Duinkerke heeft een zware staalindustrie direkt aan de kust, enkel gescheiden van de zee door een dijk en een zeesluis. Het grote voordeel is dat de zeeschepen die de grondstoffen aanvoeren slechts één uur nodig hebben om de haven binnen te varen.
Eerste foto:
Zicht vanaf de pier, links de haven, rechts de zee, en vooruit de staalindustrie met de 3 hoogovens. Op deze foto zie je ook een gazometer voor de opvang van het hoogovengas. Hoogovengas dat voornamelijk uit koolstofmonoxyde bestaat (als aktieve bestanddeel) heeft een zeer lage calorische waarde (900kcal/m), maar een hoogoven produceert zulke grote hoeveelheden dat het rendabel is van het gas op te vangen en te gebruiken: verwarming van de ingeblazen lucht, verwarming van de gebouwen en zelfs electriciteitsproductie.
Tweede foto:
Dit schip brengt de grondstoffen aan (laag op het water). Dagelijks produceert de grootste hoogoven 10.000 ton ruwijzer per dag: dubbel zoveel grondstoffen zijn nodig per dag. Deze foto is genomen vanaf de zeedijk (Digue du Braeck). In één uur is dit schip binnen in de haven en kan het lossen beginnen.
Derde foto:
Dit schip heeft zijn lading gelost (staat hoog op het water). Op de achtergrond zie je de cokesfabriek (witte rookpluim). Deze foto is van dezelfde plaats genomen, maar nu gericht naar het binnenland.
Vierde foto:
De “wolkjesfabriek”, de cokesfabriek in volle werking. Hier wordt door droge destillatie steenkool omgezet in cokes. Na de destillatie worden de cokes geblust met water, en dit veroorzaakt de rookpluim.
Foto hierboven:
Hier heb je ene volledig overzicht van de cokesfabriek, met links een grote hoeveelheid cokes, klaar om gebruikt te worden in de hoogovens (links buiten beeld).
Een cokesfabriek heeft ook een gazometer, om de productie van cokesgas te stabiliseren. Cokesgas heeft een veel hogere energiewaarde dan hoogovengas (minstens 4000kcal/m) en bevat eveneens talrijke produkten die gebruikt kunnen worden in de scheikundige industrie. Deze stoffen die niet gewenst zijn in de cokes omdat daardoor het ruwijzer van slechte kwaliteit wordt, zijn zeer gegeerd door de chemische industrie. Rond de hoogoven zijn er talrijke bedrijven die deze afvalstoffen als grondstoffen gebruiken. Vroeger werd cokesgas gebruikt als verlichtingsgas en om te koken (stadsgas, met een kleine verschil in samenstelling).
Dan heb je de extractietoren (de "wolkjesfabriek") en de transportbanden om de steenkool aan te voeren.
Zesde foto:
En hier zien we eindelijk de hoogovens: HF4, de hoogoven met de grootste dagcapatiteit produceert 10.000 ton ruwijzer per dag. Ernaast heb je HF3 en HF2 en rechts in beeld de cowpertorens van HF2. De drie hoogovens zijn constant in werking: Duinkerke is een rendabele site dankzij zijn uitstekende ligging aan zee.
Zevende foto:
De zeesluis die dit alles mogelijk maakt. Deze werd in 1966 gebouwd. Dankzij de zeesluis blijft het waterpeil in de haven constant en zijn er geen gevaarlijke stromingen. Op het voorplan heb je de voorhaven in directe verbinding met de zee, achteraan de haven met de hoogovens en de kranen om de grondstoffen te lossen. Er wordt geen ruwijzer of staal geëxporteerd: de produktie dient voor gebruik op het vasteland en wordt afgevoerd per trein.
Achtste foto:
Het seinhuisje van de zeesluis wordt al lang niet meer gebruikt: alles wordt op afstand bediend vanaf een centrale controlepost.
Maar zelfs in Duinkerke moest de produktie verminderd worden tussen augustus 2012 en januari 2013. De vraag naar staal was gewoon onvoldoende om alle hoogovens in werking te laten.
|