-
Dit is een tentoonstelling (tijdelijk museum) in het cultuurhuis van De Panne over de tweede wereldoolog, en in het bijzonder hoe België betrokken is geweest. De tentoongestelde beelden en materiaal komt uit een privé-collectie en heeft vooral betrekking op de Belgische Marine, en dus de Belgische Sectie van de Royal Navy.
Operation DynamoEen van de eerste delen van de tentoonstelling heeft betrekking op de Operation Dynamo, het terugtrekken van de strijdkrachten uit Duinkerke, maar ook uit Bray Dunes en De Panne. De laatste boten konden uit Malo-les-Bains vertrekken, waardoor alle aandacht naar die plaats is gegaan.Ook het Museum Cabour in Adinkerke heeft een gedeelte over de operatie, maar het is vooral in Malo-les-Bains dat er een groot museum gelegen is.
De naam "Dynamo" komt van de vergaderzaal naast de dynamocentrale van een electriciteitscentrale waarin het plan door Churchill besproken werd.
Operation JubileeEen ander deel van de tentoonstelling gaat over Operation Jubilee. Het is een minder bekende militaire operatie, een operatie die door velen liever verzwegen werd omdat het geen succes werd.De bedoeling van de operatie was de sterkte van de duitse verdediging te testen en lessen uit de operatie te leren. De operatie ging duidelijk minder vlot dan verwacht en men heeft daarom besloten om voor de echte landing de troepen aan land te brengen op minder drukke plaatsen, en dus om zeker de landing niet te laten gebeuren aan een haven.
Een bekende naam is Victor Billet (die zijn naam gegeven aan de caserne van de Marine in Brugge). Hij was Lieutenant-ter-zee bij de landing in Dieppe en verloor daar het leven.
Royal Navy Section BelgeVòòr de oorlog had België geen zeemacht (besparingen, toen ook al...). Militairen die de overtocht naar Engeland gedaan hadden konden zich inschrijven bij de Royal Navy.Na de opleiding kregen de belgen twee schepen in leen: de K193 Buttercup en de K226 Godetia. Dit zijn korvetten of escorteschepen: de kleinere versie van de fregat. Het zijn snelle schepen die de convooien beschermen tegen duitse onderzeeboten. Op het einde van de oorlog, als België bevrijd werd werden de schepen terug gegeven en concentreerde de belgische marine zicht op het mijnenvegen van de Westerschelde en de andere binnenwateren. De naam Godetia (A960) zal later nog gebruikt worden voor een bevoorradingsschip.
Op het einde van de oorlog schakelde men over op de hyperbolische navigatie door de tijd te bepalen die een radiogolf nodig heeft om het schip te bereiken. De LORAN (en het concurrerend systeem DECCA) werd na de oorlog verder gebruikt door burgerschepen. De goniometer zal ook gebruikt worden om de positie van vijandelijke duikboten te bepaken. In de korte tijd die de duitsers nodig hadden om een morse bericht uit te zenden kon de positie van hun schip bepaald worden door driehoeksmeting (High Frequency Direction Finding).
De rode en groene bol zijn weekijzeren bollen, ze worden gebruikt om de verstoring van het magnetisch veld van de aarde door het schip te compenseren. Het schip bevat veel ijzer, waardoor een correcte meting van het noorden moeilijk is (magnetische deviatie van het schip). In de houten staander zijn er soms kleine magneten aangebracht om het eigen permanent magnetisch veld van het schip tegen te werken. Het magnetisch compas moet regelmatig opnieuw geijkt worden en de nauwkeurigheid bedraagt ongeveer 5°.
|
Publicités - Reklame