Hoofdindex » Pictures » België » Divers » Le Martinet
Monceau
Charbonnage Le Martinet (Monceau sur Sambre - Roux
Le Martinet
-

-

Opnieuw een bezoek aan de Borinage, een streek met een heel rijke industriele verleden, maar waarvan niet zo veel meer overbljft. De straten zijn in heel slechte staat, snelheidsbeperkingen in de bebouwde kom zijn zelfs niet nodig, ja kan hoogstens aan 30 per uur tussen de putten rijden. Op een recht stuk weg, pas heraangelegd merk je plots twee drempels, op een baan die noormaal voorzien is voor 90km per uur.

De bedoeling was de oude charbonnage du Martinet te bezoeken, gelegen op de grens tussen Roux en Monceau sur Sambre. Het is een site die volledig gerenoveerd werd (maar ondertussen werden wel alle interessante stukken en machines verwijderd). De Borinage had enorm veel steenkool in de grond, waardoor er ook industrie in de streek ontstaan is. De afgewerkte producten konden afgevoerd worden via de Samber. Maar eenmaal dat de ontginning niet meer rendabel was, sloten alle steenkoolmijnen. Het was dan niet meer de moeite nog staalnijverheid in stand te houden, want de aanvoer van grondstoffen via het water (centrumkanaal, kanaal naar Brussel en Antwerpen en Samber) was te duur.

Een martinet is een hamer aangedreven door het water (later zal men daarvoor een stoommachine gebruiken). De bedoeling is ruw ijzer te behandelen om die te zuiveren van de slakken (men bekwam dan smeedijzer). Toen had men nog geen hoogovens en staalfabrieken om gietijzer en staal te maken. Men had enkel laagovens waarbij de temperatuur te laag was om ijzer vloeibaar te maken. Tijdens de industriele revolutie zal deze artisanale productie verdwijnen, vervangen door grotere installaties met hoogovens en puddelovens.

Direct als ik ter plaatse kom zie ik een affiche "toegang verboden". En toch, er was laatst nog een televisiereportage over de site. Er zijn enkele grote routepaden die langs de site lopen (de bekende rode en witte merktekens). De terrils hebben een heel speciale biotoop. De hellingen die naar het zuiden gericht zijn zijn ideaal om druiven te kweken.

In het midden van het terrein zit er een zwarte kast waar je folders over de steenkoolmijn kan vinden. Er zijn heelwat wandelaars, want het is een rustige route langs de terrils, de Samber en de spoorlijn. De site werd enkele jaren geleden heraangelegd, dat is te zijn aan de leeftijd van de bomen: het zijn bijna allemaal jonge bomen van een paar meter hoog. In de delen waar er geen industrie was staan er veel hogere bomen.

Het eerste wat je ziet is de voormalige machinekamer (extractiegebouw). Dat is het gebouw met de liften die de mijnwerkers naar de mijnen brachten, op ongeveer 950 meter onder de grond.

La salle des pendus is de zaal waar de mijnwerkers hun kleren konden wisselen en een douche nemen. De naam komt van het feit dat de arbeiders hun kleren aan een haak moesten hangen. De kleren werden dan naar boven getrokken door een ketting, die dan vastgemaakt werd met een slot. Dit systeem was eenvoudiger dan kasten te voorzien voor iedere mijnwerker. Er was minder plaats nodig en de zaal kon gemakkelijker gereinigd worden. Deze zaal is tegenwoordig een artisanale bierbrouwerij geworden.

De mijnwerkers gingen dan naar het extractiegebouw via een gang, waarvan er nog een deel overblijft. De gebouwen voor het behandelen van de steenkool zijn vernietigd (triage-lavoir central: spoelen en sorteren). In totaal werkten er meer dan 1000 mensen opd e site in drie ploegen.

In de machinekamer (extractiegebouw) ziet men nog de aanduider van de liftinstallatie. De arbeider die de lift bediende kon zo direct zien op welke diepte de kooi zich bevond. Om op de juiste hoogte te kunnen stoppen waren er markeringen aangebracht op de liftkabel. Dit is belagrijk zodat de wagonnetjes geladen en gelost konden worden.

La cantine des italiens is een plaats waar de arbeiders konden eten en slapen. Het waren vooral arbeiders die uit Italiê gehaald werden en die hier geen familie hadden (gezinsherreniging bestond toen nog niet). Ze sliepen samen in een enorme slaapkamer. In de kempische steenkoolmijnen die later gebouwd werden gebruikte men turkse arbeidskrachten.

Een gebouw waar de stoomlocomotieven onderhouden werden wordt nu gerestaureerd. Dagelijks werden er tot 10.000 ton steenkool per dag bovengehald, en na het zuiveren moest het steenkool naar de eindgebruikers vervoerd worden via het spoor. De eindgebruikers zijn hier vooral de staalverwerkende bedrijven in de buurt.

Het gebouw van de ingenieurs bestaat nog steeds, en zijn twee kleine smederijen aanwezig. Verder op het pad zie je de bassins waar het water dat gebruikt wordt om de steenkool te spoelen opgeslagen wordt. Steenkoolpoeder en afval zinkt dan naar de bodem.

Bepaalde bomen in het oudere gedeelte hebben maretakbollen. Dit is een parasiet van de bomen. In het midden van het terrein is er een loods waar steenkool in zakken gedaan werd voor de particuliere gebruikers. Van daar heb je een goed zicht op de omgeving.

De lokatie is geschikt voor een fotoshoot met modellen maar de mogelijkheden zijn eerder beperkt in vergelijking met een echte urbex loktie. Van zodra het mooi weer is voor een fotoshoot komen de toeristen naar buiten en lopen er constant mensen in beeld.


Natuurlijk als ik in de streek van Monceau sur Sambre ben, ga ik de oude electriciteitscentrale bezoeken. Ik was er al in 2016 geweest, maar in al die jaren is er weinig veranderd. Enkel de straten zijn in een nog veel slechtere staat, het lijken nu wel bomcraters zoals in Ukraine. De illegale arbeiders die alle waardevolle metalen gestolen hebben, die werkten tenmiste sneller!

Aan de electriciteitscentrale zie je vooral buitenlanders die de koeltoren gaan bezoeken. Het is blijkbaar één van de mooiste koeltorens van Europa. dan kunnen ze de electriciteitscentrale bezoeken, maar hier is niets veel meer te zien. Er lopen nog enkele leidingen in de centrale, maar de administratieve gebouwen zijn totaal verlaten.

Publicités - Reklame

-