-
Juin 2011
Wat maakt een land welvarend? De mijnen van Congo (toen nog Belgisch) en de staalnijverheid. Na de tweede wereldoorlog was België de grootste staalproducent per inwoner. Een sterke vraag naar staal voor de heropbouw, een uitgebreid spoor- en kanaalnet, een economisch en politiek stabiel land maakten dit allemaal mogelijk. In een paar jaar na de oorlog was de produktie weer opgestart, maar het zou meer dan een paar jaar duren vooralleer het land opnieuw welvarend zou zijn.
Tegenwoordig "maakt" men geen rijkdommen meer, we teren op onze reserves (maar voor hoelang nog? wie gaat de pensioenen betalen als de baby boomers allemaal zullen stoppen met werken?) Jongeren gaan naar de fitness, maar zoeken een nine-to-five jobke, liefst op een ergonomisch verantwoorde leren stoel in een geklimatiseerd bureau. Echte venten bestaan niet meer.
Foto hierboven: van de laatste hoogoven ziet men enkel nog de elementaire componenten van de hoogoven: de reactor zelf, de skips om de grondstoffen aan te voeren tot bovenaan de oven, 3 cowpers en een stofafzuiger. Echt een minimalistische hoogoven. Zoals in Duisburg is de natuur het terrein aan het overwoekeren, dat er zware metalen in de grond en asbest in de constructies zit speelt geen rol. Men hoort de vogeltjes fluiten en golfplaten klapperen. Het is blijkbaar de bedoeling de cowpertorens te bewaren. Wat voor nut heeft dit als de rest van de installaties afgebroken worden? Het bewijs is dat de omringende apparatuur keurig verwijderd is. Ook de waterreserve (blinkende cylinder) boven de derde warmtewisselaar is verwijderd. Je kan de waterreservoir nog goed zien op een foto genomen een jaar eerder.
Om de reaktie van het vloeibaar staal met de lucht te beperken laat men ten alle tijde een laagje slakken over het ijzer drijven. Detailbeeld: de ringleiding dient om de hete lucht in de oven te blazen. De temperatuur van de ingeblazen lucht bedraagt 1200° maar is nog te laag om het ijzer te doen smelten. Nochtans moeten alle leidingen beschermd worden door een meervoudige laag hittebestendige stenen. De hoogoven werkt in overdruk om de reakties te bevorderen. Op de detailfoto ziet men de injector (tuyère). Soms wordt er eveneens zuurstof en koolpoeder (of zware mazout) ingespoten om de reakties te aktiveren.
Dit enorme tandwiel (diameter 3m en lengte van de as 5m) wordt boven de hoogoven gemonteerd (ter hoogte van de inlaatkleppen voor cokes en ijzererts). Een mengarm wordt door de as aangedreven en dient om de lading in de oven te verdelen.
De reaktor is bijna naakt: men ziet goed de waterleidingen (groen) die de metalen omhulsel van de oven moeten afkoelen. De basis van de oven heeft een kleinere diameter en hier worden de scheikundige reakties heviger. De temperatuur stijgt tot 1600°: het ijzer smelt en scheidt zich van het afval (de slakken). Een driefasige hoogspanningstransfo. De wikkelingen zitten in een oliebad om vonken te vermijden. Olie zorgt eveneens voor de afkoeling. De Forges de Clabecq waren een grote electriciteitsverbruiker. Een reeks stroomonderbrekers. Hier ook zitten de contacten ondergedompeld in olie. Dikke veren worden door een motor aangespannen (het is niet mogelijk de stroom manueel in te schakelen want de veren zijn veel te sterk). Bij de stroomonderbreking wordt de veerkracht gebruikt om de contacten snel te verbreken. Deze stroomonderberkers zijn ongeveer 2 meter hoog. Alle terreinen in de omgeving zijn eigendom van de Forges de Clabecq (nu: Duferco): langs de twee kanten van het kanaal en langs beide kanten van het spoorweg. Enkel de koudwalserij aan de overkant van het kanaal is nog aktief. Op de terreinen aan de overkant van de spoorweg stond een sinteringsfabriek om het ijzererts vooraf te behandelen. Het klaargemaakte ijzererts werd door middel van een transportband over de spoorweg getransporteerd tot aan de voet van de hoogoven. De foto is vanaf deze terreinen genomen, op ongeveer 100 meter van de hoogovens. Nu zijn deze terreinen volledig leeg, op een oppervlakte van 80ha. De uiteindelijke bedoeling is 2500 woningen te bouwen, 30.000 vierkante meter bureaus neer te poten 10 en 15 à 15ha industrieterrein aan te leggen (zie artikel in De Morgen). 30.000 vierkante meter bureaus? Er zullen meer mensen in die kantoren tewerkgesteld zijn dan dat er ooit arbeiders op de Forges gewerkt hebben! Is het echt nodig dat het volledig terrein ingepalmd wordt door woon- en kantoorblokken? 80ha, dat is een terrein van 1000m op 800m, dat zijn 120 voetbalvelden naast elkaar. Was het echt niet mogelijk geweest een deel van het terrein te bewaren als erfgoed? Een deel van de Forges de Clabecq hadden een museum kunnen worden, zoals de steenkoolmijnen in Beringen (“Les charbonnages de Beringen” want deze steenkoolmijnen waren eigendom van de waalse staalproducenten) of zoals de steenkoolmijn Bois du Cazier in Marcinelle nabij Charleroi. Maar ja, België vergeet liefst zijn historische grandeur, want tegenwoordig stelt België toch niets meer voor.
Op zoek naar andere interessante fotoshoot lokaties langs het kanaal kom ik in Brussel terecht. Recuperatie van oud ijzer is tegenwoordig big business! Je wagen is meer waard als het tot schroot vermalen is dan als het op de weg rijdt!
Niet ver daarvandaan, het Monument aan de Arbeid (met hoofdletter s'il vous plaît). Daar ging ik met mijn ouders zitten, toen we nog op het einde van de Allée Verte woonden. Tegenwoordig zijn er stevige metalen hekkens rond het monument. De omwoners, allemaal afkomstig uit verre oorden, weten niet wat werken is. De buurt ligt vol rommel: bierblikjes (99% aluminium en 1% mangaan), plastiekzakken (verschillende soorten) en hopen afval die ik niet op hun scheikundige samenstelling wenst te onderzoeken. |
Publicités - Reklame