In Duisburg heeft men een oude hoogoven en bijhorende installaties volledig gerenoveerd. Het is terzelfdertijd een pretpark, een muzeum en een stukje natuur. De zwaar vervuilde bodem werd zelfs niet weggehaald: het blijkt een vruchtbare bodem te zijn voor de plantengroei. |
-
Landschaftspark
De hoogovens van Duisburg werden stopgezet in 1985 wegens overcapaciteit in Europa. De laatste hoogoven werd in 1973 gebouwd (juist voor de oliecrisis) en was toen nog zeer modern. Na een tiental jaren moet de hoogoven onderhouden worden, en men heeft dan besloten de hoogoven stil te leggen in plaats van de noodzakelijke onderhoud te doen. Duisburg had een eigen electriciteitscentrale, wat uitzonderlijk is. De brandstof werd geleverd door het hoogovengas dat een grote proportie brandbaar koolstofmonoxyde bevat. Een gazometer slaat het gas op en maakt een constante electriciteitsproduktie mogelijk. De electriciteitscentrale leverde ook energie aan de buurtbewoners. Spijtig genoeg zijn de installaties uit de centrale gehaald, de ruimte werd een tijd als magazijn gebruikt. Tegenwoordig is deze ruimte een feestzaal. Hoogovens worden gebruikt om ijzererts om te zetten in ruw gietijzer. Het ijzererts wordt bovenaan ingebracht, samen met cokes en additieven. Omdat de hele hoogoven onder druk staat, worden de materialen ingebracht via een sluissysteem (dubbele stulp). Op ongeveer eenderde van de oven wordt hete lucht ingeblazen (soms samen met steenkool in poedervorm). De steenkool verbrand en levert de nodige warmte voor de andere reakties. Bij sommige installaties kan er zuivere zuurstof ingeblazen worden om de reaktie te reaktiveren (bijvoorbeeld na het aftappen van het vloeibaar ijzer). Het ijzererts wordt gereduceerd door de koolstof van de cokes, en er ontstaat ruwe gietijzer en koolstofmonoxide. Het koolstofmonoxide wordt bovenaan de oven afgetapt en wordt als brandstof gebruikt in een gescheiden verbrandingsoven om de lucht die ingeblazen wordt te verwarmen tot meer dan duizend graden (daardoor stijgt de reaktiesnelheid en het rendement van de oven). Een hoogoven heeft meestal 3 Cowpertorens (foto 2), dit zijn energiewisselaars die voor de verhitting van de ingeblazen lucht zorgen. Het ijzer dat ondertussen vloeibaar geworden is komt in een reservoir onderaan de oven terecht. Een hoogoven heeft een continu werking: het blijft minstens 10 jaar in bedrijf en dan moet het onderhouden worden. Vloeibaar ijzer wordt onderaan de oven afgetapt, samen met de slakken, dat zijn de resten van het ijzererts en de uitgewerkte additieven. De slakken worden onder ander gebruikt bij cementproduktie en kunstmest. Meermaals daags wordt een lading vloeibaar ijzer en slakken afgetapt. Het vloeibaar ijzer wordt in speciale torpedovormige wagons afgevoerd om in een staalfabriek verder verwerkt te worden. Hoogovens zijn een grote CO2-producent. De CO2-uitstoot kan nauwelijks beperkt worden, want er zijn grote hoeveelheden koolstof (fossiele brandstof) nodig om het ijzererts te reduceren. De ovens gebruiken ook water om de mantel te koelen en om het vliegas uit de uitlaatgassen te verwijderen.
Randapparatuur
Verdere verwerkingIn Duisburg werden de vliegassen verwijderd door de uitlaatgassen in een waterbad te laten bubbelen (foto 1). Het vuil water werd gerecycleerd in een waterzuiveringsstation.
Stopzetting en |
Publicités - Reklame