Hoofdindex » Pictures » France » Bunkers » Batterie Lindemann
Départements Nord/Pas de Calais
Bunkers van de tweede wereldoorlog
Batterie Lindenmann
-

-


De batterie Lindemann was prominent aanwezig op reklamefolders van het nazi-regime.


Luchtfoto van de batterij Lindemann


Een schilderij in één van de bunkers van de vuurleiding.
Duitsers zijn maar ook mensen...

De streek van het Noorden en vooral Pas-de-Calais werd zwaar bewapend, eerst om de invasie van Engeland voor te bereiden, dan als verdedigingslinie. De zwaarste kanonnen werden in het Pas-de-Calais geplaatst: de batterie Lindemann, genaamd naar de kapitein van de Bismarck die in 1941 tot zinken werd gebracht (de Bismarck, niet de kapitein, alhoewel die ook niet meer boven water gekomen is). Deze zware kanonnen waren te zien op talrijke reklamefolders van het nazi-regime en moesten aantonen dat het noorden van Frankrijk voorbereid was op een geällieerde aanval. Dit moest de Duitse bevolking sussen en aan de wereld tonen dat Duitsland op alles voorbereid was.

Oorspronkelijk waren deze kanonnen bedoeld om op zware schepen gemonteerd te worden, maar nadat de Bismarck tot zinken werd gebracht werden er geen slagschepen meer gebouwd. Het derde slagschip (Hindenburg, na Tirpitz en Bismarck) werd trouwens nooit voltooid.

De grote batterijen zijn niet aan de kust gelegen, maar enkele kilometers landinwaarts. Daardoor kunnen de kanonnen niet geraakt worden vanaf de schepen: ze zijn beschermd door de duinengordel. Als ze geraakt zouden worden is het zuiver een toevalstreffer. De kanonnen worden gericht door verschillende vuurleidingsbunkers die dichter bij de kust gelegen zijn en een direct zicht hebben.

In de oorlog heeft de aanvaller altijd de beste kaarten. Dit werd bewezen bij de aanval op België, die in een paar dagen volledig ingepalmd werd. De geällieerden werden massaal in de val gelokt, er onstonden zwakke plekken in de verdedigingslinie. De Duitsers konden zonder problemen de zeehavens van Boulogne en Calais bereiken via een tangbeweging. De duitse troepen legden meer dan 100 km af per dag omdat er zo weinig weerstand was. De geällieerde troepen zaten vast in de strook tussen Duinkerke en De Panne. De franse regering moest melden dat ze geen reserve troepen meer bezat om een tegenaanval in te zetten, en dit reeds een paar dagen na het begin van de oorlog. De rivier de Somme werd een feitelijke frontlinie gedurende een maand, totdat alle troepen in de enclave vernietigd werden. Dan kon de aanval op Frankrijk verder gezet worden.

De bevrijding gebeurde niet in het Nauw van Calais, maar in Normandië. De Duitsers waren totaal verrast en het heeft dagen geduurd vooralleer de Duitsers de regimenten die in het Noorden gestationeerd waren naar het zuiden verplaatst hadden. Maar toen hadden de Amerikanen en de Engelsen als een stevige voet aan wal, en was de oorlog eigenlijk al beslecht.

De batterie Lindemann is tegenwoordig niet meer bereikbaar. Bij het graven van de tunnel werden de brokstukken (krijtbrokken) op de bunkers gestort. Ook de controlebunker gelegen aan de Cap Blanc-Nez is recentelijk vernietigd bij de "vernieuwing" van de Cap. Weinig mensen wisten dat “die” specifieke bunker gebruikt werd om de kannonen te richten.

In Frankrijk zijn de bunkers niet beschermd, wat wel het geval is in België. Dat er nog zoveel bunkers in Frankrijk zitten heeft alles te maken met de natuurlijke luiheid van de Fransen: in België werden de meeste bunkers opgeblazen begin jaren '70, toen de economie weer volop draaide en men het verleden voorgoed wou vergeten. De enige bunkers die bewaard zijn gebleven zijn gelegen op privé-terrein, zoals in het Zeepreventorium. Het is pas heel recent dat de meeste overgebleven bunkers beschermd zijn.

Dat de bunkers op franse grond ooit beschermd zullen worden zoals in België is weinig waarschijnlijk: het is niets om fier op te zijn: de fransen werden verplicht om voor de Organisation Todt te werken en talrijke lokale bedrijven hebben zich verrijkt met de bouw van de Atlantikwall. Zelfs in la "France libre" (het deel van Frankrijk dat niet bezet was en bestuurd werd door Pétain) werden de mensen aangezet om te werken voor de bouw van de muur. Dit is zeker niets om trots op te zijn, en de fransen zijn maar gelukkig dat de bunkers langzamerhand in de duinen verdwijnen.

Publicités - Reklame

-