Historisch
Techniek vroeger en nu
Video

De videorecorder

-

-

Omdat de markt gedomineerd werd door het VHS systeem werd het S-VHS systeem aangezien als niche-produkt en kon eigenlijk nooit echt doorbreken.

Zoals u in de andere hoofdstukken heeft kunnen lezen heeft het videosignaal een bandbreedte van 5MHz (indien u dit nog niet gedaan heeft, doe dit nu). Omdat de kleurdraaggolf verweven zit tussen de helderheid kunnen beide signalen samen getransporteerd en later weer gescheiden worden (die is de reden van die vreemde 4.43...MHz hulpdraaggolf).

Een gewone videorecorder heeft slechts een bandbreedte van 3MHz. Dit wordt veroorzaakt door de toegepaste FM-modulatie van de luminantie, waarbij de hoogste frekwentie van het videosignaal lager moet zijn dan de onderste frekwentie van de frekwentiezwaai. Bij VHS is deze onderste frekwentie 3.4MHz. Het videosignaal moet FM-gemoduleerd opgenomen worden om helderheidsvariaties ten gevolge van onregelmatigheden in de bandstruktuur tegen te gaan (drop outs).

Bij S-VHS gebruikt men een hogere basisfrekwentie van 5.4MHz, waardoor de videobandbreedte zich kan uitstrekken tot 5MHz. De bandbreedte komt overeen met die van een goede studiouitzending.

Bij Laserdisc gebruikt men een nog hogere basisfrekwentie van 6.8MHz. Dit heeft als voordeel dat het volledige videosignaal in één keer opgenomen kan worden (dus zonder dat de kleurhulpdraaggolf verplaatst moet worden). De frekwentiezwaar is beperkt tot 1.1Mhz en de beeldkwaliteit komt overeen met een goede televisieuitzending.

Bij een gewone videokabel (zoals toen bijna uitsluitend gebruikt werd) kan deze extra bandbreedte van het S-VHS niet optimaal gebruikt worden: de kleurdraaggolf kan in sommige gevallen de helderheid storen.

De oplossing is eenvoudig: de luminantie en de chrominantie scheiden: de bekende Y/C kabel! Beide signalen worden apart vervoerd, zodat ze elkaar niet kunnen storen.

In die tijd (... dit moet ongeveer 10 15 20 jaar geleden zijn...) werd de Y/C kabel verkocht als het wondermiddel om betere beelden te hebben. De oude vertrouwde videokabel was plots niet meer goed genoeg.

En toch... in 99% van de gevallen zal je geen verbetering hebben met een Y/C kabel. Waarom?

Een videorecorder (zelfs een S-VHS toestel) wordt hoofdzakelijk gebruikt om televisieprogramma's op te nemen om die achteraf te kunnen bekijken. Een televisieprogramma zit echter vast aan de beperkingen van het videosignaal: het achteraf splitsen van het videosignaal in een Y en C component heeft weinig nut.

Een videorecorder wordt ook gebruikt om huurfilms te bekijken. En huurfilms zijn bijna altijd VHS, dus een bandbreedte van 3MHz. Met je Y/C kabel zal je absoluut geen beeldverbetering zien!

Wanneer zal je wel voordeel halen uit een Y/C kabel? Bij het bekijken van eigen video opnames met de S-video camera (S-VHS of Hi-8). Dus bijna nooit!


Het gebruik van een kleur hulpdraaggolf op 4.43...MHz zorgt ervoor dat het spectrum ervan tussen het spectrum van de helderheid komt te liggen (interleaving). Beiden signalen kunnen uit elkaar gehaald worden door een correcte filtering.

En miljoenen Y/C kabels dat we verkocht hebben! Er was een kleine verbetering merkbaar, maar heel beperkt.

Publicités - Reklame

-