Veel gebouwen en faciliteiten staan in het teken van de Nederlandse Marine
Willemsoord: oude werkplaats van de Koninklijke Marine Marinemuseum in Den Helder

Den Helder is het meest noordelijk deel van Noord Holland dat geen eiland is. Van Den Helder zie je in noord-westelijke richting een onbewoond eiland (Noorderhaaks) en het eiland Texel. Er is een veerdienst tussen Texel en Den Helder. Ook op het eiland heeft de Nederlandse Marine een militaire basis, terwijl er oefeningen gedaan worden op de Noorderhaaks (niet tijdens de maanden dat de zeehonden hun kleintjes aan het zogen zijn). Texel is het eerste eiland van de Waddeneilanden. Op de foto hieronder zie je goed het spoor dat de veerboot getrokken heeft.

In Noord Holland is het getij maximaal 2 meter, in Zeebrugge is dat minimaal 4 meter. Je merkt nauwelijks het verschil tussen hoog- en laag water. Aan de dijk in Den Helder is er trouwens geen strand, maar wordt het land beschermd door een dijk dat tot aan de zee reikt.

In Den Helder zelf merk je weinig van de economische aktiviteit in de haven: het is een rustig dorp met veel winkelstraten. Geen hoogbouw maar individuele huisjes (hoewel er op bepaalde plaatsen appartementsblokken neergepoot worden).

Den Helder is een stad dat vooral met de Nederlandse Marine verbonden is, eerst in Willemsoord, waarvan de bouw gelanceerd werd door Napoleon in 1811, nadien in de Nieuwe Haven. Terwijl de meeste steden aan de kust vol zitten met gepensioneerden die er hun leven slijten, zal je hier vooral jong volk aantreffen. Dit is vooral te merken in het centrum van de stad, maar er zijn ook meer sportfaciliteiten dan in een gewone stad.

Veel gebouwen en faciliteiten staan in het teken van de Nederlandse Marine, met verschillende legercasernes in en rond de stad, een militaire academie, een basis waar het dek van een schip (met radarinstallaties) nagebouwd is, enz. Het Marinebedrijf is een burgerfirma die het onderhoud aan de schepen doet.

Je zal hier nauwelijks vrachtwagens op de baan aantreffen (de "autosnelweg" die Den Helder met Amsterdam verbindt zou het verkeer trouwens nooit kunnen verwerken). Den Helder is een haven waar schepen onderhouden worden, maar het is ook een basis waaruit onderhoudsploegen vertrekken om de windmolens en de boorplatforms in de Noordzee te onderhouden. De schepen die leidingen en kabels aanleggen hebben Den Helder als thuisbasis.

Dit is het verschil met bijvoorbeeld Zeebrugge, dat enkel een goederenhaven is (je merkt direct als een ro-ro schip aan het lossen is: de wegen slibben direct dicht). Een goederenhaven brengt weinig toegevoegde waarde, maar kost veel aan de gemeenschap (aanleg en onderhoud van de wegen, uitdiepen van de vaargeulen en dokken om steeds groetere schepen te lokken,...).

Een kenmerk van de Nederlandse snelwegen is de eigen manier om de afritten aan te duiden. Een voorbeeld zal alles verduidelijken. Je zit op de brusselse ring en je wilt naar Brugge of Oostende via de E40. Op de ring wordt de afrit aangegeven als Gent - Oostende (de belangrijkste steden op de E40). In Nederland geven ze de afrit aan als Asse - Ternat (de eerste afrit op de E40). Je bent dus verplicht de naam ven de kleinste gehuchten langs de autosnelweg te onthouden, je kan niet "richting Utrecht" of "richting Amsterdam" rijden, maar je moet bij iedere verkeerswisselaar de naam van het eerstkomend gehucht in de juiste richting volgen.

Autosnelwegen die drie rijstroken hebben, hebben er één die afgesloten is voor het verkeer (en er zitten camera's om de 100 meter om de automobilisten te beboeten). En autosnelwegen met twee rijstroken hebben allemaal een spitsstrook die continu gebruikt wordt. Niet proberen te begrijpen, het zijn Nederlanders.