-
In België hebben we het museum van de Atlantikwall in Raverside, een unicum want de meeste bunkers zijn in de jaren '60 en '70 van vorige eeuw vernietigd. Er blijven nog bunkers over ten Oosten van de haven van Oostende (Halve Maan en Hundius: dit was in die tijd een marine- en communicatiebasis van het belgisch leger) en op de terreinen van het Zeepreventorium (privé terrein). Nagenoeg alle andere bunkers in de duinen zijn vernietigd geweest. Nederland heeft een bevrijdingsmuseum in Zeeland (Nieuwdorp). De bevrijding van Zeeland was absoluut noodzakelijk om de toegang tot de haven van Antwerpen vrij te maken. De geallieerden hadden een goed uitgeruste haven nodig om materieel en brandstof naar het front te brengen. In de andere havens was er zwaar gevochten geweest en waren de haveninstallaties totaal onbruikbaar. De haven van Duinkerke zou trouwens in Duitse handen blijven tot aan de capitulatie. Terwijl de bevrijding van het Noorden van Frankrijk en België heel vlot verliep (de hele streek tot Antwerpen en Luik werd in minder dan een week tijd bevrijd), bleef Walcheren tot 8 november 1944 in Duitse handen. De duitsers hadden zich ingegraven in talrijke bunkers en controlleerden het scheepsverkeer langs de Westerschelde.
De Atlantikwal werd slechts op twee plaatsen doorbroken: tijdens D-Day in Normandië en een half jaar later in Walcheren. De invasie begon met een bombardement van de dijken, waardoor het volledig eiland onder water liep. Talrijke bunkers werden daardoor onbruikbaar, de duitse troepen konden niet meer maneuvreren, maar dit betekende ook dat de geallieerden het zwaar te verduren kregen in dit overstroomd gebied. De bevrijding van Walcheren had veel voeten in het water en de modder. Het noorden van Nederland werd pas in de lente van 1945 bevrijd, na een desastreuse "oorlogswinter". Sommige delen van Nederland zullen trouwens in Duitse handen blijven tot aan de capitulatie. Na de bevrijding was de ellende nog niet voorbij: een bijzonder koude winter, ondergelopen gebieden. Voedsel moest met vliegtuigen gedropt worden. De bewoners verbleven noodgedwongen in de duitse bunkers, want nagenoeg alle huizen op het platteland waren onbewoonbaar; het geeft goed aan hoe verschrikkelijk de situatie wel was voor de lokale bevolking. Dit museum is een relatief kleine instelling, maar er zijn plannen om het museum te vergroten en een echt "slagveld" te bouwen, zelfs met een Bailey brug. Een minpunt van dit museum (en van een aantal gelijkaardige musea) is de ontbrekende fysische verbinding met het verleden. De musea die mij het meest aanspreken zijn die, die gebouwd zijn in de "Sonderbauten" (bijzondere constructies) en in de bunkers. |
Publicités - Reklame