De jeugd van tegenwoordig
VrijwilligersAls organisator van een evenement of aktiviteit beleef je tegenwoordig totaal geen plezier meer aan je feest: je moet alles op voorhand plannen, zorgen dat "de papieren" in orde zijn. De vrijwilligers contacteren (99% ervan neemt zelfs niet de moeiten om te antwoorden, zelfs niet om te zeggen dat ze niet kunnen komen). De dag zelf moet je al het werk doen want de helft van de vrijwilligers is niet komen opdagen: zaal in orde brengen, tafels, stoelen, versiering, de middag eten serveren en opruimen, tussendoor de "vrijwilligers" gaan halen en/of terugbrengen. Eigenlijk zou ik minder werk hebben zonder vrijwilligers... Jonge vrijwilligers hebben nu al een ambtenarenmentaliteit: die flippen al als zij een bladzijde moeten omslaan. |
-
Fashion victimsIk zou in ieder geval een persoon met dure kleren geen geld toestoppen, zelfs niet voor een goed doel. Zéker niet voor een goed doel, als je weet dat het grootste deel van je geld gebruikt wordt voor de werkingskosten van de organisatie: personeel, belastingen, huisvesting, computers, reklamecampagnes. Dit moet allemaal betaald worden, en waarmee wordt dat betaald? Juist: met jouw geld. Je mag van geluk spreken als van je 10 euro 1 euro effektief gebruikt wordt voor “het goede doel”. De talrijke medewerkers "leven" van het goede doel (zij hebben zelfs liever dat de situatie niet zou verbeteren, want dan krijgen ze minder geld toegestopt). Het is met jouw geld dat de medewerkers Lacoste en Tommy Hilfiger kledij kunnen kopen. Hoe groter en bekender de organisatie, hoe meer geld er nodig is voor de werking ervan. Als het goed doel zich in Afrika situeert, dan blijft er van die euro uiteindelijks niets meer over voor de plaatselijke bevolking, als de importrechten en de talrijke bakchich aan de lokale potentaten betaald zijn. Maar we dwalen af. Vroeger kreeg je respect door kennis en ervaring De jeugd van tegenwoordig weet niets en kan niets (behalve het adres van de volgende fuif en comazuipen). Mijn grootvader bouwde zelf electrische bootjes (zonder bouwpakket, dat wil zeggen dat hij een stuk hout moest uithollen, een motor en versnellingsbak monteren, de as naar buiten voeren en ervoor zorgen dat er geen water insijpelde), dit was toen hij klein was, juist voor de tweede wereldoorlog. Mijn vader bouwde zelf een reflex-ontvanger met twee transistoren (transistoren waren toen nog extreem duur, en hoe minder transistoren je nodig had, hoe beter). In een reflex-ontvanger wordt een transistor voor twee of zelfs drie funkties gebruikt: hf-versterking, regeneratie en lf versterking. De transistor versterkte bijna een miljoen keer, terwijl in een klassieke schakeling een transistor ongeveer 20 keer versterkt. Dan bouwde hij een complete versterker, de enige transistoren die toen bestonden waren de AC125, AC126, AC127 en AC128. Met een paar (extreem dure) AD162 in pseudo-complementaire schakeling als je meer dan 2 watts audiovermogen wou. Nu zijn de boten kant-en-klaar te koop, de muziekklanken stromen zo maar uit je ipoot, het enige wat de jongens moeten doen is het geld aan hun ouders vragen. Maar wat hebben ze hier geleerd? Dat als je genoeg zaagt de ouders wel je zakgeld zullen verdubbelen zodat je die dure ipoot kunt kopen in plaats van een generieke mp-3 spelerke? Om mee te kunnen doen met de rest, en niet in een hoekje geduwd wordt: “hij kan zelfs geen echte iPod kopen!” Nu krijg je respect door het merk dat je draagt Zorg er wel voor dat je altijd de laatste mode draagt, want 6 maanden later is het volledig passé, je komt nog sulliger over met een merk van het jaar ervoor dan met een shirt van de Zeeman.
de tekenen van vermeende rijkdom. Maar wat zit er in de verpakking? Niets. Andere printscreens van gelijksoortige artikelen:
|
Publicités - Reklame