-
De incident vond plaats aan de schacht waar de lucht aangezogen wordt en de giftige rook spreidt zich snel over de verschillende gangen. Een uur later heeft het vuur de tweede schacht bereikt (luchtafzuiging), die ook onbruikbaar wordt. De liftkabels breken één voor één en de kooien vallen op de bodem van de schacht. De honderden arbeiders zitten vast in de mijn. De ventilatie wordt een uur en half na het ontstaan van de brand stilgelegd. Men probeert de vastzittende arbeiders te bereiken via een derde schacht die nog niet afgewerkt is, maar de doorgangen naar de mijn zijn afgesloten om veiligheidsredenen. Het zal meer dan 4 uur duren om de doorgangen vrij te maken. Achteraf zal deze derde mijnschacht nooit meer gebruikt worden. Het is pas een uur na het incident dat men besluit de twee kooien van elkaar los te koppelen. Deze operatie duurde twee volle uren, terwijl het mogelijk was geweest de kabel van de vastzittende kooi met een gasbrander door te snijden. Deze mogelijkheid was zelfs expliciet voorzien in geval van nood. Een ploeg zakt in de schacht, maar kan de galerijen niet bereiken wegens de hitte. Twee uur later wordt de aanzuiginstallatie opnieuw ingeschakeld. De temperatuur zakt snel. Drie hulpverleners geraken op een diepte van 715m en enkele werknemers kunnen die dag nog gered worden. Geen enkele mijnwerker zal in de komende dagen nog levend uit de mijn geraken. De steenkoolmijn beschikte over een noodlier die in beide schachten ingezet kon worden, zelfs met de kabel van de originele kooi nog in de schacht. De noodlier werd niet gebruikt, terwijl de mijn gedurende 3 uur onbereikbaar was. De lier werd aangedreven door een stoommachine, en het kan een tijd duren vooraleer de installatie voldoende druk opgebouwd heeft (hoelang? het expertenrapport die achteraf opgesteld werd vertelt daar niets over).
Foto 1 en 2: Een zeer schematische voorstelling van de mijn (de galerijen zijn niet aangeduid). De puits Foraky (links), de derde mijnschacht, was nog niet gebruiksklaar. Na de mijnramp zag men hoe verouderd de installaties waren: de mijn moest dagelijks steenkool bovenhalen en er was geen tijd om de installaties te vernieuwen. Er werden nooit brandoefeningen uitgevoerd en handelingen die heel snel hadden uitgevoerd moeten worden zijn veel te laat gedaan: loskoppeling van de vastzittende kooi zodat de tweede kooi vrij kwam, de noodlier gebruiken, enz. Er werd veel te lang gewacht om iets te doen. Het incident had misschien niet vermeden kunnen worden, maar de gevolgen hadden beperkt kunnen worden.
MijngasDe oorzaak van de mijnramp was niet mijngas. Mijngas is een zeer brandbaar gas dat hoofdzakelijk uit methaangas bestaat (soms zijn er ook andere gassen aanwezig zoals radon en koolstofmonoxyde. In het mijngas is enkel koolstofmonoxyde giftig op een zeer lage concentratie. De andere gassen zijn enkel verstikkend (verdunning van de zuurstofconcentratie).Mijngas kan exploderen bij een concentratie tussen 5 en 15%. Zelfs bij deze concentratie van 15% is er nog geen akuut levensgevaar. Mijngas werd gedetecteerd door een speciale veiligheidlamp met een metalen gaas rond de vlam zodat de vlam zich niet buiten de lamp kon uitbreiden. Als de vlam langer werd, was dit een teken dat er mijngas aanwezig was: men mag dan niet meer verder werken om vonken te vermijden. Als de vlam dooft, is dit een teken dat er meer dan 15% mijngas aanwezig is in de lucht. Nochtans is er geen akuut verstikkingsgevaar (er is nog voldoende zuurstof aanwezig in de lucht). Enkel als er koolstofmonoxyde aanwezig zou zijn is mijngas giftig. Men heeft kanarievogels gebruikt om mijngas te detecteren. Kanarievogels hebben geen last van methaangas (zoals wij), maar ondervinden veel sneller dan wij de gevolgen van een koolstofmonoxydevergiftiging. De mijnwerkerslamp detecteert dus mijngas, en een kanarievogel detecteert of er ook koolstofmonoxyde aanwezig is. Om de kanarievogel te redden wordt de kooi afgesloten en krijgt de kanarie een dosis zuurstof.
Foto 3 en 4: De maatregelen die gevolgd moesten worden in geval van een accident waren duidelijk vermeld, maar de praktische realisatie liet te wensen over. Na de ramp werd de mijn opnieuw in gebruik genomen, zij het op een lager pitje. De derde schacht die oorspronkelijk bedoeld was voor de verluchting (zodat men over twee bruikbare schachten voor de extraktie kon beschikken) wordt gedempt. Enkele jaren later, in 1961 besluit men de mijn stil te leggen. Bij de laatste werzaamheden vinden de arbeiders nog een rijke steenkoollaag. De steenkoolmijn zal pas definitief sluiten in 1967. In het musée de la photographie de Charleroi is er een fototentoonstelling over de mijnramp. Het museum is op 5km van de steenkoolmijn gelegen. |
Publicités - Reklame