Bij het fotograferen van een motorcross gebruik je andere instellingen dan bij het fotograferen van een snelheidsprijs. Dit zijn de instellingen waarmee je rekening moet houden (we gaan ervan uit dat u een reflextoestel gebruikt):
- Autofocus aangeraden
Vooraf scherpstellen op het gebied waar de renners zullen passeren is meestal niet mogelijk, omdat ieder renner zijn eigen weg volgt. De ene renner zal scherp zijn, de andere niet. Een kleinere opening gebruiken waardoor je meer scherptediepte hebt is niet aangeraden, want dan is de achtergrond ook scherp, wat nooit goed is. Een goede sportlens is een must: de Canon EF 28-135 f/3.5-5.6 IS USM dat een goede algemene lens is, is eigenlijk niet geschikt voor sportfotografie omdat het scherpstellen veel te traag gebeurt. Enkel de Canon EF 70-200 L USM voldoet aan alle eisen.
- Pannen (meetrekken) meestal niet mogelijk
De renners bewegen niet mooi mee; ze komen dichter, bewegen hun lichaam, voeren maneuvers uit,... waardoor het klassieke meetrekken weinig nut heeft. Je moet dus altijd een voldoende sluitertijd gebruiken (1/500) anders is de brommer onscherp. De brommer wordt in zijn beweging bevroren. Een indruk van snelheid is nauwelijks mogelijk, de brommers rijden trouwens ook niet zo snel.
- Belichting vastzetten
Als je de brommer tijdens zijn beweging volgt bij het nemen van een hindernis, dan hangt de brommer op een bepaald ogenblik in de lucht. Het fototoestel zal de belichting willen compenseren, waardoor de brommer onderbelicht is (tegenlicht).
Tegenlichtcompensatie inschakelen is niet aangeraden, want dan zijn de foto's waarbij de brommer niet in de lucht hangt overbelicht.
Spotmeting is eveneens niet ideaal, want de belichting kan enorm varieren naargelang het meetpunt: een donkere pak, een witte nummerplaat, een zwarte uitlaatpijp.
De beste methode is een lichtmeting uit te voeren terwijl dat de brommer op grondniveau passeert, en deze instelling dan continu blijven gebruiken (zo gebruik je nog eens de M-modus van je fototoestel). Een echte lichtmeter is nog niet zo gek: je zet de sluitertijd vast en je gebruikt je lichtmeter om de opening te kiezen. Selecteer een sluitertijd waarbij je een grote opening kan gebruiken (ƒ/4 à ƒ/5.6)
- Tracking autofocus
Autofocus continu laten werken, en niet enkel op het ogenblik dat de ontspander half ingedrukt wordt. Gebruik enkel de centrale autofocus punt: die is het meest nauwkeurige. Het fototoestel zal altijd scherpstellen op wat er midden in het beeld staat. In tegenstelling met een compact fototoestel is een reflex in staat van de eerste keer te bepalen waar het voorwerp staat (het moet niet gissen zoals bij een compact). De betere reflextoestellen kunnen zelfs de snelheid van het voorwerp bepalen en scherpstellen op de plaats waar het onderwerp zal staan bij het nemen van de foto.
- Motor drive
Continu foto's nemen zoland de ontspanderknop ingedrukt is. Deze instelling is dezelfde als bij andere sportevenementen.
- De juiste posities innemen
Heel belangrijk bij nagenoeg alle sporten. Tijdens de trainingen kan je het parcours verkennen en de beste plaatsen bepalen. Als de renners naar je toe komen, in een bocht of tijdens een sprong zijn mogelijke posities (voor zover je daar kan plaatsnemen). Bij motorcross zit je relatief dicht bij de sporters. Maak gebruik van de gelegenheid en vermijd een te lange telelens. Bij een telelens gebeurt alles op afstand, je hebt niet het gevoel "in de aktie" te zitten als je de foto's achteraf bekijkt.
|