Bij analoge televisie wordt de kleurinformatie verzonden als een quadrature amplitude modulation (QAM) op een frekwentie van 4.43MHz (bij PAL) Daarmee kan men twee kleurcomponenten verzenden op één enkele draaggolf. In de televisie wordt de kleurinformatie terug gewonnen door een synchrone demodulator die gelijk loopt met de burst. |
-
Deze pagina is het vervolg op de pagina over de kleurinformatie in het videosignaalvideosignaal en het is aangeraden deze pagina eerst te raadplegen. Hier leggen we specifiek uit hoe de kleurinformatie getoond wordt.
Rechts ziet men het videosignaal op een oscilloscoop. Men ziet goed de color burst, de kleurdraaggolven de verschillende helderheidsniveaus. Omdat een oscilloscoop alle lijnen van een volledig beeld samenvoegt zijn er storende elementen in beeld. Bepaalde lijnen bevatten geen beeldinformatie maar enkel zwart of een teletekstsignaal. Wat ons hier interesseert is de kleurinformatie, die overgebracht wordt door een hulpdraaggolf die AM gemoduleerd wordt. Als het beeld kleurloos is (wit of zwart), dan is er geen hulpdraaggolf. Bij de kleuren ziet men wel een modulatie op 4.43MHz, die als een hoge band zichtbaar is (we zien de omhullende op de oscilloscoop). Een oscilloscoopbeeld geeft ons echter geen informatie over de kleurtint (wel dat er kleur is met een sterke amplitude). Om de kleurinformatie zichtbaar te maken heeft men een vectorscope nodig.
De kleurtint wordt weergegeven ten opzichte van de fase van de burst (dit is het horizontaal stukje vanaf de oorsprong naar links). De intensiteit wordt weergegeven door de afstand ten opzichte van de oorsprong (het centrum van het beeld). Bij een weinig gesatureerd beeld zit er een vlek zond de oorsprong. Geeft men huidtinten weer, dan heeft men een vlek gelegen tussen rood, geel en de oorsprong. De huid heeft doorgaans een weinig gesatureerde kleur. Verder op de pagina gaan we dit specifiek vectorscopebeeld nog verder uitleggen. Een vectorscoop toont goed de kleurcomplementariteit, bijvoorbeeld magenta en groen, en geel en blauw. De modulatiediepte wordt beperkt langs het as geel-blauw om oversturing te vermijden (fel geel dat boven de 100% modulatie zou gaan of blauw dat in het syncgebied zou terechtkomen) Doorgaans gebruikt men een apart toestel om de vectoren te tonen, maar er bestaan ook apparaten die het videosignaal analyseren en een signaal leveren die aangesloten kan worden op een normale skoop, die in X/Y modus werkt. De specifieke merktekens op de graticule ontbreken natuurlijk. Dit is het vectorscopebeeld van een NTSC signaal: alles lijkt zeer eenvoudig ten opzichte van het PAL signaal. Het videosignaal wordt door een testbeeldgenerator geleverd, waardoor we mooie rechte lijnen hebben. De tweede afbeelding rechts is de vectorscope nadat het signaal opgenomen en weergegeven werd door een videorecorder. Een consumer videorecorder heeft een beperkte bandbreedte waardoor de lijnen niet meer recht zijn. Nochtans is dit een zeer goed signaal voor een standaard videorecorder.
PAL testbeeldHet derde beeld komt van een PAL testbeeldgenerator. Bij PAL wordt de fase van het kleursignaal om de mijn omgewisseld. Daardoor kan men een nadeel van het NTSC systeem vermijden, namelijk dat als er fasefouten zijn, dit als gevolg heeft dat de kleur van het beeld verschuift. Bij PAL heeft dit enkel als gevolg dat de kleuren minder gesatureerd zijn.Ook de fase van de burst moet per lijn verschoven worden, anders weet de televisie niet of men op een even of oneven lijn zit. Terwijl bij NTSC de fase 0° bedraagt, verschuift de fase bij PAL tussen +45 en -45°. Op het beeld is de burst dan ook ontdubbeld. Iedere kleur heeft dan ook zijn spiegelbeeld langs de X-as: YL (yellow) heeft een spiegelbeeld onder de X-as (yl), G heeft een spiegelbeeld boven de X-as, en dergelijke meer. Er bestonden vectorscopen die konden schakelen tussen een normaal (complex) PAL beeld en een gecorrigeerd beeld, waarbij de kleuren op hun NTSC plaats terechtkomen. Dit kan het analyseren van vectorscopebeelden vergemakkelijken. Broadcast videorecorder met normaal beeld ter controle en ook vectorscope en oscilloscope beeld. De vectorscope toont een PAL signaal (dit is enkel te zien op een vectorscope, die de fase toont). Een broadcast recorder moet aan veel strengere normen beantwoorden: betere signaal/ruis verhouding, hogere bandbreedte, maar ook zeer stabiele tijdbasis voor de tijdbasis en de kleurburst. Bij dergelijke recorders worden de verschillende synchronisatiesignalen opnieuw aangemaakt. Door de mechanische jitter van de band verschuiven de syncpulsen.
SECAMDe franse SECAM norm gebruikt geen vectorscope, omdat de kleursignalen alternerend verstuurd worden. De fase van het signaal is daardoor niet belangrijk, omdat er slechts één kleur verstuurd wordt per lijn.Maar het SECAM signaal heeft een zwaar probleem: de kleurinformatie wordt verstuurd via een frekwentiegemoduleerd signaal (en niet met een amplitude gemoduleerd signaal) zodat twee beelden niet gemengd kunnen worden. Het is weinig geweten, maar alle studio-apparatuur in Frankrijk werkte volgens de PAL norm (dus is een vectorscope wel nuttig). Het PAL videosignaal werd juist voor de uitzending omgezet in SECAM om de fransen te verplichten een televisienorm te gebruiken die niet compatibel was met de rest van Europa.
Vectorscope voor digitale opnamesMet het verdwijnen van de analoge televisie is de vectorscope echter niet verdwenen. Ook bij digitale televisie gebruikt men een vectorscope. Om de bandbreedte te beperken gebruikt men vaak nog altijd een luminantiekanaal met een hoge bandbreedte en twee chrominantiekanalen (rood en blauw) met een lagere bandbreedte. Groen kan men terugwinnen als men weet dat groen = helderheid - (rood + blauw). De fouten die bij deze berekening optreden vallen weinig op omdat het groene kanaal veel lijkt op het helderheidskanaal en de kleurverschillen tussen Y en G dus beperkt zijn.Ook bepaalde softwareprogramma's om video-opnames te bewerken (Adobe Première bijvoorbeeld) kan een vectorscope tonen zodat je de kleuren kan controleren. In dit voorbeeld zijn er twee kleurenniveau's: tot 100% en tot 75% (kleinere, minder zichtbare blokjes). Zoals bij de televisienorm kunnen bepaalde felle kleuren niet weergegeven worden en men gebruikt best geen kleuren die boven de grens van 75% saturatie gaan. De vectorscope wordt gebruikt om te controleren of de tint niet verandert tussen twee takes (verandering in lichtintensiteit zodat opeenvolgende takes van bepaalde scènes er roder of blauwer uitzien). |
Publicités - Reklame