Hoofdindex » Pictures » Oorlog » Cultuurhuis de Panne
De Panne
Museum tweede wereldoorlog
Fotografie
-

-

Dit is een tentoonstelling (tijdelijk museum) in het cultuurhuis van De Panne over de tweede wereldoolog, en in het bijzonder hoe België betrokken is geweest. De tentoongestelde beelden en materiaal komt uit een privé-collectie en heeft vooral betrekking op de Belgische Marine, en dus de Belgische Sectie van de Royal Navy.


Operation Dynamo

Een van de eerste delen van de tentoonstelling heeft betrekking op de Operation Dynamo, het terugtrekken van de strijdkrachten uit Duinkerke, maar ook uit Bray Dunes en De Panne. De laatste boten konden uit Malo-les-Bains vertrekken, waardoor alle aandacht naar die plaats is gegaan.

Ook het Museum Cabour in Adinkerke heeft een gedeelte over de operatie, maar het is vooral in Malo-les-Bains dat er een groot museum gelegen is.



De bekende beelden uit die tijd, die vooral door de nazi's als propagandamateriaal gebruikt werden mochten niet ontbreken.



Het is belangrijk te melden dat er in De Panne overal betalend parkeren is, je zou dat gemakkelijk over het hoofd zien omdat er zoveel auto's geparkeerd staat. Zelfs op een doodgewone dag is het moeilijk een parkeerplaats te vinden. Het is beter een beetje verder in de Brouwersstraat te parkeren, er is daar een kleine parking (ook te betalen aan de ingang).



De tentoonstelling bevat vooral documenten en wat materiaal, maar het cultureel centrum kon toch goed gevuld worden.



De aanval begint op 10 mei, en 20 dagen later zijn de overgebleven troepen omsingeld in een kleine zone die gaat van Mardyck tot Nieuwpoort. Zo'n snelle verovering had niemand verwacht.

De naam "Dynamo" komt van de vergaderzaal naast de dynamocentrale van een electriciteitscentrale waarin het plan door Churchill besproken werd.



Operation Jubilee

Een ander deel van de tentoonstelling gaat over Operation Jubilee. Het is een minder bekende militaire operatie, een operatie die door velen liever verzwegen werd omdat het geen succes werd.

De bedoeling van de operatie was de sterkte van de duitse verdediging te testen en lessen uit de operatie te leren. De operatie ging duidelijk minder vlot dan verwacht en men heeft daarom besloten om voor de echte landing de troepen aan land te brengen op minder drukke plaatsen, en dus om zeker de landing niet te laten gebeuren aan een haven.



Het was nooit de bedoeling geweest de aanval verder te zetten, maar enkel om een aantal kanonnen te vernietigen en een radarstation binnen te vallen om onderdelen mee te nemen.

Een bekende naam is Victor Billet (die zijn naam gegeven aan de caserne van de Marine in Brugge). Hij was Lieutenant-ter-zee bij de landing in Dieppe en verloor daar het leven.



Na de aanval moesten de manschappen terug aan boord gaan in de landingschepen, maar veel van die vaartuigen waren beschadigd door het artillerievuur. De meerderheid van de soldaten keerden niet terug: ze werden gedood of gevangen genomen. De foto's van het achtergelaten materieel werd opnieuw door de propagandadiensten van de duitsers gebruikt.



Royal Navy Section Belge

Vòòr de oorlog had België geen zeemacht (besparingen, toen ook al...). Militairen die de overtocht naar Engeland gedaan hadden konden zich inschrijven bij de Royal Navy.

Na de opleiding kregen de belgen twee schepen in leen: de K193 Buttercup en de K226 Godetia. Dit zijn korvetten of escorteschepen: de kleinere versie van de fregat. Het zijn snelle schepen die de convooien beschermen tegen duitse onderzeeboten. Op het einde van de oorlog, als België bevrijd werd werden de schepen terug gegeven en concentreerde de belgische marine zicht op het mijnenvegen van de Westerschelde en de andere binnenwateren.

De naam Godetia (A960) zal later nog gebruikt worden voor een bevoorradingsschip.



Het bleek dat het veiliger was de schepen die goederen en brandstof aan het Verenigd Koninkrijk leverden in convooien te laten varen. Een geisoleerd schip was een vogel voor de kat als die door een onderzeeboot opgemerkt werd.



De aanvallen verliepen altijd volgens een strak schema. De meest moderne torpedo's hadden hydrofoons aan boord en gingen af op het geluid van het schip (cavitatiegeluiden van de schroeven).



In een convooi konden de schepen beschermd worden door patrouilleschepen die de "asdic" gebruikten, dat was de toen gebruikte naam voor de actieve sonar. De sonar zend pulsen uit, die weergekaatst worden door het schip.



De eerste soort dieptelading werd aan de zijkant van het schip gelanceerd. Dit had als nadeel dat het schip over de duikboot moest varen en geen sonar contact meer had. Bij een nieuwere versie op het einde van de oorlog werden de diepteladingen in groep gelanceerd aan de voorkant van het schip (hedgehog).





De belgische militairen moesten de werking van het schip kennen. De uitleg is in het engels, maar bepaalde woorden zijn blijkbaar vernederlandst: electriek-motor, connection-wiers-on-motor-from-reostat en out-laat-valve..



De goniometer werd gebruikt voor de plaatsbepaling van het schip door middel van radiogolven. Langs de kust waren er een aantal radiobakens opgesteld en men voerde metingen uit om het sterkste en zwakste signaal van de baken te bepalen door de goniometer te verdraaien. Het bereik was groter dan bij een optische plaatsbepaling (hoek bepalen ten opzichte van twee of meer vuurtorens) maar de nauwkeurigheid was minder.

Op het einde van de oorlog schakelde men over op de hyperbolische navigatie door de tijd te bepalen die een radiogolf nodig heeft om het schip te bereiken. De LORAN (en het concurrerend systeem DECCA) werd na de oorlog verder gebruikt door burgerschepen.

De goniometer zal ook gebruikt worden om de positie van vijandelijke duikboten te bepaken. In de korte tijd die de duitsers nodig hadden om een morse bericht uit te zenden kon de positie van hun schip bepaald worden door driehoeksmeting (High Frequency Direction Finding).





Het magnetisch compas werd bij de navigatie gebruikt, maar zijn nut was eerder beperkt om een exacte plaatsbepaling te bekomen. Na een plaatsbepaling langs de kust (vuurtorens of loran) wordt de afwijking steeds groter bij het varen. De compasaanduiding is gebaseerd op het magnetisch veld van de aarde, maar die aanduiding komt meestal niet overeen met het geografisch noorden (declinatie). De declinatie hangt af van de plaats en verandert in de loop der jaren.

De rode en groene bol zijn weekijzeren bollen, ze worden gebruikt om de verstoring van het magnetisch veld van de aarde door het schip te compenseren. Het schip bevat veel ijzer, waardoor een correcte meting van het noorden moeilijk is (magnetische deviatie van het schip).

In de houten staander zijn er soms kleine magneten aangebracht om het eigen permanent magnetisch veld van het schip tegen te werken. Het magnetisch compas moet regelmatig opnieuw geijkt worden en de nauwkeurigheid bedraagt ongeveer 5°.



Een militair van de belgische marine controleert de verschillende standen in de tentoonstelling.

Het boek
Royal Navy - Section Belge
wordt hier kort besproken.



Publicités - Reklame

-