30 jaren geleden sloot de produktiesite van Duisburg-Nord. De site is nu volledig gerenoveerd en het antal bezoekers blijft maar stijgen. Omdat er meer bezoekers komen, worden er ook meer aktiviteiten voorzien voor de bezoekers. |
-
Het is duidelijk als je de lokatie bezoekt, dat de streek geen economisch moeras geworden is na het stil leggen van de hoogovens. Het is het begin geweest van een geslaagde restructurering. Er zijn nog steeds installaties in werking, ondanks de moeilijke lokatie ver van de zee (ijzererts moet geïmporteerd worden). Het is niet omdat één site gesloten werd, dat de hele regio stilgevallen is. In Duisburg speelt de groote van de site een rol: er zijn bedrijven die oud ijzer verwerken, bedrijven die cokes produceren en de bijprodukten rendabiliseren, enz. Door de samenwerking van al deze nevenbedrijven kan men een rendabel geheel bekomen: het afval van het ene bedrijf is grondstof voor een ander bedrijf. De goedkoopste manier om staal te produceren is een deel nieuw ijzer te maken (gietijzer via de hoogoven) en die samen de voegen met ijzerafval om opnieuw staal te bekomen. In Luik is de industrie bijzonder versnipperd (dit is historisch zo gegroeid omdat er geen plaats was om een bedrijf te vergroten). De materialen moeten van de ene naar de andere site vervoerd worden en dit komt de produktiviteit niet ten goede. Daarbij is het sociaal klimaat niet bevorderlijk voor nieuwe investeringen. De eerste foto is een cokesfabriek in werking. Om de 20 minuten wordt een deel van de cokes uit de oven gehaald en met water geblust. De witte rookvolk is in feite waterdamp. In Duisburg zijn er kleine eetstandjes, een concertzaal/theaterzaal, een tentoonstellingsruimte, enz. De gazometer werd omgevord tot een duiktank. De muren van materiebunkers worden gebruikt voor alpinisten. De klimrekken hebben enorm veel succes en er zijn zelfs wachtrijen. Een deel van de terreinen worden voor tijdelijke tentoonstellingen gebruikt en er is plaats voor kleine handelaars. Soms worden er zandkastelen gebouwd (foto 2 rechts). Het is duidelijk dat de reconversie geslaagd is. Iedere keer als ik langskom zie ik kleine veranderingen: een aantalmateriebunkers zijn kleine half-gesloten tuintjes geworden. De trend van de hangsloten is hier ook overgewaaid en je ziet de eerste sloten bovenaan de hoogoven, en teken dat zelfs de Johnnys en de Marinas tot boven zijn geraakt (foto 3 rechts). Het is spijtig dat de informatieborden overplakt werden door reklame en tags. Ik denk niet dat het veel helpt de borden verder uit de weg te plaatsen, want de junkies klimmen toch op alles. De wijzigingen aan de site zijn heel beperkt: je kan nog altijd tot boven de eerste hoogoven klimmen, en dan heb je een goed zicht op de site en de regio. Er zijn nog altijd duitstalige gidsen. Op de eerste hoogoven kan je alles zien: de giethal waar gietijzer afgetapt wordt, de blaasmonden, de waterkoeling van de toren, de uitlaat van produktiegassen, de invoer van de grondstoffen, de skips, enz. Foto 4 rechts: de rivier Imscher waarvan men vroeger het water gebruikte voor de koeling van de installaties. Het is spijtig dat de mechanische windmolen niet meer werkt. Die produceerde een waterstraal die voor extra zuurstof in het water zorgde. In het weekend is er zoveel volk dat er mensen ingezet moeten worden om de bezoekers naar de parkings te leiden. De Landschaftspark ("Lapadu") is een dorp op z'n eigen geworden, zelfs met een eigen hotel. Er is zoveel volk dat de dienstverlening in het kleine restaurant aan de ingang heel slecht geworden is (de serveerster was bijzonder onbeleefd). Maar er zijn nog altijd rustige plekken ondanks het groot aantal bezoekers want de site is heel uitgebreid. Duisburg, dat is ook een heel grote natuurpark. Foto 5 rechts: een van de twee hoogovens die niet bezoecht kunnen worden. Andere interessante delen zijn eveneens niet beschikbaar, zoals de controlekamer (misschien is die afgebroken). Andere delen werden reeds afgebroken toen de site nog in werking was, zoals de electriciteitscentrale. Foto 6 rechts: de cowpers gaan altijd per drie: twee zijn in de gasfase (opwarming van de toren) en één is in de windfase (opwarming van het lucht). In tegenstelling met de belgische installaties wordt er geen waterreservoir op één van de torens geplaatst (noodkoeling van de oven in geval van stroomuitval). De begroeing rond de kleine waterzuiveringsstation is verder uitgebreid, vergelijk met de pagina van mijn vorig bezoek.
Voor een fotoshoot met modellen ga je best niet naar de hoogovens, maar naar de andere kant van de weg (Emscherstrasse). Op het einde van de parkings zijn er nog gebouwen met machines en daar komen de mensen niet. Je kan daar gerust een fotoshoot houden in industrie-stijl. Men vraagt zich altijd af waarom iets dergelijks niet mogelijk is in Luik of Charleroi. Luik was de tweede staalproducent van de wereld honderd jaar geleden, maar daar is nu niets meer van te zien. De produktiesite van Charleroi ligt een beetje buiten de stadskern is kan gemakkelijk omgevormd worden tot een park zoals Duisburg. Maar de reconversie is een werk van lange adem die zeker niet in één legislatuur gedaan kan worden, maar in principe kan hetzelfde gedaan worden als in Duisburg. Door de reconversie komt er nieuw leven in de buurt: het is niet zo dat de vervallen buurt een reconversie onmogelijk maakt: het is de reconversie die de buurt weer leefbaar maakt. Een voorbeeld van geslaagde reconversie is Mima in Molenbeek: een museum over moderne kunst in de buurt van de islamisten. |
Publicités - Reklame