specialiseerde Nederland zich in het mijnenjagen (samen met België), maar was veel meer aktief op zee dan België. Er gaat ook veel aandacht naar de Koude Oorlog. Nederland had onderzeeboten die gebruikt werden om de bewegingen van de schepen van het Warschaupact te kunnen volgen. De onderzeeboten waren bijzonder stil en konden onopgemerkt de Russen afluisteren. Met een toegangskaart zijn er naast het museum ook een aantal schepen te bezoeken.
SchorpioenHet is een ramschip die bedoelt is om andere schepen te enteren. In die funktie werd het nooit gebruikt, maar de bepansering bleek wel effektief en zou later gebruikt worden bij alle militaire schepen. De zeilen werden nauwelijks gebruikt, twee stoommachines zorgden voor de aandrijving. Uiteindelijk werd het schip gebruikt als wachtschip, dat wil zeggen als tijdelijk logementsschip.In de jaren '80 werd het schip gerestaureerd naar zijn oorspronkelijke staat en wordt nu gebruikt als museumschip. Er is een zaal die als tijdelijke tentoonstellingsruimte gebruikt kan worden.
Abraham CrijnssenDit is één van de eerste mijnenvegers (het schip kon ook mijnen leggen). Bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog bevond het schip zich in Nederlands Indië, waardoor het niet in handen viel van de Duitsers. Het schip werd gebruikt tijdens de tweede wereldoorlog als patrouilleboot (deel van de Australische Marine).Hoewel er reeds dieselmotoren bestonden werd het schip uitgerust met een stoommachine. Het duurde 4 uur om de ketels op druk te laten komen.
TonijnDit is één van de onderzeeboten van de Nederlandse Marine. Reeds voor de tweede wereldoorlog was Nederland bezig met het bouwen van onderzeeboten. De snorkel (snuiver in Nederland) is trouwens een nederlandse uitvinding.Dit schip kenmerkt zich door een bijzondere constructie bestaande uit drie clinders, waardoor het schip meer stabiel is en dieper kan duiken. Het schip beschikt over een dieselgenerator, maar die wordt niet direct gebruikt voor de voortstuwing, maar om de batterijen op te laden. De voorstuwing gebeurde zuiver met electromotoren, waardoor de constructie mechanisch eenvoudiger was. Nu nog heeft Nederland onderzeeboten: ze worden regelmatig ingezet bij NATO-opdrachten. Omdat ze bijzonder stil kunnen opereren worden ze ingezet om de Russische militaire schepen te bespioneren.
De RuyterEen ander deel van het museum dat enkel te bezoeken is met een toegangskaart is het brughuis van De Ruyter. Dit is een fregat die als kenmerkende eigenschap heeft een enorme radome of radarbol. Deze complexe radar kan simultaan meer dan honderd vliegtuigen volgen op een afstand van 400km. De ronddraaiende radars zijn op een gestabiliseerde platform gemonteerd en draaien aan een snelheid van 20 toeren per minuut. Op het platform zitten er twee klassieke schotelvormige antennes (die ook op en neer bewegen) en twee spiraalvormige antennes (antennearray) waarbij de positie van de vijand bepaald wordt door het faseverschil.Het museum is zeer goed onderhouden, het personeel (meestal mensen die vroeger gevaren hebben) is zeer bekwaam (in België stoppen ze de mensen die te kreupel zijn om nog te varen in een kot waar ze niets te doen hebben). Het is zeer interessant te spreken met de mensen die vroeger met de onderzeeboot gevaren hebben. Het verschil tussen de Nederlandse duikboot en de aangespoelde Russische duikboot in Zeebrugge kan maar zo groot zijn. Een bemanningslid van de russiche duikboot (die engels of nederlands zou spreken) hoeft eigenlijk niet, maar de onderzeeboot is slecht onderhouden en zit halfvol met water. Het is meer een curiositeit, een toeristenval dan een echt museumschip. En als kers op de taart: de toegang tot het museum is gratis voor personnel die bij het leger werkt (ook belgisch legerpersoneel). |
Publicités - Reklame