Ik kan de fransen in een zekere zin begrijpen. Ze hebben zo weinig bijgedragen tot het ontstaan van de radar, dat als ze iemand op de kop kunnen tikken ze die persoon echt naar voren willen schuiven. Dit is bijvoorbeeld het geval met Maurice Ponte, de onbekende soldaat van de radar. Ieder museum, ieder busstation, ieder openbaar toilet en ieder bar-tabac zou een plakaat moeten ophangen met alle verwezenlijkingen van Maurice Ponte. Misschien dat er ooit een toerist, als die weer in zijn land terugkeert, een museum zou oprichten in Nieuw Zeeland ter nagedachtenis van Maurice.
Het is ongelofelijk, maar de fransen hebben nog een tweede wetenschapper gevonden, Henri Gutton. We kunnen ons niet voorstellen hoeveel chance we hebben om naast Frankrijk te wonen!
De tekenstrip toont enkele bekende feiten, bijvoorbeeld dat de amerikaanse radar de aanval op Pearl Harbor 30 minuten op voorhand heeft kunnen detecteren maar dat de officieren geen aandacht schonken aan de berichten van het radarstation. Maar de tekenstrip gaat volledig de mist in van zodra de informatie meer technisch wordt: de engelse radar gebruikt geen "lange golven" (150-300kHz) maar "ultra korte golven" tussen 20 en 50MHz (VHF-I band).
De fransen zijn ook niet goed in het vertalen van teksten:
In de tijd dat het bord opgemaakt werd was er geen ChatGPT (Kat, ik heb een scheet gelaten) om teksten te vertalen, maar de mensen in het museum hadden tenminste aan een engelse toerist kunnen vragen om de tekst te controleren. Het is een woord-per-woord vertaling en vaak wordt zelf het verkeerde woord gebruikt.
Het museum is ver van de bewoonde wereld gelegen en er zijn niet veel bezoekers. Toen ik er was heb ik één hond en twee mensen gezien. Misschien dat wat meer aandacht voor het muzeum de mensen zou doen inzien dat het museum niet aan de eisen voldoet.
Het museum beperkt zich tot de duitse radars die in Douvres-la-Délivrande opgesteld waren en er wordt geen woord gerept over de andere radars: niets over Klein Heidelberg (er was trouwens een radar in de streek opgesteld, Tausendfüssler), niets over Jagdschloss, één van de eerste radars met een PPI (Plan Position Indicator), niets over de Mammut (radar met fase-sturing),... Zouden het franse radars geweest zijn, dan zouden er overal borden opgesteld staan.
Eenmaal het duitse deel gepasseerd, wordt er niets meer over onfranse radars verteld, het is alsof dit deel van het museum gesponsord is door Thales. Nadat ze verplicht geweest zijn om over drie duitse radars te vertellen, spreken ze nu nog enkel over de franse radar. We gaan het zeker niet hebben over de amerikanen, want dat zijn onze concurrenten nu.
De informatie die gegeven wordt is interessant voor iemand die de verschillende types radar niet kent, men spreekt bijvoorbeeld over de radar met fase aansturing die verschillende doelwitten terzelfdertijd kan volgen. Een normale volgradar kan slechts één doel volgen.
Veel van de borden balanceren op de grens van de waarheid: door een te eenvoudig beeld voor te stellen, delen weg te laten en zich te beperken tot de franse radars ontbreken er bepaalde belangrijke details. Wetenschap heeft nauwkeurigheid nodig, en die is hier soms ver te zoeken. De algemene inhoud is OK, maar de details zijn onduidelijk en/of verkeerd.
De meterbanden (VHF en UHF) zullen tot in 1945 gebruikt worden met zendvermogens van 10kW en meer (meer in ieder geval dan de 100mW die in de tekst opgegeven wordt). De eerste radars met gespleten anode hadden een vermogen dat beperkt was tot 100mW, het is enkel bij de overgang naar de trilholte magnetron dat men met hoge vermogens kon gaan zenden.
De vooruitgang lijkt in 1970 gestopt te zijn, terwijl men nu vooral werkt rond frekwenties van 27GHz (alle verkeersradars werken in die frekwentieband). De lidar gebruikt nog hogere frekwenties, namelijk infra rode straling.
Het museum zit goed als er een beperkte en niet-technische informatie gegeven moet worden dat in één zin samengevat kan worden, waardoor het risico op fouten beperkt wordt. De mensen die het museum ingericht hebben wisten blijkbaar dat de jeugd van tegenwoordig zich slechts kan concentreren op één enkele zin (als die tenminste geen moeilijke woorden bevat).
De ronde vorm die de echo beperkt wordt gebruikt als standaardmaat om de effectieve oppervlakte van het doel aan te geevn (RCS: radar cross section).
Een F-16 heeft een RCS van 4m2 terwijl de F-35 een RCS van 0.005m2 heeft. Men moet niet enkel alle oppervlaktes van het vliegtuig uitrekenen om reflecties te voorkomen, maar men moet ook zichtbare luchtinlaten vermijden. Radiogolven die in de luchtinlaat terechtkomen worden gemoduleerd door de propellers, zodat het vliegtuig nog gemakkelijker geïdentificeerd kan worden.
Onzichtbare vliegtuigen zijn niet helemaal onzichtbaar. Als ze door een bistatische radar belicht worden kunnen ze wel opgemerkt worden door een tweede radar: de stralen naar de zender worden vermeden, maar de stralen die afgebogen worden kunnen wel gemeten worden door een tweede radar. Om een vliegtuig te treffen met een kruisraket wordt het doelwit vanf de grond belicht en de raket gebruikt het echo om naar het doel te vliegen. Vaak wordt een vliegtuig van het eskader gebruikt om het doelwit te belichten (dit kan ook het vliegtuig zijn die de raket gelanceerd heeft).
Hoewel het een belangrijk museum is (er zijn niet zoveel musea die betrekking hebben op de radar) blijft men op het niveau van een gemeentelijk museum. Er zijn informatieborden, maar weinig technische stukken, behalve een paar magnetrons, enkele radiobuizen (zonder vermelding voor wat ze gebruikt werden) en twee (van de drie) oscilloscoopbuizen van de Würzburg radar. Ik ben hier niet slimmer geworden.
En vergeet de gids niet: bij het verlaten van het museum wordt je opnieuw geleid naar de kassa, waar ze hopen dat je een boek of een koffietas zou kopen.
|