-
Carsid Charleroi
De cokesfabriek van Charleroi, bezoek in 2016 en 2017 Stephan Vanfleteren: le gris est noir. Charleroi in 2020: de afbraakwerken zijn goed en wel begonnen. Een bezoek aan Carsid in 2020: de afbraakwerken zijn nu goed begonnen. En tussen twee lockdowns door, een bezoek van Carsid door Luigi Spagnuolo die de hoogoven 4 van Charleroi probeert te redden. Jaarlijks is er een tentoonstelling en fakkeltocht voor het behoud van de installaties, voornamelijk de HF4. Scholieren weten niet meer wat steenkool is en hoe belangrijk het was voor ons land. De kinderen die nu naar school gaan hebben nooit een werkende cokesfabriek gezien. De hoogoven van Charleroi is de grootste van België en is een overblijfsel van de periode Cockerill-Sambre. In tegenstelling met andere sites is men nog niet begonnen met de afbraak. De afbraak is altijd een slecht teken, want er wordt waardevolle installaties afgebroken: er wordt immers zoveel mogelijk koper en andere metalen gerecupereerd, maar daardoor verliest de hele site aan historische waarde. De mensen die de afbraakwerken doen (onderaannemers) hebben er alle voordeel bij de duurste stukken af te breken en enkel de rommel achter te laten (dat heb ik meegemaakt bij de afbraak van de electriciteitscentrale van Monceau-sur-Sambre).
Kranteknipsel:
Plans rechts: in tegenstelling met Luik zijn alle installaties mooi centraal gelegen aan de Samber. Er zijn loopbruggen zodat de werknemers van de ene oever naar de andere kunnen stappen. Een transportband brengt de sinter van de sinterfabriek naar de hoogoven. Het centrumkanaal maakt een verbinding met Brussel en Antwerpen zodat ijzererts en steenkool direct aangevoerd kunnen worden. Ijzererts wordt omgevormd tot sinters die een minimale en maximale afmeting hebben zodat ze efficienter in de hoogoven verwerkt kunnen worden. Steenkool wordt verhit tot cokes en gaat ook naar de hoogoven. Uit de hoogoven vloeit gietijzer die direct naar de staalfabriek vervoerd wordt. Na omzetting tot staal wordt het metaal gegoten tot plakken. De plakken gaan uiteindelijk naar de warmwalserij. In theorie was de site van Carsid zelfs efficienter dan die van Sidmar, omdat die pas vernieuwd was geweest. Maar de aanvoer van grondstoffen kost heelwat geld, waardoor de hele site niet rendabel meer kan zijn. Jean Gandois had beslist dat Luik vooral staalplaat zou maken, terwijl Charleroi eerder staaldraad, buizen, rails zou maken. Staaldraad en rails zijn echter laag technologische produkten en er is weinig winst te maken in deze tak. Plan 1:
Het gedeelte tussen de Samber en het centrumkanaal wordt volledig afgebroken (burelen en cokesfabriek). De andere delen zijn volledig afgesloten. Plan 2 (warmwalserij):
|
Publicités - Reklame