-
Foto 1: Dit is een kleine stoommachine die als speelgoed verkocht werd in de jaren 1970. De verwarming gebeurde door Esbit blokjes (vaste alcohol).
Foto 2: Eerst was er slechts één wals om de staalplaten tot de juiste dikte te brengen. De plaat werd heen en weer in de wals gestuurd en voor iedere doorgang werd de dikte kleiner ingesteld (wiel bovenop de wals). Tegenwoordig gaat de staalplaat door een reeks walsen tot het de juiste dikte bereikt heeft en wordt dan opgerold tot een zogenaamde coil.
Foto 3: Er wordt overgegaan op het continu gieten van het glas, zodat men sneller kan produceren. Het glas is ook van betere kwaliteit (meer effen, grotere oppervlaktes beschikbaar) en er zijn minder verliezen. Glaverbel was één van de belangrijkste glasproducenten, maar werd overgenomen door een buitenlandse onderneming, zoals de staalnijverheid (Cockerill-Sambre). DE beslissingen worden in Japan genomen en als de productie niet meer rendabel kan verlopen wordt de fabriek gewoon gesloten.
Foto 4: Het erts wordt omgezet in gietijzer in een hoogoven en gegoten. Gietijzer wordt dan omgezet in staal die betere eigenschappen heeft dan gietijzer. Dankzij de Bessemer en Thomas converter kan de produktie sterk verhoogd worden. Het vervoer van het gietijzer gebeurt nu via spoorwegen in torpedovormige wagens. Het gietijzer blijft hierin vloeibaar, zodat het niet meer opnieuw vloeibaar moet worden gemaakt. Eenmaal dat het gietijzer staal is geworden wordt het in vormen gegoten (blokgieten), zie foto 4. De blokken worden later opnieuw opgewarmd en gewalst om dieverse halffabrikaten te maken; staalplaat, staaldraad, rails,... Tegenwoordig werkt men met een continu gieterij waarbij vloeibaar staal direct omgezet wordt in halffabrikaten zoals staalplaat op rol (coils) en knuppels (om staaldraad te trekken).
Het ijzererts dat in de streek ontgonnen wordt is van matige kwaliteit en is moeilijk te zuiveren. Het is interessanter ijzererts te importeren. De steenkoolmijnen raken één voor één uitgeput of de uitbating is niet meer rendabel. Uiteindelijk is er geen reden meer om nog een uitgebreide staalnijverheid te hebben in het midden van het land, als alle grondstoffen geïmporteerd moeten worden. De hoogoven van Charleroi werd opnieuw opgestart in 2007 na een grondige onderhoudsbeurt, maar ging definitief dicht in 2008 ten gevolge van de economische crisis. De hoogoven was bijna volledig vernieuwd, maar helaas kon de oven niet rendabel werken ten gevolge van zijn ligging. De staalprijs was immers zover gezakt dat enkel nog de grootste sites aan zee met winst konden produceren.
Foto 5: Stoomturbines worden in electriciteitscentrales gebruikt (zowel thermische centrales als kerncentrales). De turbine wordt direct gekoppeld aan de alternator. |
Publicités - Reklame