Geschiedenis van de televisie
De europese televisies komen hier aan bod. |
-
Dit is één van de eerste televisietoestellen die in de Verenigde Staten gebruikt werd na de tweede wereldoorlog. In Europa hadden de verschillende landen teveel geleden onder de oorlog en was er van televisie nog geen sprake. Het toestel lijkt meer op een oscilloscoop en het ronde scherm is echt klein. De afbuiging is electrostatisch zoals in een skoop: het verbruik is lager, maar het werkt enkel met kleine afbuigingen. Het toestel bestaat uit twee chassisdelen die verbonden worden door een kabel: het signaalgedeelte en het voedings- en afbuigingsgedeelte. Er is geen aparte tuner (hoogfrekwentgedeelte), alles gebeurt op eenzelfde chassis. Het antennesignaal wordt versterkt door een montage met gemeenschappelijke rooster. De oscillator is een dubbele triode. De buis in het midden is geen echte mengtrap (mixer) zoals op het schema aangegeven, maar de eerste middenfrekwent trap (beide signalen worden aan dezelfde rooster aangelegd). Door de niet-lineaire caracteristiek van de buis ontstaan er mengprodukten, waaronder de midden frekwent signalen. Er volgen dan drie middenfrekwent trappen, de twee eersten hebben een automatische volumeregeling die gemakkelijk te realiseren is met een negatieve modulatie, waarbij enkel de pieksignalen gedetecteerd moeten worden (vaste synchronisatietoppen). Er is vervolgens een videotrap en een sync-scheider. Het zwartniveau wordt niet gestabiliseerd: Bij een donkere scène wordt het beeld niet donkerder, maar is er gewoon minder contrast. Het audiogedeelte is klassiek, het FM signaal wordt afgetapt op het videosignaal, versterkt, gedetecteerd en laagfrekwent versterkt. De afstand tussen beeld en geluid bedraagt 4.5MHz in plaats van 5.5MHz. Automatische volumeregeling is niet nodig bij FM, ten eerste wordt de amplitude al wat gestabiliseerd door de AVR van het beeld, en ten tweede speelt de amplitude van het signaal geen rol bij FM demodulatie. Hoogspanning wordt opgewekt door een aparte oscillator waarvan de voeding direct van de netvoeding betrokken wordt (voor de gelijkrichting). De oscillator valt dus iedere halve periode even stil, maar daardoor worden de gelijkrichters minder belast. De voeding gebruikt geen transfo en de spanning is dus beperkt door de netspanning van 115V, waardoor je 160V gelijkspanning bekomt (zonder verliezen, in de praktijk dus 140V). In plaats van een klassieke spanningsverdubbelaar te gebruiken om het volledig toestel te voeden, gebruikt men ook een negatieve gelijkrichting om de eindtrappen te voeden: geluid, video en afbuiging. Deze buizen hebben een cathode op -140V in plaats van 0V. De klassieke spanningsverdubbelaar werd op europese toestellen gebruikt waar er rekening moest gehouden worden met verschillende netspanningen: 110V, 130V en 220V. De afbuiging is electrostatisch en verbruikt dus heel weinig: minder dan 1mA voor de verticale afbuiging. Om een sterker signaal te bekomen voor de horizontale afbuiging gebruikt men een autotransfo.
Deze televisie werd een paar jaren later gemaakt. Het toestel gebruikt een voedingstransfo. In plaats van een lange serieketen worden alle buizen met 6.3V gevoed. Maar de gebruikte schakelingen lijken wat op elkaar. Beide toestellen gebruiken eenzelfde aantal buizen, maar deze schakeling lijkt beter afgewerkt, hoewel er nog mankementen zijn. Hier ook wordt er een HF pentode gebruikt in de tuner, gevolgd door een oscillator-mengbuis (dubbele triode). We hebben hier ook drie video midden frekwent trappen, gevolgd door een detectie en een video eindtrap. Er is automatische volumeregeling op de HF pentode en op de eerste twee middenfrekwent pentodes. De videotrappen worden hier ook AC gekoppeld, het zwartniveau wordt hier ook niet gestabiliseerd. In theorie is het mogelijk het zwartniveau te bewaren door een eenvoudige DC koppeling vanaf de detectie, maar dit is niet mogelijk met een buizenschakeling wegens de niet compatibele spanningen. Met complementaire transistoren is dit gemakkelijk te realiseren. Het audiogedeelte is hier ook redelijk klassiek te noemen, maar de eindtrap levert ook via de cathode de hoogspanning voor een aantal buizen. De cathode van de audio eindtrap zit dus op ongeveer de helft van de voedingsspanning. Dit is het enige dat verschillend is van de norm bij dit toestel. De zeer hoge spanning wordt hier ook opgewekt met een aparte oscillator die hier ook niet gesynchroniseerd is met de lijnfrekwentie. De afbuiging is eveneens electrostatisch en verbruikt weinig stroom, maar kan enkel toegepast worden met beeldbuizen met een kleine beelddiagonaal, anders wordt de beeldbuis veel te lang. De beeldbuis gaf een bruikbaar beeld van 6 op 8 inch. De eerste kleurtelevisietoestellen worden hier besproken. |
Publicités - Reklame