En ce qui concerne le charbonnage, il s'agit d'une reconversion réussie, avec l'économie circulaire, qui est (qu'on le veuille ou non) l'avenir de la région. Il y a des salles de réunion, de petits commerces, etc. Les batimenst ont été gardés, mais il n'y a plus d'installations d'extraction (chassis à molette, installations électriques...)

Trois salles étaient utilisées: une salle pour les charbonnages avec plusieurs tableaux, du matériel de mineur, la reconstruction d'un chassis à molettes et d'une galerie de mine (où on utilisait au début des chevaux avant l'électrification). Plusieurs anciens mineurs étaient présents. On voit que certains se sont reconvertis dans la peinture et la réalisation de miniatures.

Il est dommage que l'éclairage se fasse avec des lampes à mercure haute pression (le genre de lampes qui étaient utilisées pour éclairer les halls d'usines), car cela donne un teint verdâtre aux photos.

La seconde salle est consacrée au verre. On l'oublie trop souvent, mais Charleroi était le centre de l'industrie verrière (surtout le verre à vitre). Il y a actuellement de nombreux ouvriers qui sont devenus artisans.

La troisième salle était la salle de la sidérurgie, avec une présentation vidéo et beaucoup de documents de Cockerill Sambre faisant la promotion de leur outil industriel. Quand on lit les belles promesses et qu'on voit ce qu'il en reste...

Il ne s'agit pas d'un musée permanent, mais d'une exposition sur 4 jours. Des écoles ont été invitées, mais on se rend rapidement compte que cela n'interesse pas les jeunes. Le charbon, ils ne savent pas ce que c'est. Le haut fourneau, ils ne l'ont jamais vu fonctionner. On voit très bien que c'est du passé. Les enfants font la visite parce qu'ils sont bien obligés, mais on voit que cela ne les interesse pas. Quand je suis passé, il y a eu en tout 4 visiteurs sur toute la journée, et il s'agissait d'anciens métallos qui venaient rendre une visite à leurs anciens collègues.

Tant de travail pour réaliser l'exposition, et si peu de visiteurs, c'est à pleurer.

J'espère simplement que la marche aux flambeaux qui est prévue pour samedi soir attirera plus de monde. La marche au flambeaux est organisée chaque année à la mi-novembre a comme but de faire préserver le Haut Fourneau de Charleroi, le dernier du Borinage. C'est la 4° marche qui est organisée. Il faut faire un effort pour la mémoire de la région.

Halverwege november 2017 was er een tentoonstelling over de steenkoolmijnen, de glasindustrie en de staalnijverheid. De tentoonstelling vond plaats in Monceau-Fontaines, op de plaats van een oude steenkoolmijn.

De steenkoolmijn werd omgevormd tot een plaats waar kleine ambachten kunnen samenwerken. In Limburg (Beringen) zet men er grote winkelketens, hier doet men het meer kleinschalig. Er zijn ook een paar vergaderzalen. De gebouwen werden bewaard, maar niet de installaties.

Drie vergaderzalen werden omgebouwd tot tentoonstellingsruimte. Het is echter spijtig dat er ouderwetse hoge druk kwiklampen gebruikt werden voor de verlichting (het zijn dezelfde lampen die gebruikt worden voor de verlichting van grote produktiehallen): deze lampen geven een lelijke gele schijn aan de plaats.

De zaal over de steenkoolmijnen bevat een aantal schijderijen, niet enkel van de steenkoolmijnen, maar ook van de staalindustrie. Een aantal ex mijnwerkers waren aanwezig.

Charleroi was ook belangrijk voor de glasnijverheid. De stad was één van de meest belangrijke producenten (vooral van vensterglas). Een aantal arbeiders zijn nu ambachtslieden geworden.

De derde zaal gaat over de staalnijverheid, met een filmvoorstelling en veel documenten van Cockerill-Sambre die de promotie deed van zijn productiecapaciteit. Als men nu kijkt wat er nog overblijft van Cockerill-Sambre...

Het is geen museum maar een tijdelijke tentoonstelling. Scholen werden uitgenodigd, maar je merkte goed dat de scholieren niet echt geïnteresseerd waren. Steenkool, ze weten niet wat het is. Een hoogoven, ze hebben die nooit zien werken. De kinderen hebben geen binding met het verleden. Ze zitten in de tentoonstelling omdat ze moeten. Toen ik langskwam, waren er 4 bezoekers die dag langsgeweest, en het waren dan ook oude werknemers die hun collegas kwamen bezoeken.

Zoveel werk om de tentoonstelling samen te stellen, en zo weinig bezoekers. Het is om te bleiten. Het is enkel te hopen dat de betoging van deze avond meer succès zal hebben. Het is een betoging voor het behoud van de laatste hoogoven van de Borinage, de HF4. Ieder jaar wordt er rond dezelfde periode een fakkeltocht gehouden voor het behoud van de HF4, dit was de 4e editie.