-
In die tijd was de streek wat speciaal, met een grote populatie die een soort vlaams sprak (die mensen zijn ondertussen allemaal dood). De streek maakte vroeger deel uit van het Graafschap Vlaanderen en werd pas geännexeerd door één of andere Lodewijk (de fürher uit die tijd). Tijdens de tweede wereldoorlog werd de streek opnieuw bij België gevoegd en vannuit Brussel bestuurd. De steenkoolmijnen uit de Borinage liepen door naar Frankrijk. Bepaalde straten hebben nog de typische look (les Corons), de kleine, nagenoeg identieke huisjes. “Si leurs maisons sont alignées. C'est par souci d'égalité” (Les gens du Nord, Enrico Macias). Deze streek heeft het zwaar te verduren gehad na de sluiting van de steenkoolmijnen en het verdwijnen van de textielindustrie rond de Leie (la Lys).
Frankrijk daartegenover is er wat op vooruit gegaan. Er is industrie in Duinkerke en Boulogne sur Mer (hoogovens, dat is de basisindustrie die voor heelwat werkgelegenheid bij onderaannemers zorgt). Ondertussen zijn de hoogovens in Boulogne-sur-Mer afgebroken en heeft de haven één van zijn grootste klant verloren. Maar een nieuwe industrie-tak is ontstaan: toerisme! Sinds de walen zich niet echt meer lekker voelen aan de belgische kust zijn ze massaal uitgeweken naar het Noorden van Frankrijk. Als ze in Namur of Charleroi wonen hoeven ze zelfs niet via Brussel te passeren. De E42 en de A26 kunnen de drukte beter aan dan de E40. De walen worden er is het frans bediend, wat niet meer zo evident is aan de belgische kust. En geen kans dat ze De Wever tegenkomen, die gaat liever naar Beieren. Overal worden er appartementen gebouwd, zowel voor de lokale bevolking als voor de toeristen. Het zijn allemaal identieke woonblokken aan de kust. In het binnenland waar er wat meer plaats is, zijn het allemaal individuele huisjes, niet veel beter dan een bungalow. Zeer moeilijk te verwarmen in de winter, want de individuele huisjes moesten zo goedkoop mogelijk gebouwd worden. Er is hier ook duidelijk een stadsvlucht te merken. Het is gewoon niet meer mogelijk om in stad te wonen, want er is geen plaats om de twee autos van het gezin te parkeren. Madam en meneer hebben allebei een auto nodig, want ze moeten allebei gaan werken om het huis, de twee autos en de crèche te betalen. De kleine handelszaken verdwijnen het de stadskernen, er blijven enkel bureaus en administraties over. Zonings worden aangelegd: zowel voor de industrie (meestal opslag en distributie) als voor handelszaken. Zelfs appartementen worden in zonings ingeplant, alles mooi gescheiden van elkaar. Je hebt noodgedwongen een auto nodig om te gaan werken of te gaan shoppen. De zonings zijn lelijk, het is industrieele bouw (zelfs voor de huizen), geen sfeer, 's nachts verlaten. De typische oude dorpskern is aan het doodbloeden: de huizen staan er te koop en zijn meestal in zeer slechte staat. De generatie die in deze dorpskernen woonde is aan het uitsterven. De huidige generatie wilt "in het buiten" wonen, zonder te beseffen wat dat precies inhoudt. In de week zijn er verkeersopstoppingen om te gaan werken (vooral in Duinkerke), op zaterdag zijn er files naar het shoppingcenter. Ken je Gérard Mulliez? ... Echt niet? ... Auchan, Norauto, Leroy-Merlin, Decathlon,... da's allemaal van hem. In een tijd dat het niet meer zo goed gaat met de economie, investeren de promotoren in bouwprojecten. In een tijd van recessie is het enige dat nog draait de betonmolen. In bepaalde streken is de bouwwoede zo ingrijpend geweest, dat er constant overstromingen zijn: er werd zoveel gebouwd dat het water niet meer op een natuurlijke manier in de bodem kon dringen. Het is niet in de stad dat die overstromingen gebeuren, neen, het gebeurt in de nieuwe bouwverkavelingen.
Er wordt gebouwd zonder rekening te houden met de voorschriften. Als je naar je appartement aan zee komt, dan heb je plots geen zicht meer op de polders, maar staat er een appartementsgebouw op 5 meter van je balkon. Er is gewoon een tweede rij appartementsgebouwen neergepoot juist achter de eerste rij. België is koploper wat betreft lelijke bunker-appartementen (ze hebben veel geleerd van Operation Todt). Ze staat niet dicht tegen elkaar zoals in Frankrijk (dus staan ze op kilometers van de eerste winkel). Het beste voorbeeld hoe het niet moet is De Panne. Een stuk natuurgebied heeft moeten wijken voor het grootkapitaal. Wat er neergepoot werd is afschuwelijk: een blok beton! Geen winkels in de buurt, geen uitgaansleven. In de winter is het er doods. En op het dak geen Freya of Würzburg Riese, maar een antennemast van de telecomoperator. |
Publicités - Reklame