Historisch
Kleur bij de analoge televisie
Televisie

Kleur

Reeds na de tweede wereldoorlog werden er nagedacht over de kleurtelevisie (terwijl men nog bezig was met proefuitzendingen in zwart-wit)
-

-

Het ontwerp rechts met drie elektronenkanonnen en een target bestaande uit een soort roosterstruktuur voor groen en blauw werd nooit in de praktijk toegepast. Bij een andere versie worden de kleurkanonnen aan één kant geplaatst (wat toch gemakkelijker is), maar die is ook nooit in produktie genomen. Het was technisch onmogelijk om de drie stralen te laten samenvallen op het scherm (de stralen moeten een trapeze tekenen).

Aan zenderzijde was het de bedoeling een camera te gebruiken met een gekleurde schijf (vergelijkbaar met de nipkovschijf), het gebruik van drie opnamebuizen was toen veel te complex geacht. Met de nipkovschijf had men echter het nadeel dat ieder kanon om beurt het scherm beschreef en dus een flikkerend beeld gaf.

Experimenten met kleur
De eerste experimenten met kleursystemen leverden geen bruikbare toestellen.

Het kleursekwentieel systeem (CBS)
De eerste zwart-wit televisies gebruikten een nipkovschijf om het beeld te ontleden. Waarom zou men niet hetzelfde doen voor uitzendingen in kleur. Het systeem werd door CBS gepromoot, één van de grote radio- en televisiestations. Een van de minpunten van het kleursekwentieel systeem was dat de uitzendingen in kleur niet bekeken konden worden op monochrome toestellen. Hier hebben we de schakeling van een televisie volgens het kleursekwentieel systeem.

Maar het kleursekwentieel systeem wordt nu nog gebruikt, namelijk in videoprojectoren met DLP technologie. De electronische spiegel werkt immers zoals een zwart-wit beeldbuis.

De normen voor kleurtelevisie (algemeen)
Bij het bepalen van de toekomstige kleurnorm was iedereen het eens: de amerikaanse NTSC norm voldeed niet. Ook bij de overgang van zwart-wit naar kleur moet Frankrijk een eigen norm hanteren: SECAM, terwijl alle andere landen voor PAL kozen.

NTSC, PAL en SECAM
De drie normen worden hier besproken. Alle normen zorgen ervoor dat er compatibiliteit is tussen zwart-wit en kleuruitzendingen: een kleurtoestel moet een zwart-wit programma correct kunnen weergeven en een kleurprogramma moet ook ontvangen kunnen worden op een zwart-wit toestel. Maar van compatibiliteit tussen PAL en SECAM is er geen sprake.

De amerikaanse CT-100 en de europese K4
De CT-100 gebouwd door RCA 'die ook aan de basis van de NTSC kleurnorm ligt) wordt aangezien als de eerste kleurtelevisie. Dit was een toestel dat effektief te koop aangeboden werd (andere fabrikanten hadden al demotoestellen).

De K4 van Philips is een testtoestel van Philips die in een kleine serie gebouwd werd en geplaatst werd bij een aantal medewerkers van de fabriek om het toestel in reële omstandigheden te testen.

Een paar voorbeelden van kleurtelevisietoestellen
De eerste kleurtelevisies waren in hybride techniek gerealiseerd (buizen en transistoren). In België waren multinorm-toestellen noodzakelijk: daardoor werden de toestellen complexer en minder betrouwbaar (schakelcontacten). Met de twee verschillende franse normen (819 lijnen en 625 lijnen SECAM, positieve modulatie en AM geluid) en de europese norm (625 lijnen PAL met negatieve modulatie en FM geluid) moest nagenoeg alles omgeschakeld worden (behalve de rasterfrekwentie, die vastzat aan de frekwentie van het electriciteitsnet).

Broadcast télévisiecamera's
Televisieprogramma's moeten aan bepaalde normen voldoen, zodat alle televisietoestellen de beelden kunnen weergeven. Worden er amateurbeelden getoond, dan is een beeldcorrectie nodig (Time Base Correction). Naast de ingebouwde TBC moet de camera ook goede beelden geven, en dat gebeurt met een camera met drie opnamesystemen.

Kleur in het algemeen en kleur bij videorecorders (consumer)
Om kleur op te nemen met een videorecorder moet men de kleurhulpdraaggolf (4.43MHz) verplaatsen, omdat de helderheidsinformatie (in FM opgenomen) de frekwentieband van de kleurhulpdraaggolf gebruikt.

De eerste camcorders met kleur
In de studio gebruikt men camera's met drie opnamebuizen, maar dit systeem kan niet gebruikt worden voor buitenopnames. Men moet een opnamebuis gebruiken die de drie kleuren kan opnemen.

Het televisiesignaal is gebaseerd op het Lab kleurmodel met één helderheidskanaal en twee kleurverschilkanalen. Rechts zien we een testbeeldgenerator en een Sony monitor. Het composiet videosignaal werd vroeger KBOS genoemd: kleur-beeld-onderdrukking-synchronisatie.

Andere items (fotografie site):

Publicités - Reklame

-