Ook in het museum in Oostende zal je andere zaken aantreffen. Het is een teken dat er heelwat materiaal verzameld is geweest en dat niet alles tentoon gesteld kan worden. Toch wordt er nog altijg gevraagd om nieuwe stukken binnen te brengen.

De tentoonstelling is in Veurne, het is dus normaal dat ook de Veurne M935 aanwezig is, al was het maar onder de vorm van een foto. De Veurne was een MSC (Mine SWeeper Coastal) een amerikaanse mijnenveger die in 1955 in gebruik werd genomen. Het schip werd in 1991 verkocht.

Wat we dit jaar in de tentoonstelling kunnen vinden zijn tekeningen van het leven aan boord van de belgische schepen.

De Belgische Marine zoals we die nu kennen is ontstaan tijdens de tweede wereldoorlog als de Royal navy Section Belge

De K193 Buttercup is een korvet van het type Flower Class die aan België uitgeleend werd. Het was een escorteschip die gebruikt werd om de atlantische convooien te beschermen.

De aandrijving gebeurde met een stoommachine en niet met een dieselmotor.

Het schip werd later aangepast om magnetische mijnen te neutraliseren. Dit gebeurde door een sterke stroomstoot door een kabel te sturen die achter het schip getrokken werd.

Nadat de Westerschelde opgekuisd werd, werd het schip, samen met de Godetia terug gegeven aan Groot Brittanië.

In de tentoonstelling is er een vreemd toestel te zien, met vooraan een toetsenbord die een aantal pennen naar boven deed bewegen.

Ik dacht dat het een toestel was om de diepteladingen te programmeren (de pennetjes stelden de diepte waarop de lading moest ontploffen). Maar in feite was het een apparaat om de kanonnen in te stellen op de juiste afstand. In de tentoonstelling wisten ze ook niet goed hoe het systeem werkte.

De Buttercup en de Godetia werden ingezet om jacht te doen op de duitse duikboten tijdens de overtocht van de Atlantische Oceaan.

De grondstoffen en militair materiaal werden door de Verenigde Staten geleverd. Een groot percentage van de transportschepen overleefde de overtocht niet.

De Flower Class waartoe de Buttercup en de Godetia behoorden onderging kleine veranderingen tijdens de tweede wereldoorlog.

De tijdelijke tentoonstelling stond opgesteld in Veurne, ver van de kust en er waren weinig bezoekers toen ik langgskwam. Nochtans is de stad heel mooi, vooral de kanalen in de buurt van het college.

De Section Belge van de Royal Navy nam ook deel aan de landing in Normandië. Het waren ondersteunende schepen die ervoor zorgden dat zoveel mogelijk mijnen geruimd werden voor de landing. Later werden er ook troepen aan land gebracht.

Er zijn weinig informatieborden bij de getoonde objecten (scheepsmakettes, machines, enz) maar er is altijd personneel aanwezig (Johnny Geldhof of een militair van de Belgische Marine) om uitleg te geven.

Tijdens de oorlog is het mijnenvegen en mijnenjagen een belgische specialiteit geworden. De eerste magnetische mijnen hadden een mechanische ontsteking (een magnetische naald die afgebogen werd als er een schip passeerde. Deze eerste magnetische mijnen waren weinig gevoelig, maar toch gevaarlijk omdat ze op afstand konden werken. Ze moesten geen contact meer maken met het schip om te ontploffen.

De Libération V902 was een patrouilleur op de Rijn ten tijde van de Belgische Strijdkrachten in Duitsland. Het werd in de jaren 1950 gebruikt. De Libération was het commandoschip van de patrouilleurs. Tegenwoordig is het schip eigendom van de Koninklijke Marine Kadetten.