-
Vliegbasis Soesterberg - Vrij toegankelijke delenDe uitkijktoren is vrij toegankelijk. Je hebt een goed zicht op de voormalige militaire terreinen. De landingsbaan is niet toegankelijk voor het publiek, het wordt gebruikt door zweefvliegers. Wat je aan de achterkant van het gebouwen hebt, is niet de eigenlijke landingsbaan, maar een taxibaan.
Het nationaal museum is een opgesmukte en zeer beperkte versie van het leger: de voertuigen moeten nooit onderhouden worden, er zijn geen casernes, de raketten vliegen zomaar naar hun doel gewoon door de wilskracht van de artilleur, een helicopter kan je besturen zoals een 2PKtje,... Een volledig vertekend beeld van wat het leven van een militair is. De nederlanders zijn erin geslaagd een militair museum op te richten zonder aandacht voor de militairen. Het beste bewijs: in het Marine Museum in Den Helder kan je gratis binnen als militair, aan de balie van het museum in Soest weten ze niet hoe een militaire badge eruit ziet (en krijg je natuurlijk ook geen korting als militair). Het is een tentoonstelling van dure spullen, maar geen museum.
De Bastogne Barracks is nog een echte militaire basis, maar ook een museum: je ziet wat er tijdens en na de tweede wereldoorlog is gebeurd (rupsvoertuigen worden er bijvoorbeeld nog hersteld).
Als urbex fotograaf hou ik van Wallonië (minder van Vlaanderen, ze gaan daar teveel de toer op van de Nederlanders). In Wallonië is er geen geld om gesloten fabrieken, oude ziekenhuizen en aftandse kantoorgebouwen af te breken. Vaak is er ook meer respect voor het verleden (of is het eerder je-m'en-foutisme). Zelfs werkende installaties zoals het Hellend vlak van Ronquières of de sluis van Ittre hebben een buitengewoon hoog urbexgehalte door hun ouderdom en zeer slechte staat. In Nederland moet alles dat niet meer gebruikt wordt zo snel mogelijk platgebombardeerd worden en vervangen worden door iets nieuws. In België niet. |
Publicités - Reklame