Hoofdindex » Pictures » België » Cabour
Cabour
Museum in Adinkerke
Fotografie

-

-

Het watermuseum van Cabour is enkel bereikbaar tijdens geleide bezoeken. Het terrein van de watermaatschappij (is nu een natuurreservaat geworden) bevat naast de gebouwen voor de waterwinning ook een aantal historische overblijfselen, namelijk een veldhospitaal uit de eerste wereldoorlog en verschillende bunkers die door de duitsers in de tweede wereldoorlog gebouwd zijn geweest.

Voor de informatie over de oorlog verwijs ik je naar de pagina over het oorlogsmuseum Cabour.

Foto hierboven: gebouwen van de waterzuivering. Deze zijn nu niet meer in gebruik.

Geschiedenis

Zoals in alle duingebieden deed men hier aan waterwinning op kleine schaal voor de plaatselijke bevolking. De bovenste grondlagen zijn doorlatende zandlagen en de bodemlaag is ondoorlatende klei: regenwater verzamelt zich en kan naar boven gepompt worden.

Tijdens de eerste wereldoorlog heeft het belgisch leger grote hoeveelheden water nodig voor een nabijgelegen veldhospitaal en wordt er een eerste zuiveringsinstallatie gebouwd. Na de oorlog strekken de installaties zich over een paar kilometers.

Na de eerste wereldoorlog wordt het netwerk uitgebreid. Het opgepompt water is in theorie drinkbaar maar bevat teveel ijzer. De waterzuiveringsinstallatie in Cabour is de eerste die een nieuwe methode toepast. Door intensieve beluchting wordt het ijzer omgezet in een onoplosbaar complex dat dan weggefilterd kan worden.

Foto 1 toont ons de maquette van de installatie in het museum van de watermaatschappij. Het museum is gelegen in de vroegere kantoren van de onderneming. Foto 2 is een zicht in wat er overblijft van de zuiveringsinstallatie.

Tijdens de tweede wereldoorlog maken de duitsers intensief gebruik van de installaties. Er zijn immers geen andere plaatsen waar er op voldoende grote schaal water wordt gewonnen. Er wordt zoveel water opgepompt dat er verzilting optreed (aangezien het zoetwaterpeil zakt kan er zoutwater het gebied binnendringen). Het zal nog jaren duren vooralleer het water weer voldoende zuiver is.

Na de oorlog worden er andere ontginningsplaatsen in gebruik genomen. Het gebied van Cabour is echter te klein om voldoende water te kunnen leveren om rendabel te zijn en de installaties worden uiteindelijk buiten gebruik gesteld.

Proces

Zie afbeelding 3 en volgende.

In het gebied zijn er filterputten. Metalen buizen waarvan het einde uit een metalen rooster bestaat steken in de putten. De putten worden dan gevuld met grind zodat er geen zand in de leidingen kan komen. In het gebied van Cabour waren er een twintigtal filterputten, maar in moderne (en grotere) gebieden kunnen er meer dan honderd filterputten zijn.

Met een syphon komt het water in een zuigput. Luchtpompen maken een vacuum in de siphon zodat het water opgezogen wordt en de volledige leiding vult. Door de zwaartekracht loopt het water dan naar de lager gelegen zuigput, de luchtpomp is dan niet meer nodig.

Het nut van de filterputten en de gezamelijke zuigput is dat iedere filterput automatisch meer of minder water zal leveren naargelang het plaatselijk waterpeil en er is maar één gezamelijke waterpomp nodig voor de hele installatie.

Vanaf de zuigput (of winput) gaat het water naar de zuiveringsinstallatie (foto bovenaan de pagina). Nadat het belucht en gefilterd is komt het water in een reinwaterkelder en wordt uiteindelijk naar een waterkasteel opgepompt.

Er zijn meerdere filterbakken zodat de installatie niet stilvalt als een filterbak gereinigd moet worden. Dit gebeurt door lucht onderaan de filterbak in te pompen, waardoor de verontreinigingen los komen van het grind en de keien die voor de filtering zorgen. Dit water wordt dan natuurlijk niet gebruikt maar in de velden gedumpt. De reiniging gebeurt volautomatisch.

Afbeelding onderaan rechts.

Men kan het afvalwater ook recycleren. Aan de kust is dit nodig omdat er teveel mensen wonen; de regen kan niet voor voldoende water zorgen en zonder recyclage zou het waterpeil teveel zakken. Ook de industrie heeft veel water nodig. Het afvalwater wordt gezuiverd en kan afgevoerd worden naar een waterloop: de waterkwaliteit is immers voldoende (viswater).

De waterlopen voeren het water echter naar de zee, en dat is niet de bedoeling. Men kan het water nog verder zuiveren en die gebruiken om het gebied waar de waterwinning gebeurt opnieuw te infiltreren. Het gebied dient dan als een grote waterreservoir. Het procede gaat ook verzilting tegen.

Om de verschillende processen te controleren werd er gebruik gemaakt van een Kent P4000 computer van Brown Boveri. Dit is een speciale computer die in de industrie gebruikt werd voor procescontrole (de voorloper van de PLC of Programmable Logic Controller). Deze computer dateert van begin jaren 80 van vorige eeuw.

Brown Boveri (nu Asea Brown Boveri of ABB) is vooral gekend voor zijn meetmodules voor de procesbesturing. De Kent P4000 bestaat uit een centrale verwerkingseenheid (zoals de mainframes uit die tijd, de IBM 370 en volgenden), maar is uitgerust met een 8 bits microprocessor (terwijl de mainframes al met 32 bit processoren werkten). Om processen te besturen is niet zoveel rekenkracht nodig. Er zijn verschillende interfacekaarten om de processen te controleren.


Het vroegere waterwinningsgebied Cabour is een natuurreservaat met een uitzonderlijk biotoop. Bomen worden regelmatig gekapt om het gebied opnieuw zijn natuurlijk uitzicht te geven. De wandeling gebeurde in oktober en er waren enorm veel paddestoelen.

Publicités - Reklame

-