De naam “Maxhütte” komt van Maximiliaan II van Beieren, die aan de macht was toen de staalfabriek gebouwd werd in 1851. Een “Hütte” heeft dezelfde etymologie als het nederlandse “hut”: een constructie, Hüttenwerk verwijst naar de metallurgie.
|
|
|
De fabriek was echter maar een paar jaren geleden gesloten, daardoor zijn er nog geen kunstwerken aangetroffen. Eigenlijk is het echt een vuile boel. De volledige fabriek wordt in stukken gesneden met de gasbrander of met de bulldozer met de grond gelijk gemaakt. Tijdens fotosessies te plaatse werden we regelmatig opgeschrikt door het plots sissen van de overdrukventiel van de zuurstoftanks die gebruikt werden door de lassers.
|
|
|
Mijn grootvader was ingenieur in een dergelijke fabriek, en ik kon zonder teveel moeite de verschillende werkposten terugvinden: de cokesfabriek waar bruinkool door droge destillatie in cokes wordt omgezet, met zijn leidingen die het geproduceerd gas afvoerden. De cokes (een brandstof die op houtskool lijkt) worden in de hoogovens als brandstof gebruikt om de ijzererts te smelten en te reduceren tot gietijzer.
|
|
|
Vroeger kookte men niet met aardgas, maar met stadsgas: het is een bijprodukt bij de produktie van cokes. Stadsgas was zeer gevaarlijk, want het bevatte een grote hoeveelheid koolmonoxyde. Als de waakvlam van de boiler doofde kon je aan koolmonoxydevergiftiging sterven! Hier werd het geproduceerd stadsgas onder andere gebruikt voor de stroomgeneratoren (krachtkoppeling).
|
|
|
Verder zijn er ook nog een paar foto's te zien van de zware compressoren die het het lucht dat de oven ingeblazen wordt comprimeert. Nadien wordt de lucht nog verwarmd tot 1200° in warmtewisselaars (Cowpertorens). Door de lucht die in de oven ingespoten wordt vooraf sterk te verhitten stijgt het rendement van de oven: er gaat minder warmte verloren.
|
|
|
De groene leidingen zijn waterleidingen (de kleur is gestandardiseerd). Water wordt gebruikt om de metalen wand van de ovens te koelen. De stoom dat daardoor onstaat wordt gebruikt om generatoren aan te drijven.
|
|
|
De fabriek was (volgens iemand uit de buurt) eigendom van de Duitsche Bundesbahn (de duitse spoorwegen), maar eigenlijk heeft het meerdere eigenaars gekend. Gebouwd dicht tegen de grens met Tsjekoslovakije (goedkope arbeidskrachten!) heeft het de fusie van Oost met West-Duitsland en nadien de onhafhankelijkheid van Tschechië nauwelijks overleefd.
|
|
|
De laatse werkzaamheden aan de fabriek (de bouw van een Siemens-convertor om het vloeibare ijzer om te zetten in staal) dateren van 1986 en de laatste documenten die in de fabriek aangetroffen werden hebben een datumstempel van maart 2002. De gebruikte technologie dateert van de jaren 1980; zelfs in de jaren '2000 nog niet echt verouderd, maar de eigenaren hebben eieren voor hun geld gekozen en de fabriek laten draaien tot die echt verouderd was. In de bloeijaren werkten er 9000 man in de fabriek, dat in september 2002 gesloten werd.
|
|
|
Een paar van de foto's op de bladzijde zijn genomen op andere plaatsen in Beieren: aan het Westpark (een park dat door portretfotografen gebruikt wordt voor hun fotografie wegens de strakke klassieke stijl), aan de ingang van een Biergarten (waar het eten niet te vreten is) en aan de Insel (waar we wetfun foto's hebben genomen).
|
|
|
Meer foto's van de shootings in Duitsland (met de fotomodellen erbij!) zijn hier te vinden. Ook België had zijn hoogovens, namelijk de Forges de Clabecq. Deze werden echter ook afgebroken in 2010.
|
|
|
De fabriek is een compex systeem, met niet enkel een hoogoven voor de produktie van ruw gietijzer (dat eigenlijk weinig waarde heeft), maar ook een staalfabriek waar het ruw gietijzer omgevormd wordt tot staal in convertoren.
|
|
|