50% kans om hier levend uit te geraken...
De bunker: de vroegere munitie opslagplaats omgebouwd tot folterkamer
De beulen, geholpen door talrijke belgische SSers
|
---|
Oorlogen hebben ook hun mindere kanten. Als je de andere pagina's leest van deze site, dan zou je denken dat de oorlog vooral een technologische strijd is: de duitse radars, de engelse magnetron, Hellschreiber, de eerste computers,... Men vergeet maar al te gemakkelijk dat een oorlog gekenmerkt wordt door heel veel slachtoffers, aan beide kanten.
Bij de duitsers kwam er nog iets bijkijken: de afschuwelijke barbarie van de uitrooing van de Joden, de onmenselijke levensomstandigheden in de concentratiekampen, en de wreedheden van de SSers. Een dergelijke georganiseerde uitroeing bestond niet aan de kant van de geallieerden (in de oorlog sneuvelden ook heel veel russen ten gevolge van verkeerde legerbeslissingen, waarbij de soldaten aangezien werden als niet veel meer dan kanonnenvoer.
Het fort van Breendonk was oorspronkelijk een fort van het belgisch leger, gebouwd juist voor de eerste wereldoorlog om Antwerpen te beschermen. Het fort hield stand (koning Albert verbleef er zelfs een aantal weken vooralleer zich terug te trekken achter de Ijzer).
Al bij de eerste wereldoorlog was het fort op militair gebied voorbijgestreefd: de beschikbare kanonnen hadden een te klein bereik: het fort kon door de duitse kanonnen getroffen worden, maar de belgen konden niet terug schieten omdat het bereik van hun wapens te beperkt was.
Het fort werd eveneens gebruikt door de belgen bij de aanvang van de tweede wereldoorlog. Hier ook verbleef Leopold III in het fort. Het fort was echter totaal verouderd, had onvoldoende bewapening en was eigenlijk te klein voor een modern leger.
Na de bezetting werd het fort omgevord tot gevangenkamp. In tegenstelling met de caserne Dossin werd het fort oorspronkelijk niet specifiek gebruikt om Joden vast te houden voor ze op transport naar Duitsland gezet werden: het was een gevagenis waar gewone criminelen, zwarthandelaars, communisten, politieke gevagenen en leden van het verzet opgesloten werden. Ook gijzelaars uit de bevolking werden hier opgesloten na aanslagen tegen het duits leger.
Natuurlijk werden er ook joden in opgesloten (één op de zeven gevagenen was joods), maar na het in gebruik nemen van de caserne Dossin, werden de joden naar die caserne gestuurd. De caserne had namelijk een (relatief) goede spoorverbinding met Auschwitz.
De levensomstandigheden in het fort waren afschuwelijk. Er was een folterkamer waar de SSers de gevangenen konden ondervragen. Na de ondervraging volgde gewoonlijk de dood, want niemand mocht weten wat er in het fort gebeurde.
De gevangenen sliepen in overbevolkte slaapkamers, de levensomstandigheden waren even erg als in de meer bekende concentratiekampen. Het eten beperkte zich tot 250 gram brood, erzatskoffie en dunne soep, te weinig om een normaal mens te voeden. De gedetineerden moesten ook zwaar werk verrichten, namelijk de grond romdom het fort afgraven, om die driehonderd meter verder te dumpen.
De bewaking werd verzekerd door de Wehrmacht (voornamelijk oudere soldaten die niet meer geschikt waren om aan het front te vechten) en door SSers. De vlaamse SSers bleken onmenselijk te zijn en hebben meerdere doden op hun geweten.
Een Baileybrug door de geallieerden geplaatst na de bevrijding
Direct na de bevrijding werd het fort opnieuw in gebruik genomen, nu echter om de collaborateurs in op te sluiten. Het regime was er even erg als onder de duitse bewakers. Veel vermeende collaborateurs werden ter dood veroordeeld na een schijn-proces. Meer dan een maand na de bevrijding van het fort kwam die uiteindelijk onder het bevel van de belgische staat. In de tussenperiode was het fort in handen van de verzetstroepen.
De levensomstandigheden van de gevagenen (meestal economische collaborateurs) waren even erg als die tijdens de duitse bezetting. Deze periode is bekend als "Breendonk II".
Tegenwoordig is het fort een monument (nationaal gedenkteken) die beheerd wordt door de Historische Pool van Defensie. Deze pool beheert het militair erfgoed van België. Het fort van Breendonk is één van de enige kampen die volledig intact is gebleven na de tweede wereldoorlog.
Scholen die het fort willen bezoeken (en er zijn er heel veel) moeten een rondleiding met gids van het fort aanvragen. Voor de individuele bezoekers zijn er audiogidsen.
|
|