<>
Seraing Ougrée
De hoogovens van Luik
Arcelor-Mittal
Servers » Pictures » Hoogovens » Lokaties » Luik: Ougrée & Seraing
-

-

Hoogovens van Luik

In minder dan 10 jaar na de sluiting van de laatste hoogoven van Clabecq is het materiaal totaal onbruikbaar geworden.
Nochtans was er een omheining en bewaking.


HFB in Ougrée met zijn 3 cowpertorens

De HF6 midden in de stad (Seraing) wordt onderhouden, maar is niet meer produktief
“ArcelorMittal: Bienvenue sur le site du HF6 Seraing”
Een kenmerk van de streek rond Luik is de verdeling van de produktieeenheden over verschillende produktiesites die soms ver uit elkaar liggen. De reden is historisch: de eerste hoogovens op het continent werden in de streek rond Luik gebouwd (voldoende steenkool in de bodem en ijzererts in de buurt). De ovens waren toen veel kleiner dan nu.

Bij de verschillende samensmeltingen van bedrijven (Société Anonyme John Cockerill, Cockerill-Ougrée, Cockerill-Sambre, Usinor, Arcelor, nu Mittal) heeft men altijd de meest produktieve eenheid in werking gehouden. Zo komt het dat het ijzererts over meerdere kilometers moet vervoerd worden (met een transportband), dat het gloeiend gietijzer naar de staalfabriek vervoerd moet worden (22km verder), enz.

Ten gevolge van de economische crisis heeft de staalproduktie een flinke deuk gekregen. De verkoop van afgewerkte produkten (bijvoorbeeld auto's) verminderde eerst met zo'n 30%. Maar dit is niet alles: fabrikanten en importateurs hebben doorgaans een stock om 3 maanden te kunnen overbruggen. Met een sterk verminderde verkoop is dezelfde stock nu goed voor 4 of zelfs 5 maanden, en dit is echt te veel. De produktie van nieuwe wagens wordt daarom sterk verminderd (en zelfs tijdelijk stilgelegd) om de overstocks te doen slinken. Daardoor hoopt men voldoende cash-flow te genereren om te kunnen overleven tijdens de crisis.

Maar ook de verkoop van half-fabrikanten krijgt een flinke deuk, veel sterker dan de terugval van de verkoop van eindprodukten wegens de noodzaak om de overstocks te verminderen. Aan het begin van het produktieproces (de hoogoven) voelt men de crisis nog het meest: meer dan de helft van de hoogovens moest stilgelegd worden en dat is meer dan de 30% terugval in de verkoop van afgewerkte produkten.

Het is namelijk zo dat een hoogoven niet op een lager vermogen gebruikt kan worden. Het rendement valt terug als de oven niet optimaal benut wordt. Een lager rendement betekent dat er meer cokes gestookt moeten worden per ton gietijzer. En aangezien dat een hoogoven nu al aan de limiet van zijn rendabiliteit werkt... Het stopzetten van een hoogoven is ook niet een operatie die in 1-2-3 kan gebeuren, wilt men achteraf de oven nog kunnen opstarten.


De helft van de site van Ougrée is een puinhoop...
...maar Luik beschikt over iets dat Charleroi niet meer heeft: een cokesfabriek
Toen de foto genomen werd (zomer 2011) was de cokesfabriek nog in werking.

En hoe zit het met Luik? De hoogovens zijn eigendom van Arcelor/Mittal, en dit is een groep die stevig in zijn schoenen staat, althans in vergelijking met Duferco, eigenaar van de Forges de Clabecq en Carsid in Charleroi. Vanaf het ijzererts tot de half-fabrikaten heeft Arcelor/Mittal alles onder controle. Duferco beschikt niet over een degelijke cokesfabriek, en daarom kan Carsid niet heropgestart worden.

Arcelor/Mittal heeft talrijke hoogovens terug in gebruik genomen in Europa. De economie draait beter en er is opnieuw een vraag naar staal die niet volledig gediend kan worden met de recuperatie in electrische vlamboogovens. In Luik is slechts één hoogoven opnieuw in gebruik: de HFB van Ougrée (gebouwd in 1962) werd in april 2010 opnieuw opgestart. HF6 van Seraing, de overgebleven hoogoven is nog altijd buiten werking, hoewel het kortstondig opgestart werd in 2008 (juist voor de economische crisis).

De tweede hoogoven werd nog niet opgestart omdat de markt deze bijkomende produktie niet kan opslorpen (met een prijsdaling tot gevolg). Arcelor/Mittal is de grootste staalproducent, en een prijsdaling maakt in één klap al zijn hoogovens minder rendabel.

De hoogoven HFB van Ougrée is tot op de draad versleten, en dit mag je wel letterlijk nemen als je de electrische kabels bekijkt: op verschillende plaatsen heb ik kabels gezien met versleten buitenisolatie. De gebouwen hebben gebroken ramen, links en rechts groeien er bomen in de fabriek zelf (je waant je in Duisburg!). Maar schepen voeren dagelijks grondstoffen aan, en in de verte hoor je het geruststellend gebrom van de de turbocompressoren (situatie in de zomer van 2011).

In Seraing hoor je op deze mooie lentedag de vogeltjes fluiten in de bomen. Het is er vreselijk stil. Maar alles is blijkbaar in gereedheid om morgen terug op te starten: zelfs de informatiepanelen zitten onder stroom terwijl er niemand in de fabriek aanwezig is. De arbeiders die niet in de produktie ingezet kunnen worden herstellen en onderhouden de installaties. De hoogoven is klaar om morgen aangeblazen te worden.

Update oktober 2011: slecht nieuws voor Luik: Arcelor/Mittal heeft besloten beide hoogovens definitief stil te leggen. De vraag naar nieuw staal blijft te laag en er is overproductie. Dit is niet alleen slecht nieuws voor de Luikse staalarbeiders, maar ook voor de havenarbeiders van Antwerpen: het ijzererts en steenkool wordt namelijk aangevoerd via Antwerpen, om dan via binnenschepen aangevoerd te worden via het Albertkanaal.

De sluiting kwan niet als een donderslag bij heldere hemel en heeft mij niet verwonderd: ik voelde het al langer aankomen. Ter plaatse was het te merken dat de hoogovens ten dode opgeschreven waren (hoewel eigenlijk niemand dat wou zeggen): de noodzakelijke herstellingen werden wel uitgevoerd, maar meer dan dat gebeurde er niet. De installaties werden met de tijd minder en minder rendabel in vergelijking met de concurrentie (Sidmar kan bijvoorbeeld zijn overtollig hoogovengas verkopen aan Electrabel om er electriciteit van te maken).

Naast de arbeiders die op de hoogoven zelf werken treft de sluiting ook een groot aantal nevensectoren: de cokesfabriek, natuurlijk, die de cokes voor de oven levert, Carmeuse die kalksteen produceert, de staalfabriek, de gieterij en de onderhoudsploegen (onderaannemers). 300 werknemers zijn in de hoogoven tewerkgesteld, maar in totaal zijn er meer dan 1000 jobs bedreigd.

Ik heb de site van Ougrée opnieuw bezocht in juni 2012. De produktie is inderdaad stilgelegd, maar de cokesfabriek draait nog volop.

Publicités - Reklame

-